Wet van 20 december 1984, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen

Wet gemeenschappelijke regelingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, nieuwe bepalingen vast te stellen met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Regelingen tussen gemeenten

Afdeling

1

Bevoegdheid tot het treffen van een regeling

Artikel

1

Afdeling

2

Algemene bepalingen

§

1

Inhoud van de regeling

Artikel

2

Vervallen

Artikel

3

Vervallen

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

10a

Artikel

11

In de regeling kan een termijn worden aangegeven gedurende welke een of meer van de deelnemers is of zijn vrijgesteld van uit deze regeling voortvloeiende rechten en verplichtingen.

Artikel

11a

Een regeling houdt bepalingen in omtrent de evaluatie van de regeling.

§

2

Inrichting en samenstelling van het bestuur van het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie en van het gemeenschappelijk orgaan

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

14a

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel 16 is van overeenkomstige toepassing op regelingen die uitsluitend getroffen zijn door colleges van burgemeester en wethouders alsmede op regelingen die uitsluitend getroffen zijn door colleges van burgemeester en wethouders en burgemeesters gezamenlijk, voor zover het betreft de leden, bedoeld in artikel 13, tiende lid, onder a, met dien verstande dat voor «het algemeen bestuur van het openbaar lichaam» telkens wordt gelezen «het algemeen bestuur van het openbaar lichaam of het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie».

Artikel

19

Artikel

19a

Artikel

19b

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

§

3

De commissies

Artikel

24

Artikel

24a

Artikel

25

§

4

Bekendmaking en inwerkingtreding van een gemeenschappelijke regeling

Artikel

26

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

§

5

Provinciegrensoverschrijdende samenwerking

Artikel

29

Indien de deelnemende gemeenten in meer dan één provincie zijn gelegen, worden de bevoegdheden van gedeputeerde staten met betrekking tot het openbaar lichaam, de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan uitgeoefend door gedeputeerde staten van de provincie, waarin de plaats van vestiging is gelegen. Gedeputeerde staten plegen hierbij overleg met gedeputeerde staten van elke andere provincie waarin deelnemende gemeenten zijn gelegen. Besluiten die aan gedeputeerde staten dienen te worden meegedeeld, worden tevens meegedeeld aan gedeputeerde staten van elke andere betrokken provincie.

Afdeling

3

Bevoegdheden

§

1

De bevoegdheid van het bestuur van het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie en van het gemeenschappelijk orgaan

Artikel

30

Artikel

31

Bij de regeling kunnen beperkingen worden aangebracht in de bevoegdheden die het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie van rechtswege bezit om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

Artikel

31a

Artikel

32

Een verordening van het openbaar lichaam tot heffing van een belasting regelt, voor welke colleges of ambtenaren de bevoegdheden, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet, zullen gelden.

§

2

Bijzondere voorzieningen

Artikel

32a

Wanneer aan een commissie als bedoeld in artikel 25 bevoegdheden van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur zijn overgedragen en deze commissie een bij of krachtens een andere dan deze wet gevorderde beslissing niet of niet naar behoren neemt, voorziet het algemeen bestuur onderscheidenlijk het dagelijks bestuur daarin.

Artikel

32b

Artikel

32c

Artikel

32d

Artikel

32e

Artikel

32f

Gedeputeerde staten kunnen een besluit tot indeplaatsstelling intrekken, indien het orgaan waaraan de bevoegdheid is overgedragen voldoende aannemelijk maakt dat hij zonder voorbehoud zal voorzien in hetgeen het besluit van hem vordert.

Artikel

32g

Gedeputeerde staten onderscheidenlijk Onze Minister die het aangaat kunnen ambtenaren aanwijzen ten behoeve van het toezicht op de uitvoering van de aan het bestuur van het openbaar lichaam of van de bedrijfsvoeringsorganisatie onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan bij of krachtens een andere wet dan de Gemeentewet opgedragen taken. Deze ambtenaren beschikken over de bevoegdheden van de artikelen 5:15 tot en met 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht. De artikelen 5:12, 5:13 en 5:20, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel

32h

Artikel

32i

Artikel

32j

Bij algemene maatregel van bestuur, op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, kunnen regels worden gesteld over de verstrekking van systematische informatie aan het provinciebestuur of, in het geval artikel 32d, eerste lid, van toepassing is, aan Onze Minister die het aangaat, betreffende de uitvoering door het orgaan waaraan een bevoegdheid is overgedragen van de andere wet dan de Gemeentewet. Bij ministeriële regeling of bij provinciale verordening kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de toepassing.

