Bijdrageregeling geluidhinder nieuwe woningen

De minister en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Besluiten:

Hoofdstuk

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

Hoofdstuk

II

Artikel

2

Vervallen.

Artikel

3

Vervallen.

Artikel

4

Vervallen.

Artikel

5

Vervallen.

Hoofdstuk

III

Bijdragen in de kosten van voorzieningen tegen wegverkeerslawaai en tegen spoorweglawaai

Paragraaf

1

Verstrekking

Artikel

6

Paragraaf

2

Voorwaarden

Artikel

7

Artikel

8

Een bijdrage als bedoeld in artikel 6, eerste of tweede lid, wordt slechts verleend indien voor het treffen van de voorzieningen de geluidsbelasting van de gevel vanwege de weg meer bedraagt dan 55 dB(A).

Artikel

9

Een bijdrage als bedoeld in artikel 6, eerste of tweede lid, wordt, indien de voorzieningen bestaan uit geluidwerende werken, voorts slechts verleend indien na het treffen van die voorzieningen de geluidwering van de gevel voldoet aan de eisen, gesteld in het Besluit geluidwering gebouwen (Stb. 1982, 755) en de op grond van dat besluit vereiste geluidwering ten minste 26 dB(A) bedraagt.

Artikel

10

Een bijdrage als bedoeld in artikel 6, eerste of tweede lid, onder b, onderscheidenlijk artikel 6, tweede lid, onder a, wordt bovendien slechts verleend, indien na het treffen van de voorzieningen de geluidsbelasting van de gevel vanwege de weg niet meer bedraagt dan 70dB(A), onderscheidenlijk 75 dB(A).

Artikel

11

Een bijdrage als bedoeld in artikel 6, derde lid, wordt slechts verleend indien de geluidsbelasting van de gevel vanwege de spoorlijn voor het treffen van de voorzieningen meer bedraagt dan 60 dB(A) en na het treffen van de voorzieningen niet meer dan 73 dB(A).

Artikel

12

Een bijdrage als bedoeld in artikel 6, derde lid, wordt bovendien slechts verleend indien de geluidwering van de gevel:

  • 1°.

    ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van de gevel vanwege de spoorweg en een waarde van 37 dB(A), voor zover de gevel dient ter bescherming van een of meer geluidsgevoelige ruimten.

  • 2°.

    en tevens, uitgaande van het standaardspectrum voor buitengeluid zoals opgenomen in de bijlage bij het Besluit geluidwering gebouwen (Stb. 1982, 755), ten minste 26 dB(A) bedraagt.

Artikel

13

Bijdragen als bedoeld in artikel 6 worden niet verleend indien met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de beslissing omtrent het toekennen van de bijdrage aan burgemeester en wethouders is medegedeeld.

Artikel

14

Artikel

15

Vervallen.

Paragraaf

3

Samenloop van geluidbronnen

Artikel

16

Bijdragen als bedoeld in artikel 6 worden slechts verleend, indien de voorzieningen waarop de aanvraag betrekking heeft, in geval van meerdere geluidbronnen ten gevolge waarvan voorzieningen dienen te worden getroffen, tevens voldoen aan het bepaalde in artikel 8, zesde lid van het Besluit geluidwering gebouwen.

Paragraaf

4

Omvang van de bijdrage

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Paragraaf

5

Aanvragen en uitbetaling

Artikel

20

Artikel

21

Paragraaf

6

Overige bepalingen

Artikel

22

Artikel

23

Indien zich, voordat de voorzieningen zijn getroffen, wijzigingen voordoen ten aanzien van de omvang van het project, de periode van uitvoering of de aard van de voorzieningen ten opzichte van de beschrijving in de aanvraag, dient dit terstond door burgemeester en wethouders aan de minister te worden gemeld.

Artikel

24

De minister kan bij het verlenen van een bijdrage als bedoeld in artikel 6 afwijken van de hoogte van de in deze regeling vastgestelde bedragen en percentages en nadere en zonodig van deze regeling afwijkende voorschriften stellen.

Artikel

25

Een beschikking tot verlening van een bijdrage als bedoeld in artikel 6 kan worden ingetrokken indien:

  • a.

    wordt of is gehandeld in strijd met de bepalingen van deze regeling, dan wel met de aan de beschikking tot verlening van de bijdrage verbonden voorwaarden;

  • b.

    de voorzieningen zijn of worden getroffen in afwijking van de bij de aanvraag verstrekte gegevens, tenzij de minister toestemming voor de afwijking heeft verleend.

Artikel

26

Ten aanzien van nieuw te bouwen scholen en gebouwen voor verzorging en verpleging, als bedoeld in artikel 4 van het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen, en terreinen als bedoeld in artikel 7 van dat besluit alsmede ten aanzien van standplaatsen voor woonwagens zijn de artikelen 6 tot en met 14 en 16 tot en met 25, voor zover mogelijk, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in artikel 10 voor 70dB(A) wordt gelezen: de voor de betreffende gebouwen ingevolge de Wet geluidhinder toegestane waarde, vermeerderd met 5dB(A) dat in artikel 11 – voor zover betrekking hebbend op standplaatsen voor woonwagens – voor 73 dB(A) wordt gelezen: 65 dB(A), dat in artikel 12 voor 37dB(A) wordt gelezen: 35dB(A) en dat in afwijking in zoverre van artikel 20, de aanvraag om een bijdrage als bedoeld in artikel 6 ten behoeve van scholen en gebouwen voor verpleging wordt ingediend door tussenkomst van de inspecteur.

Artikel

27

Vervallen.

Hoofdstuk

IV

Slotbepalingen

Artikel

28

's-Gravenhage
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ,P. Winsemius.
De staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, G. Ph. Brokx.

Bijlage

Als bedoeld in art. 17 van de Bijdrageregeling geluidhinder nieuwe woningen

Normbedragen voor geluidwerende en geluidafschermende voorzieningen

  • a.

    Normbedragen per geluidsgevoelige ruimte voor geluidwerende voorzieningen aan woningen tegen wegverkeers- en railverkeerslawaai 1Voor railverkeerslawaai waarbij het goederenverkeer niet maatgevend is dient van de vereiste geluidwering 3 dB(A) te worden afgetrokken alvorens het normbedrag wordt bepaald.

    Geluidsgevoelige

    Vereiste geluidwering in dB(A) voor standaardspectrum

    ruimte

    26-30

    31-35

    36-40

    Woonkamer

    860

    1730

    2590

    Slaapkamer/keukens

    490

    990

    1480

    van meer dan 11 m²

  • b.

    Normbedragen voor geluidafschermende voorzieningen

    Geluidswal 250 per m²2De oppervlakte wordt berekend door de lengte van een wal of scherm te vermenigvuldigen met de hoogte.

    Geluidsscherm 400 per m²

    Geluidsscherm op het terrein van de spoorwegen 1000 per m 3Voor railverkeerslawaai waarbij het goederenverkeer niet maatgevend is dient van de vereiste geluidwering 3 dB(A) te worden afgrtrokken alvorens het normbedrag wordt bepaald.