Vrijstellingsbesluit jodiumhoudend broodzout

De staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
Gelet op artikel 16, derde lid, juncto artikel 14, vierde lid, van de Warenwet (Stb. 1935, 793),

Besluit:

Artikel

1

Vrijstelling wordt verleend van de eis, vervat in artikel 7, eerste lid, onder m, van het Broodbesluit (Warenwet) (Stb. 1925, 478), dat ander keukenzout dan jodiumhoudend broodzout niet aanwezig mag zijn in ruimten waarin de bereiding, verpakking of behandeling van brood en de als zodanig aangeduide waar plaatsvindt.

Artikel

2

Vrijstelling wordt verleend van het verbod, vervat in artikel 8, onder e, van het Broodbesluit (Warenwet), dat voor de bereiding van brood gebruik is of wordt gemaakt van ander keukenzout dan jodiumhoudend broodzout.

Artikel

3

Leidschendam
De staatssecretaris voornoemd, J. P. van derReijden