§

3

Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden

Artikel

32ja

Vervallen

Artikel

32k

Vervallen

Artikel

32l

Vervallen

§

4

De bevoegdheid van het algemeen bestuur

Artikel

33

De bevoegdheden die bij de regeling worden overgedragen, berusten bij het algemeen bestuur, tenzij bij wet of in de regeling anders is bepaald.

Artikel

33a

§

5

De bevoegdheid van het dagelijks bestuur

Artikel

33b

Artikel

33c

Het dagelijks bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

§

6

De bevoegdheid van de voorzitter

Artikel

33d

§

7

Financiën

Artikel

34

Artikel

34a

Artikel

34b

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel

35

Afdeling

4

Schorsing en vernietiging

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

In het koninklijk besluit kan voor de duur van de schorsing een voorziening worden getroffen.

Artikel

39a

Indien een bekendgemaakt besluit niet is vernietigd binnen de tijd waarvoor het is geschorst, wordt hiervan door het bestuur van het openbaar lichaam of van de bedrijfsvoeringsorganisatie onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan kennisgegeven in het publicatieblad.

Artikel

39c

Artikel

39d

Het koninklijk besluit tot schorsing, opheffing of verlenging van de schorsing of tot vernietiging wordt in de Staatscourant geplaatst.

Artikel

39e

Hoofdstuk

II

Regelingen tussen provincies

Afdeling

1

Bevoegdheid tot het treffen van een regeling

Artikel

40

Afdeling

2

Algemene bepalingen

Artikel

41

Artikel

42

Vervallen

Afdeling

3

Bevoegdheden

§

1

De bevoegdheid van het bestuur van het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie en van het gemeenschappelijk orgaan

Artikel

43

Artikel

44

Bij de regeling kunnen beperkingen worden aangebracht in de bevoegdheden die het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie van rechtswege bezit om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

Artikel

44a

Artikel

45

Een verordening van het openbaar lichaam tot heffing van een belasting regelt, voor welke colleges of ambtenaren de bevoegdheden, bedoeld in hoofdstuk XV van de Provinciewet, zullen gelden.

§

2

Bijzondere voorzieningen

Artikel

45a

Artikel

45b

Bij algemene maatregel van bestuur, op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, kunnen regels worden gesteld over de verstrekking van systematische informatie aan Onze Minister die het aangaat, betreffende de uitvoering door het bestuur van het openbaar lichaam of van de bedrijfsvoeringsorganisatie onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan van de andere wet dan de Provinciewet. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de toepassing.

§

3

Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden

Artikel

45ba

Vervallen

Artikel

45c

Vervallen

Artikel

45d

Vervallen

§

4

De bevoegdheid van het algemeen bestuur

Artikel

46

De bevoegdheden die bij de regeling worden overgedragen, berusten bij het algemeen bestuur, tenzij bij wet of in de regeling anders is bepaald.

Artikel

46a

§

5

De bevoegdheid van het dagelijks bestuur

Artikel

46b

Artikel

46c

Het dagelijks bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

§

6

De bevoegdheid van de voorzitter

Artikel

46d

§

7

Financiën

Artikel

47

Artikel

47a

Artikel

47b

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan provinciale staten van de deelnemende provincies.

Artikel

48

Afdeling

4

Schorsing en vernietiging

Artikel

49

Op een besluit dan wel een niet-schriftelijke beslissing gericht op enig rechtsgevolg van het bestuur van het openbaar lichaam of van de bedrijfsvoeringsorganisatie onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan zijn de artikelen 36 en 38 tot en met 39f van toepassing, met dien verstande dat:

Hoofdstuk

III

Regelingen tussen waterschappen

Afdeling

1

Bevoegdheid tot het treffen van een regeling

Artikel

50

Afdeling

2

Algemene bepalingen

Artikel

50a

Afdeling

3

Bevoegdheden

§

1

De bevoegdheid van het bestuur van het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie en van het gemeenschappelijk orgaan

Artikel

50b

Artikel

50c

Bij de regeling kunnen beperkingen worden aangebracht in de bevoegdheden die het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie van rechtswege bezit om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

Artikel

50ca

Artikel

50d

Een verordening van het openbaar lichaam tot heffing van een belasting regelt voor welke colleges of ambtenaren de bevoegdheden, bedoeld in hoofdstuk XVIII van de Waterschapswet, zullen gelden.

§

2

Bijzondere voorzieningen

Artikel

50da

§

3

Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden

Artikel

50daa

Vervallen

Artikel

50db

Vervallen

Artikel

50dc

Vervallen

§

4

De bevoegdheid van het algemeen bestuur

Artikel

50e

De bevoegdheden die bij de regeling worden overgedragen, berusten bij het algemeen bestuur, tenzij bij wet of in de regeling anders is bepaald.

Artikel

50ea

§

5

De bevoegdheid van het dagelijks bestuur

Artikel

50eb

Artikel

50ec

Het dagelijks bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

§

6

De bevoegdheid van de voorzitter

Artikel

50ed

De voorzitter vertegenwoordigt het waterschap in en buiten rechte. Indien de voorzitter aan een ander machtiging verleent tot vertegenwoordiging, behoeft deze machtiging de instemming van het dagelijks bestuur.

§

7

Financiën

Artikel

50f

Artikel

50fa

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de algemene besturen van de deelnemende waterschappen.

Artikel

50g

Afdeling

4

Schorsing en vernietiging

Artikel

50h

Artikel

50i

Indien een bekendgemaakt besluit is vernietigd of indien het niet is vernietigd binnen de tijd waarvoor het is geschorst, wordt hiervan door het bestuur van het openbaar lichaam of van de bedrijfsvoeringsorganisatie onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan kennisgegeven in het publicatieblad.

Artikel

50k

Het bestuur van het openbaar lichaam of van de bedrijfsvoeringsorganisatie onderscheidenlijk het gemeenschappelijk orgaan neemt opnieuw een besluit omtrent het onderwerp van het vernietigde besluit, waarbij met het besluit tot vernietiging wordt rekening gehouden.

Hoofdstuk

IV

Regelingen tussen gemeenten en provincies

Afdeling

1

Bevoegdheid tot het treffen van een regeling

Artikel

51

Artikel

51a

Vervallen

Afdeling

2

Algemene bepalingen

Artikel

52

Artikel

53

Vervallen

Afdeling

3

Bevoegdheden

§

1

De bevoegdheid van het bestuur van het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie en van het gemeenschappelijk orgaan

Artikel

54

Artikel

55

Bij de regeling kunnen beperkingen worden aangebracht in de bevoegdheden die het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie, van rechtswege bezit om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

Artikel

55a

§

2

Bijzondere voorzieningen

Artikel

56a

§

3

Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden

Artikel

56aa

Vervallen

Artikel

56b

Vervallen

Artikel

56c

Vervallen

§

4

De bevoegdheid van het algemeen bestuur

Artikel

57

De bevoegdheden die bij de regeling worden overgedragen, berusten bij het algemeen bestuur, tenzij bij wet of in de regeling anders is bepaald.

Artikel

57a

§

5

De bevoegdheid van het dagelijks bestuur

Artikel

57b

Artikel

57c

Het dagelijks bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

§

6

De bevoegdheid van de voorzitter

Artikel

57d

§

7

Financiën

Artikel

58

Artikel

58a

Artikel

58b

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten van de deelnemende provincies.

Artikel

59

Afdeling

4

Schorsing en vernietiging

Artikel

60

Hoofdstuk

V

Regelingen tussen gemeenten en waterschappen

Afdeling

1

Bevoegdheid tot het treffen van een regeling

Artikel

61

Afdeling

2

Algemene bepalingen

Artikel

62

De artikelen 8 tot en met 26, 28 en 29 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

Artikel

62a

Vervallen

Afdeling

3

Bevoegdheden

§

1

De bevoegdheid van het bestuur van het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie en van het gemeenschappelijk orgaan

Artikel

63

Artikel

64

Bij de regeling kunnen beperkingen worden aangebracht in de bevoegdheden die het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie van rechtswege bezit om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

Artikel

64a

§

2

Bijzondere voorzieningen

Artikel

65a

§

3

Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden

Artikel

65aa

Vervallen

Artikel

65b

Vervallen

Artikel

65c

Vervallen

§

4

De bevoegdheid van het algemeen bestuur

Artikel

66

De bevoegdheden die bij de regeling worden overgedragen, berusten bij het algemeen bestuur, tenzij bij wet of in de regeling anders is bepaald.

