Nadere regels betreffende de veiligheidscommissie aan boord van schepen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 26h van de Schepenwet (Stb 1932, 86).
Gezien het advies van de Algemene Commissie tot Voorkoming van Arbeidsongevallen Zeevarenden dd 22 juni 1983, PBS/S 23.376.

Besluit:

Artikel

1

De veiligheidscommissie aan boord van schepen dienen zich voor wat betreft hun werkwijze te laten leiden door de Richtlijnen betreffende de veiligheidscommissie aan boord, zoals die zijn vastgesteld en als bijlage opgenomen bij dit besluit.

Artikel

2

De door de veiligheidscommissie aan boord uitgebrachte adviezen worden door haar aangetekend op een registratieformulier als opgenomen in de Richtlijnen en aan de kapitein ter hand gesteld.

Artikel

3

De kapitein deelt binnen redelijke tijd aan de veiligheidscommissie aan boord mede of het advies al dan niet zal worden opgevolgd.

Artikel

4

Bij gebreke van overeenstemming tussen de kapitein en de veiligheidscommissie aan boord brengt deze laatste dit schriftelijk ter kennis van de Algemene Commissie tot Voorkoming van Arbeidsongevallen Zeevarenden onder bijvoeging van de op de zaak betrekking hebbende stukken.

Artikel

5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 1983.

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant, en, met de bijlage verspreid onder betrokkenen.

Exemplaren hiervan zijn op aanvraag verkrijgbaar bij het hoofd van de Scheepvaartinspectie, Bordewijkstraat 4 Rijswijk.

's-Gravenhage
De Minister voornoemd, N.Smit-Kroes