Betaalbaarstelling uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringswetten door andere organen dan de Sociale Verzekeringsbank en bedrijfsverenigingen

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L. de Graaf.
Gelet op artikel 19, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 28, vierde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, artikel 41, vijfde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, artikel 164, derde lid, van de Invaliditeitswet en artikel 50, vijfde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

Besluit:

Artikel

1

Organen als bedoeld in artikel 50, zesde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of artikel 67, zesde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, die belast wensen te worden met de betaalbaarstelling van door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen toegekende dan wel toe te kennen uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of betaalbaarstelling van uitkeringen waarop op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen recht bestaat, kunnen daartoe toestemming vragen aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel

2

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 1 kunnen slechts in aanmerking komen:

  • a.

    publiekrechtelijke lichamen:

  • b.

    krachtens de wet in het leven geroepen fondsen;

  • c.

    bedrijfstak- en ondernemingspensioenfondsen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;

  • d.

    instellingen, welke de pensioenbetaling verzorgen voor een of meer lichamen of fondsen, bedoeld onder a tot en met c.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Het bevoegde uitvoeringsorgaan deelt aan de degene, die gerechtigd is tot een of meer uitkeringen, genoemd in artikel 1, of, indien hij een wettelijke vertegenwoordiger heeft, aan deze, mede, door welk orgaan die uitkering of die uitkeringen zal onderscheidenlijk zullen worden uitbetaald

Artikel

7

De beschikking van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 september 1976, nr. 54.348 (Stcrt. 1976, 192) wordt ingetrokken.

Artikel

8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1985.

's-Gravenhage
De staatssecretaris voornoemd, L. deGraaf