Artikel

66a

§

5

De bevoegdheid van het dagelijks bestuur

Artikel

66b

Artikel

66c

Het dagelijks bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

§

6

De bevoegdheid van de voorzitter

Artikel

66d

§

7

Financiën

Artikel

67

Artikel

67a

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan de algemene besturen van de deelnemende waterschappen.

Artikel

68

Afdeling

4

Schorsing en vernietiging

Artikel

69

Hoofdstuk

VI

Regelingen tussen gemeenten, provincies en waterschappen

Afdeling

1

Bevoegdheid tot het treffen van een regeling

Artikel

73

Artikel

73a

Vervallen

Afdeling

2

Algemene bepalingen

Artikel

74

Artikel

75

Vervallen

Afdeling

3

Bevoegdheden

§

1

De bevoegdheid van het bestuur van het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie en van het gemeenschappelijk orgaan

Artikel

76

Artikel

77

Bij de regeling kunnen beperkingen worden aangebracht in de bevoegdheden die het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie van rechtswege bezit om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

Artikel

77a

§

2

Bijzondere voorzieningen

Artikel

78a

§

3

Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden

Artikel

78aa

Vervallen

Artikel

78b

Vervallen

Artikel

78c

Vervallen

§

4

De bevoegdheid van het algemeen bestuur

Artikel

79

De bevoegdheden die bij de regeling worden overgedragen, berusten bij het algemeen bestuur, tenzij bij wet of in de regeling anders is bepaald.

Artikel

79a

§

5

De bevoegdheid van het dagelijks bestuur

Artikel

79b

Artikel

79c

Het dagelijks bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

§

6

De bevoegdheid van de voorzitter

Artikel

79d

§

7

Financiën

Artikel

80

Artikel

80a

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten, aan provinciale staten van de deelnemende provincies en aan de algemene besturen van de deelnemende waterschappen.

Artikel

81

Afdeling

4

Schorsing en vernietiging

Artikel

82

Hoofdstuk

VII

Regelingen tussen provincies en waterschappen

Afdeling

1

Bevoegdheid tot het treffen van een regeling

Artikel

83

Afdeling

2

Algemene bepalingen

Artikel

84

Artikel

85

Vervallen

Afdeling

3

Bevoegdheden

§

1

De bevoegdheid van het bestuur van het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie en van het gemeenschappelijk orgaan

Artikel

86

Artikel

87

Bij de regeling kunnen beperkingen worden aangebracht in de bevoegdheden die het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie van rechtswege bezit om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

Artikel

87a

§

2

Bijzondere voorzieningen

Artikel

88a

§

3

Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden

Artikel

88aa

Vervallen

Artikel

88b

Vervallen

Artikel

88c

Vervallen

§

4

De bevoegdheid van het algemeen bestuur

Artikel

89

De bevoegdheden die bij de regeling worden overgedragen, berusten bij het algemeen bestuur, tenzij bij wet of in de regeling anders is bepaald.

Artikel

89a

§

5

De bevoegdheid van het dagelijks bestuur

Artikel

89b

Artikel

89c

Het dagelijks bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

§

6

De bevoegdheid van de voorzitter

Artikel

89d

§

7

Financiën

Artikel

90

Artikel

90a

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan provinciale staten van de deelnemende provincies en aan de algemene besturen van de deelnemende waterschappen.

Artikel

91

Afdeling

4

Schorsing en vernietiging

Artikel

92

Hoofdstuk

VIII

Het deelnemen aan een regeling door andere openbare lichamen en rechtspersonen

Artikel

93

Aan een regeling als bedoeld in de hoofdstukken I tot en met VII kunnen, indien zij daartoe overigens bevoegd zijn, tevens deelnemen:

  • a.

    een of meer andere openbare lichamen dan gemeenten, provincies en waterschappen;

  • b.

    een of meer andere rechtspersonen, indien hun bestuur bij koninklijk besluit, dat in de Nederlandse Staatscourant wordt geplaatst, daartoe is gemachtigd.

Artikel

94

Hoofdstuk

IX

Regelingen tussen één gemeente, provincie of waterschap en een of meer andere openbare lichamen en rechtspersonen

Artikel

96

De raad en het college van burgemeester en wethouders van een gemeente, provinciale staten en gedeputeerde staten van een provincie, onderscheidenlijk het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van een waterschap kunnen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente, de eigen provincie, onderscheidenlijk het eigen waterschap bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van bepaalde belangen van die gemeente, die provincie, onderscheidenlijk dat waterschap met - indien deze daartoe overigens bevoegd zijn - de besturen van:

  • a.

    een of meer andere openbare lichamen dan gemeenten, provincies en waterschappen;

  • b.

    een of meer andere rechtspersonen, indien zij bij koninklijk besluit dat in de Nederlandse Staatscourant wordt geplaatst, daartoe zijn gemachtigd.

Artikel

97

Artikel

98

Van overeenkomstige toepassing is hoofdstuk I, indien een gemeente de regeling aangaat, hoofdstuk II, indien een provincie de regeling aangaat, of hoofdstuk III, indien een waterschap de regeling aangaat. Wanneer het een regeling betreft met deelnemers bedoeld in de artikelen 96, onderdeel b en 97, eerste lid, zijn de genoemde hoofdstukken ten aanzien van deze deelnemers zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk

X

Verplichte samenwerking

Artikel

99

Artikel

99a

Vervallen

Artikel

99b

Vervallen

Artikel

100

Artikel

101

Indien het een regeling betreft tussen gemeenten die in meer dan een provincie liggen, vindt de toepassing van de artikelen 99 en 100 plaats bij gelijkluidende besluiten van gedeputeerde staten van de betrokken provincies.

Artikel

102

Artikel

103

Vervallen

Artikel

103a

De commissaris van de Koning treedt voor de toepassing van de artikelen 99 tot en met 102 in de plaats van gedeputeerde staten, indien het betreft een regeling uitsluitend tussen burgemeesters.

Artikel

103c

Artikel

103d

Voor de toepassing van de artikelen 103b en 103c wordt onder oplegging van een regeling begrepen de oplegging van een toetreding tot en een uittreding uit een bestaande regeling.

Artikel

103e

Voor zover in dit hoofdstuk niet anders is bepaald, is bij de oplegging van een regeling hoofdstuk I, dan wel IV, V, VI of VIII van toepassing.

Artikel

103f

Bezwaar of beroep tegen een besluit tot oplegging kan geen grond vinden in bezwaar of beroep tegen het aanwijzingsbesluit.

Hoofdstuk

XI

Plusregio's

§

1

Begripsbepaling

Artikel

104

Vervallen

Artikel

105

Vervallen

§

2

Totstandkoming, wijziging en opheffing

Artikel

106

Vervallen

Artikel

107

Vervallen

Artikel

108

Vervallen

Artikel

109

Vervallen

Artikel

110

Vervallen

§

3

Bestuur en commissies

Artikel

111

Vervallen

Artikel

112

Vervallen

§

4

Het opleggen van een regeling

Artikel

113

Vervallen

Artikel

114

Vervallen

§

5

Verplichte uitvoering

Artikel

115

Vervallen

Artikel

116

Vervallen

Artikel

117

Vervallen

§

6

Taken en bevoegdheden

Artikel

118

Vervallen

Artikel

119

Vervallen

§

7

Geschillen

Artikel

120

Vervallen

Artikel

121

Vervallen

Artikel

122

Vervallen

Artikel

123

Vervallen

Hoofdstuk

XIa

Regelingen tussen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

§

1

Bevoegdheid tot treffen van een regeling

Artikel

124

§

2

Algemene bepalingen

Artikel

125

Artikel

126

De artikelen 9 tot en met 28 zijn van overeenkomstige toepassing met uitzondering van de artikelen 20, 22, 24, 24a, 25 en 28, met dien verstande dat:

Artikel

127

Artikel

128

Artikel

129

§

3

Bevoegdheden bij regelingen tussen openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel

130

Artikel

131

Bij de regeling kunnen beperkingen worden aangebracht in de bevoegdheden die het samenwerkingslichaam van rechtswege bezit om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

Artikel

132

Een verordening van het samenwerkingslichaam tot heffing van een belasting regelt voor welke bestuurscolleges of ambtenaren de bevoegdheden, bedoeld in hoofdstuk IV van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zullen gelden.

Artikel

133

Artikel

134

Artikel

135

Hoofdstuk

XII

Slotbepalingen

Artikel

136

Artikel

137

Waar in enig wettelijk voorschrift in algemene zin naar de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt verwezen, wordt deze verwijzing geacht te zijn geschied naar deze wet.

Artikel

138

Vervallen

Artikel

139

Artikel

141

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, Rietkerk
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Van Amelsvoort
De Minister van Verkeer en Waterstaat, N. Smit-Kroes
De Minister van Justitie a.i., Rietkerk