Besluit van 3 maart 1984, houdende regels met betrekking tot de gevolgen voor het personeel van de overgang van opleidingsscholen voor kleuterleidsters en voor onderwijzers in opleidingsscholen voor leraren basisonderwijs

Besluit gevolgen voor personeel van overgang opleidingsscholen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze minister van onderwijs en wetenschappen van 12 oktober 1983 nr. 4458/5864, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op artikel III, onderdeel N, van de Wet van 14 oktober 1982, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, houdende regeling en invoering van de opleidingsscholen voor leraren basisonderwijs (Stb. 589), alsmede op de artikelen 22, 23, 38, 39 en 94 van de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1967, 387);
De Onderwijsraad gehoord (advies van 19 juli 1983, O.R. VII/136T);
De Raad van State gehoord (advies van 28 december 1983, no. W05.83.0541/07.3.52.);
Gezien het nader rapport van Onze minister van onderwijs en wetenschappen van 2 maart 1984, nr. 4882/5864, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

"Onze minister": Onze minister van onderwijs en wetenschappen;

"de wet": de Wet op het voortgezet onderwijs;

"de regelings- en invoeringswet": de Wet van 14 oktober 1982, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, houdende regeling en invoering van de opleidingsscholen voor leraren basisonderwijs;

"opleidingsschool voor kleuterleidsters": een opleidingsschool voor kleuterleidsters, die volgens de bepalingen van artikel III van de regelings- en invoeringswet overgaat in een opleidingsschool voor leraren basisonderwijs, daaronder in voorkomend geval mede begrepen de aan de school verbonden eenjarige dagopleiding voor kleuterleidsters A;

"opleidingsschool voor onderwijzers": een opleidingsschool voor onderwijzers, die volgens de bepalingen van artikel III van de regelings- en invoeringswet overgaat in een opleidingsschool voor leraren basisonderwijs, daaronder in voorkomend geval mede begrepen de aan de school verbonden afdeling voor hoger algemeen voortgezet onderwijs dan wel het resterende tweede leerjaar van die afdeling;

"scholengemeenschap": een scholengemeenschap van een opleidingsschool voor kleuterleidsters en een opleidingsschool voor onderwijzers;

"opleidingsschool voor leraren basisonderwijs": een opleidingsschool voor leraren basisonderwijs, als bedoeld in artikel III van de regelings- en invoeringswet, daaronder mede begrepen de resterende hogere leerjaren van de opleidingsschool voor kleuterleidsters, de opleidingsschool voor onderwijzers of de scholengemeenschap waaruit zij voortkomt;

"personeel": het personeel, bedoeld in artikel 38 van de wet;

"formatie": het aantal leseenheden, taakeenheden, diensteenheden en overige eenheden, waarvoor krachtens de wettelijke voorschriften aanspraak op vergoeding door het Rijk bestaat, daaronder mede begrepen de formatieplaatsen voor het niet onderwijzend personeel.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Voor de schooljaren 1985-1986 en 1986-1987 wordt de formatie van het personeel aan de opleidingsscholen voor leraren basisonderwijs vastgesteld volgens het daaromtrent bepaalde bij of krachtens de besluiten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, daaronder tevens begrepen de door Onze minister gegeven voorschriften omtrent de formatie ten behoeve van nascholing en applicatie.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt, met uitzondering van artikel 9, terug tot 1 mei 1983.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De minister van Onderwijs en Wetenschappen, W. J. Deetman
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes