Besluit van 1 november 1983, tot vaststelling van regelen ten aanzien van de betaling door burgerlijk rijkspersoneel voor hun van rijkswege verstrekte kost, inwoning, woning en andere emolumenten

Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 25 mei 1983, nr. AB83/U580, Directoraat-Generaal voor Overheidspersoneelsbeleid, Directie Overheidspersoneelszaken, Hoofdafdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden;
Gelet op de artikelen 125, eerste lid, en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530);
De Raad van State gehoord (advies van 19 juli 1983, nr. W04.83.0320/05.3.28);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 25 oktober 1983, nr. AB83/1354, Directoraat-Generaal voor Overheidspersoneelsbeleid, Directie Overheidspersoneelszaken, Hoofdafdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    betrokkene: de ambtenaar in de zin van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of het Ambtenarenreglement Staten-Generaal

  • b.

    bezoldigingsbesluit: Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984

  • c.

    berekeningsbasis: de bezoldiging in de zin van het bezoldigingsbesluit met uitzondering van de toelagen als bedoeld in de artikelen 17, 17a, 17b, 18 en 18a van dat besluit, met dien verstande dat de bezoldiging bij een onvolledige werktijd herleid wordt tot de bezoldiging, geldende bij een volledige werktijd;

  • d.

    dienstauto: auto die ten behoeve van zakelijk gebruik eigendom is van het Rijk of vanwege het Rijk is gehuurd of geleast;

  • e.

    Onze minister: het hoofd van het betrokken ministerie;

  • f.

    plaats van tewerkstelling: de gebruikelijke ingang van het gebouw, gebouwencomplex of terrein waar de betrokkene gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht, dan wel indien de uitoefening van het ambt zich uitstrekt over een ambtsgebied, de door het bevoegde gezag aangewezen plaats;

  • g.

    privé-kilometers: alle door de betrokkene met de dienstauto verreden kilometers verminderd met

    • -

      het aantal kilometers tijdens dienstreizen;

    • -

      het aantal woon/werkverkeerkilometers;

Artikel

2

Vervallen

Artikel

3

Artikel

3a

Artikel

4

Artikel

4a

Van de bevoegdheid tot het stellen van regels met een sterk technisch karakter krachtens dit besluit, kunnen Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister mandaat verlenen.

Artikel

5

Artikel

6

Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel.

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1984.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, Rietkerk
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes