Besluit van 23 december 1983 tot vaststelling van modelschema's voor de inrichting van jaarrekeningen
Besluit modellen jaarrekening
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 10 november 1983, nr. 615/683;
Overwegende dat ter uitvoering van de vierde richtlijn van de Raad van Europese Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht modellen moeten worden vastgesteld voor de inrichting van jaarrekeningen;
De Raad van State gehoord, advies van 21 december 1983, nr. W03.83.0578/05.3.52;
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 22 december 1983, nr. 678/683; Stafafdeling Wetgeving Privaatrecht;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel
1
1
De balans van een naamloze of besloten vennootschap moet zijn ingericht overeenkomstig model A of model B, de winst- en verliesrekening overeenkomstig model E of model F. Deze modellen zijn als bijlage bij dit besluit gevoegd.
2
Is artikel 396 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing, dan kan de vennootschap voor de balans ook model C of model D kiezen en voor de winst- en verliesrekening model I of model J. Deze modellen zijn bij dit besluit gevoegd.
De posten worden afzonderlijk, overzichtelijk in een of meer kolommen ingevuld. Zo veel mogelijk worden daarnaast de bedragen voor het voorafgaande boekjaar gegeven. Boven de kolommen wordt in de balans de balansdatum en in de winst- en verliesrekening het boekjaar vermeld waarop zij betrekking hebben.
Artikel
4
1
De aanduiding van het gekozen model mag worden weggelaten; het lettertype is vrij.
2
De letters en cijfers voor de posten mogen worden weggelaten of vervangen.
3
Posten zonder bedrag worden weggelaten, tenzij een bedrag voor het voorafgaande jaar moet worden vermeld. De aanwezigheid van een post in een model laat de bevoegdheid open geen bedrag in te vullen, wanneer de wet dat toestaat.
Artikel
5
1
Van de benamingen Vaste activa, Vlottende activa, Kortlopende schulden, Langlopende schulden, Voorzieningen en Eigen vermogen mag niet worden afgeweken.
2
Andere benamingen mogen slechts worden vervangen door benamingen die in het gegeven geval op ten minste even duidelijke wijze de inhoud van de post of telling aanduiden.
3
De uitkomsten van tussentellingen mogen worden ingevoegd en benoemd.
De volgorde van de posten is die van het gekozen model. De post "aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen" mag ook aan alle financiële baten en lasten vooraf gaan.
2
Participatiemaatschappijen mogen de volgorde van de posten wijzigen in overeenstemming met het gebruik in hun bedrijfstak.
3
Onder participatiemaatschappij wordt in dit artikel verstaan een rechtspersoon of vennootschap waarvan de werkzaamheid is beperkt tot uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het deelnemen in andere rechtspersonen of vennootschappen zonder zich in te laten met de bedrijfsvoering daarvan, tenzij door het uitoefenen van aandeelhoudersrechten.
Artikel
7
1
Aan de posten van de modellen mag een uitsplitsing worden toegevoegd; zij mogen door een uitsplitsing worden vervangen.
2
Posten mogen worden ingevoegd, voor zover hun inhoud niet wordt gedekt door een in het gekozen model vermelde post die niet als "overige" is aangeduid.
Indien opbrengsten moeten worden verantwoord uit deelnemingen die niet overeenkomstig artikel 389 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn gewaardeerd, moeten deze afzonderlijk als eerste post van de financiële baten worden opgenomen onder de benaming: uitkeringen uit niet op netto-vermogenswaarde e.d. gewaardeerde deelnemingen. Waardeveranderingen op deze deelnemingen worden hetzij afzonderlijk opgenomen onmiddellijk na de waardeveranderingen van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten, hetzij met die post samengevoegd; in het laatste geval wordt de benaming zo nodig aangepast.
Artikel
8
1
Elke ononderbroken reeks met arabische cijfers genummerde posten in een model kan geheel of ten dele in de toelichting worden opgenomen, in plaats van op de balans, met herhaling van de som.
2
Elke ononderbroken reeks niet met hoofdletters gedrukte posten in de winst- en verliesrekening kan geheel of ten dele in de toelichting worden opgenomen, in plaats van op de winst- en verliesrekening, met herhaling van de som.
3
Voor zover dit artikel wordt toegepast, worden de reeksen in de toelichting opgenomen in de volgorde van het gekozen model.
Artikel
9
Wanneer een bedrag onder meer dan een post zou kunnen worden opgenomen, moet in de toelichting worden vermeld onder welke andere post of posten het bedrag kon worden opgenomen, hoe groot het bedrag is en waarop het betrekking heeft, een en ander indien het in artikel 362 lid 1 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde inzicht daardoor wordt gediend.
Artikel
10
1
In een geconsolideerde jaarrekening mogen alle benamingen worden aangepast om het groepskarakter aan te geven.
2
In een geconsolideerde balans wordt het aandeel van derden in groepsmaatschappijen afzonderlijk als onderdeel van het groepsvermogen opgenomen. Overigens is onderverdeling van het eigen vermogen in een geconsolideerde jaarrekening niet vereist.
3
In een geconsolideerde winst- en verliesrekening wordt het aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat na belastingen afzonderlijk gegeven; indien het gesplitst wordt gegeven, moet dit geschieden na het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen en na het buitengewone resultaat na belastingen.
Artikel
11
Bovenaan de balans wordt aangegeven of daarin de bestemming van het resultaat is verwerkt. Is de bestemming van het resultaat niet verwerkt, dan moet op de balans het resultaat na belastingen afzonderlijk worden vermeld als laatste post van het eigen vermogen.
Artikel
12
1
In de modellen A, B, C en D mag de post "overlopende activa" ook na de liquide middelen zelfstandig worden opgenomen.
2
In de modellen B en D mag de post "overlopende passiva" ook na de schulden en in de modellen A en C na de voorzieningen zelfstandig worden opgenomen.
3
In de toelichting en in de modellen B en R mogen de uitsplitsing van de kortlopende en die van de langlopende schulden gezamenlijk worden gegeven, mits de onderverdeling weer uit de toelichting blijkt.
Artikel
13
Vervallen
Artikel
14
1
In model F mogen de posten Som der kosten en Netto-omzetresultaat achterwege blijven.
2
In de modellen I en J mag van de kolomindeling worden afgeweken.
Artikel
15
Voor zover de wettelijk vereiste handtekeningen op het oorspronkelijke exemplaar van de jaarrekening zijn gesteld, mag op andere exemplaren daarvan worden volstaan met vermelding van de namen der ondertekenaren. Indien een handtekening op het oorspronkelijke exemplaar ontbreekt, wordt de reden daarvan op de andere exemplaren vermeld.
De balans van een bank moet zijn ingericht overeenkomstig model K, de winst- en verliesrekening overeenkomstig de modellen L of M. Deze modellen zijn als bijlage bij dit besluit gevoegd.
3
De van hoofdletters voorziene posten van model K en de met hoofdletters gedrukte posten van de modellen L en M worden vermeld, ook als deze in het geheel van de jaarrekening van te verwaarlozen betekenis zijn voor het wettelijk vereiste inzicht.
4
Hypotheekbanken nemen op de balans onder de activa in plaats van de post "vorderingen op klanten" een tweetal posten op, die onderscheidenlijk luiden: vorderingen op klanten uit hypothecaire leningen en overige vorderingen op klanten. Onder de passiva nemen deze banken in plaats van de post "Schuldbewijzen" een tweetal posten op, die onderscheidenlijk luiden: pandbrieven en overige schuldbewijzen. Zij mogen de post "Kasmiddelen" samenvoegen met de post "Vorderingen op banken", tenzij de omvang van de kasmiddelen van betekenis is op het geheel van de activa.
5
De benamingen gebruikt in de modellen K, L en M mogen slechts worden vervangen door benamingen die in het gegeven geval op ten minste even duidelijke wijze de inhoud van de post of telling aanduiden.
6
Aan de posten van deze modellen mag een uitsplitsing worden toegevoegd.
7
Indien opbrengsten moeten worden verantwoord uit deelnemingen die niet overeenkomstig artikel 389 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn gewaardeerd, worden deze afzonderlijk van en onmiddellijk volgend op de opbrengsten uit deelnemingen onderscheidenlijk groepsmaatschappijen verantwoord onder de benaming: opbrengsten uit niet op netto-vermogenswaarde gewaarde deelnemingen.
8
Het aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen, wordt opgenomen onder de opbrengsten uit deelnemingen onderscheidenlijk groepsmaatschappijen en wordt in de toelichting vermeld.
9
Elke ononderbroken reeks met arabische cijfers genummerde posten in de modellen L en M kan geheel of ten dele in de toelichting worden opgenomen, in plaats van op de winst- en verliesrekening, met herhaling van de som. De reeksen worden in de toelichting opgenomen in de volgorde van het gekozen model.
De balans van een verzekeringsmaatschappij moet zijn ingericht overeenkomstig model N, de winst- en verliesrekening overeenkomstig model O. Voor de technische rekening schadeverzekering mag model P worden gebruikt, indien de beleggingen rechtstreeks aan het schadeverzekeringsbedrijf kunnen worden toegewezen. Deze modellen zijn als bijlage bij dit besluit gevoegd.
3
De benamingen gebruikt in de modellen N, O en P mogen slechts worden vervangen door benamingen die in het gegeven geval op ten minste even duidelijke wijze de inhoud van de post of telling aanduiden.
4
Aan de posten van de modellen mag een uitsplitsing worden toegevoegd.
5
Indien in de technische rekening levensverzekering van de bruto premies koopsommen uit winstdeling deel uitmaken, wordt het bedrag daarvan afzonderlijk in de toelichting vermeld.
6
Het aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen, wordt opgenomen onder de opbrengsten uit deelnemingen en wordt in de toelichting vermeld.
7
Indien opbrengsten moeten worden verantwoord uit deelnemingen die niet overeenkomstig artikel 389 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn gewaardeerd, worden deze afzonderlijk van en onmiddellijk volgend op de opbrengsten uit deelnemingen verantwoord onder de benaming: opbrengsten uit niet op netto-vermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen.
8
In de geconsolideerde jaarrekening van een verzekeringsmaatschappij mogen alle opbrengsten van beleggingen in de niet-technische rekening worden opgenomen. In model O vervallen dan in de technische rekeningen de posten opbrengsten uit beleggingen en beleggingslasten alsmede de posten niet-gerealiseerde winst op beleggingen en niet-gerealiseerd verlies op beleggingen. In plaats van de post opbrengsten uit beleggingen treedt de post toegerekende opbrengst van beleggingen.
9
Elke ononderbroken reeks met arabische cijfers genummerde posten in de modellen O en P kan geheel of ten dele in de toelichting worden opgenomen, in plaats van op de winst- en verliesrekening, met herhaling van de som. De reeksen worden in de toelichting opgenomen in de volgorde van het gekozen model.
De balans van een beleggingsmaatschappij of maatschappij voor collectieve belegging in effecten moet zijn gericht overeenkomstig model Q of R, de winst- en verliesrekening overeenkomstig model S. Deze modellen zijn als bijlage bij dit besluit gevoegd.
3
Indien een beleggingsmaatschappij of maatschappij voor collectieve belegging in effecten de tweede zin van artikel 401, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek toepast, neemt zij buiten de telling van de winst- en verliesrekening een post op onder de benaming "wijziging in de reserves uit hoofde van koersverschillen".
4
Een beleggingsmaatschappij of maatschappij voor collectieve belegging in effecten die in onroerend goed belegt, mag in de winst- en verliesrekening, ten einde inzicht te verschaffen in het exploitatieresultaat met betrekking tot het onroerend goed, de afschrijvingen op beleggingen in onroerend goed alsmede de op deze beleggingen betrekking hebbende overige lasten en kosten onmiddellijk onder de opbrengsten uit beleggingen in terreinen en gebouwen opnemen.
5
De benamingen gebruikt in de modellen Q, R en S mogen slechts worden vervangen door benamingen die in het gegeven geval op ten minste even duidelijke wijze de inhoud van de post of telling aanduiden.
6
Indien opbrengsten moeten worden verantwoord uit deelnemingen die niet overeenkomstig artikel 389 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn gewaardeerd, worden deze afzonderlijk en onmiddellijk volgend op de opbrengsten uit deelnemingen verantwoord onder de benaming: opbrengsten uit niet op netto-vermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen.
Artikel
17
Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit modellen jaarrekening".
Artikel
18
1
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop titel 8 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kracht van wet verkrijgt.
2
Het is van toepassing op jaarrekeningen waarop titel 8 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de bijlagen en bijbehorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.
's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie,F. Korthals Altes
De Minister van Justitie,F. Korthals Altes
Model
A
Balans per
A
Vaste activa
I.
Immateriële vaste activa
1.
kosten van oprichting en van uitgifte van aandelen
2.
kosten van ontwikkeling
3.
concessies, vergunningen en intellectuele eigendom
4.
goodwill
5.
vooruitbetaald op immateriële vaste activa
II.
Materiële vaste activa
1.
bedrijfsgebouwen en -terreinen
2.
machines en installaties
3.
andere vaste bedrijfsmiddelen
4.
vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa
5.
niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbaar
III.
Financiële vaste activa
1.
deelnemingen in groepsmaatschappijen
2.
vorderingen op groepsmaatschappijen
3.
andere deelnemingen
4.
vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
5.
overige effecten
6.
overige vorderingen
IV.
Som der vaste activa
B
Vlottende activa
I.
Voorraden
1.
grond- en hulpstoffen
2.
onderhanden werk
3.
gereed produkt en handelsgoederen
4.
vooruitbetaald op voorraden
II.
Vorderingen
1.
op handelsdebiteuren
2.
op groepsmaatschappijen
3.
op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
4.
overige vorderingen
5.
van aandeelhouders opgevraagde stortingen
6.
overlopende activa
III.
Effecten
1.
vervallen
2.
vervallen
IV.
Liquide middelen
V.
Som der vlottende activa
C
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)
1.
converteerbare leningen
2.
andere obligaties en onderhandse leningen
3.
schulden aan banken
4.
vooruit ontvangen op bestellingen
5.
schulden aan leveranciers en handelskredieten
6.
te betalen wissels en chèques
7.
schulden aan groepsmaatschappijen
8.
schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
9.
belastingen en premies sociale verzekeringen
10.
schulden ter zake van pensioenen
11.
overige schulden
12.
overlopende passiva
D
Uitkomst van vlottende activa min kortlopende schulden
E
Uitkomst van activa min kortlopende schulden
F
Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
1.
converteerbare leningen
2.
andere obligatieleningen en onderhandse leningen
3.
schulden aan banken
4.
vooruit ontvangen op bestellingen
5.
schulden aan leveranciers en handelskredieten
6.
te betalen wissels en chèques
7.
schulden aan groepsmaatschappijen
8.
schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
9.
belastingen en premies sociale verzekeringen
10.
schulden ter zaken van pensioenen
11.
overige schulden
12.
overlopende passiva
G
Voorzieningen
1.
voor pensioenen
2.
voor belastingen
3.
overige
H
Eigen vermogen
I.
Gestort en opgevraagd kapitaal
II.
Agio
III.
Herwaarderingsreserve
IV.
Wettelijke en statutaire reserves
1.
wettelijke
2.
statutaire
V.
Overige reserves
VI.
Onverdeelde winst
Model
B
Model
C
Balans per
A
Vaste activa
I.
immateriële vaste activa
II.
materiële vaste activa
III.
financiële vaste activa
IV.
som der vaste activa
B
Vlottende activa
I.
voorraden
II.
vorderingen en overlopende activa
III.
effecten
IV.
liquide middelen
V.
som der vlottende activa
C
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) en overlopende passiva
D
Uitkomst vlottende activa min kortlopende schulden
E
Uitkomst activa min kortlopende schulden
F
Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
G
Voorzieningen
H
Eigen vermogen
I.
gestort en opgevraagd kapitaal
II.
agio
III.
herwaarderingsreserve
IV.
wettelijke en statutaire reserves
V.
overige reserves
VI.
onverdeelde winst
Model
D
Model
E
Winst- en verliesrekening over
Netto-omzet
wijziging in voorraden gereed produkt en onderhanden werk
geactiveerde produktie voor het eigen bedrijf
overige bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfsopbrengsten
kosten van grond- en hulpstoffen
kosten uitbesteed werk en andere externe kosten
lonen en salarissen
sociale lasten
afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
overige waardeveranderingen van immateriële en materiële vaste activa
bijzondere waardevermindering van vlottende activa
overige bedrijfskosten
Som der bedrijfslasten
opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
waardeveranderingen van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
rentelasten en soortgelijke kosten
Resultaat voor belastingen
belastingen
aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen
Resultaat na belastingen
Model
F
Winst- en verliesrekening over
Netto-omzet
kostprijs van de omzet
Bruto-omzetresultaat
verkoopkosten
algemene beheerkosten
Som der kosten
Netto-omzetresultaat
overige bedrijfsopbrengsten
opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
waardeveranderingen van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
rentelasten en soortgelijke kosten
Resultaat voor belastingen
belastingen
aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen
Resultaat na belastingen
Model
G
Vervallen
Model
H
Vervallen
Model
I
Winst- en verliesrekening over
Model
J
Winst- en verliesrekening over
Model
K
Balans per
A.
Voorwaardelijke schulden
1.
uit hoofde van verdisconteerde wissels
2.
uit hoofde van garanties e.d.
3.
uit hoofde van onherroepelijke accreditieven
4.
overige
B.
Onherroepelijke toezeggingen
1.
verplichtingen uit cessie en retrocessie
2.
overige
Model
L
WINST- EN VERLIESREKING OVER
RENTE EN SOORTGELIJKE BATEN
1.
rente van obligaties en andere vastrentende waardepapieren
2.
overige
RENTE EN SOORTGELIJKE LASTEN
OPBRENGSTEN UIT EFFECTEN EN DEELNEMINGEN
1.
opbrengsten uit aandelen en andere niet-vastrentende waardepapieren
2.
opbrengsten uit groepsmaatschappijen
3.
opbrengsten uit overige deelnemingen
ONTVANGEN PROVISIE
BETAALDE PROVISIE
RESULTAAT UIT FINANCIELE TRANSACTIES
OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN
SOM DER BEDRIJFSOPBRENGSTEN
PERSONEELS- EN ANDERE BEHEERSKOSTEN
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERANDERINGEN OP IMMATERIELE EN MATERIELE VASTE ACTIVA
OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
WAARDEVERMINDERINGEN VAN VORDERINGEN EN VOORZIENINGEN VOOR ONDER DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN
VRIJVAL WAARDEVERMINDERINGEN VAN VORDERINGEN EN VOORZIENINGEN VOOR ONDER DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN
WAARDEVERMINDERINGEN VAN DE TOT DE VASTE ACTIVA BEHORENDE EFFECTEN EN DEELNEMINGEN
VRIJVAL WAARDEVERMINDERINGEN VAN DE TOT DE VASTE ACTIVA BEHORENDE EFFECTEN EN DEELNEMINGEN
SOM DER BEDRIJFSLASTEN
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN
BELASTINGEN RESULTAAT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING NA BELASTINGEN
BUITENGEWONE BATEN
BUITENGEWONE LASTEN
BELASTINGEN BUITENGEWOON RESULTAAT
BUITENGEWOON RESULTAAT NA BELASTINGEN
RESULTAAT NA BELASTINGEN
Model
M
Winst- en verliesrekening over
Model
N
Model
O
Model
P
Model
Q
Balans per
A
Beleggingen
I
Terreinen en gebouwen
1.
in eigen gebruik
2.
overige terreinen en gebouwen
II
Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen
1.
deelnemingen in groepsmaatschappijen
2.
obligaties uitgegeven door en vorderingen op groepsmaatschappijen
3.
andere deelnemingen
4.
obligaties uitgegeven door en vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen
III
Overige financiële beleggingen
1.
aandelen, deelnemingsbewijzen en andere niet-vastrentende waardepapieren
2.
obligaties en andere vastrentende waardepapieren
3.
vorderingen uit hypothecaire leningen
4.
vorderingen uit andere leningen
5.
deposito’s bij banken
6.
andere financiële beleggingen
IV
Som der beleggingen
B
Vorderingen
I
Uit hoofde van effectentransacties op
1.1.
commissionairs
1.2.
anderen
II
Overige vorderingen
III
Overlopende activa
C
Overige activa
I
Vaste activa
1.
immateriële vaste activa
1.1.
kosten van oprichting en van uitgifte van aandelen
1.2.
kosten van onderzoek en ontwikkeling
1.3.
concessies, vergunningen en intellectuele eigendom
1.4.
goodwill
1.5.
vooruitbetaald op immateriële vaste activa
2.
materiële vaste activa
3.
financiële vaste activa
II
Liquide middelen
III
Andere activa
D
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)
1.
uit hoofde van effectentransacties aan
1.1.
commissionairs
1.2.
anderen
2.
converteerbare leningen
3.
andere obligaties en onderhandse leningen
4.
schulden aan banken
5.
te betalen wissels en chèques
6.
schulden aan groepsmaatschappijen
7.
schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
8.
belastingen en premies sociale verzekeringen
9.
schulden ter zake van pensioenen
10.
overige schulden
11.
overlopende passiva
E
Uitkomst van vorderingen en overige activa min kortlopende schulden
F
Uitkomst van activa min kortlopende schulden
G
Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
1.
uit hoofde van effectentransacties aan
1.1.
commissionairs
1.2.
anderen
2.
converteerbare leningen
3.
andere obligaties en onderhandse leningen
4.
schulden aan banken
5.
te betalen wissels en chèques
6.
schulden aan groepsmaatschappijen
7.
schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
8.
belastingen en premies sociale verzekeringen
9.
schulden ter zake van pensioenen
10.
overige schulden
11.
overlopende passiva
H
Voorzieningen
1.
voor pensioenen
2.
voor belastingen
3.
overige
I
Achtergestelde schulden
J
Eigen vermogen
I
Geplaatst kapitaal
II
Agio
III
Herwaarderingsreserve
IV
Wettelijke en statutaire reserves
V
Koersverschillenreserve
VI
Overige reserves
VII
Onverdeelde winst
Model
R
Balans per
A
Beleggingen
A
Eigen vermogen
I
Terreinen en gebouwen
I
geplaatst kapitaal
1.
in eigen gebruik
II
agio
2.
overige terreinen en gebouwen
III
herwaarderingsreserve
IV
wettelijke en statutaire reserves
II
Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen
V
koersverschillenreserve
1.
deelnemingen in groepsmaatschappijen
VI
overige reserves
2.
obligaties uitgegeven door en vorderingen op groepsmaatschappijen
VII
onverdeelde winst
3.
andere deelnemingen
B
Achtergestelde schulden
4.
obligaties uitgegeven door en vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen
C
Voorzieningen
1.
voor pensioenen
III
Overige financiële beleggingen
2.
voor belastingen
1.
aandelen, deelnemingsbewijzen en andere niet-vast-
3.
overige
rentende waardepapieren
2.
obligaties en andere vastrentende waardepapieren
D
Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
3.
vorderingen uit hypothecaire leningen
1.
uit hoofde van effectentransacties aan
4.
vorderingen uit andere leningen
1.1.
commissionairs
5.
deposito’s bij banken
1.2.
anderen
6.
andere financiële beleggingen
2.
converteerbare leningen
3.
andere obligaties en onderhandse leningen
B
Vorderingen
4.
schulden aan banken
I
uit hoofde van effectentransacties op
5.
te betalen wissels en chèques
1.
commissionairs
6.
schulden aan groepsmaatschappijen
2.
anderen
7.
schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin
II
Overige vorderingen
wordt deelgenomen
III
Overlopende activa
8.
belastingen en premies sociale verzekeringen
9.
schulden ter zake van pensioenen
C
Overige activa
10.
overige schulden
I
Vaste activa
11.
overlopende passiva
1.
immateriële vaste activa
1.1.
kosten van oprichting en van uitgifte van aandelen
E
Kortlopende schulden
1.2.
kosten van onderzoek en ontwikkeling
(ten hoogste 1 jaar)
1.3.
concessies, vergunningen en intellectuele
1.
uit hoofde van effectentransacties aan
eigendom
1.1.
commissionairs
1.4.
goodwill
1.2.
anderen
1.5.
vooruitbetaald op immateriële vaste activa
2.
converteerbare leningen
2.
materiële vaste activa
3.
andere obligaties en onderhandse leningen
3.
financiële vaste activa
4.
schulden aan banken
II
Liquide middelen
5.
te betalen wissels en chèques
III
Andere activa
6.
schulden aan groepsmaatschappijen
7.
schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen