Artikel
1
Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
wet: Wet op de expertisecentra;
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
school: een school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, b, c, f, g, h, j, k, m of n, van de wet, dan wel een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 9, eerste lid, tweede volzin, van de wet, tenzij het tegendeel blijkt;
instelling: instelling als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet;
bevoegd gezag voor wat betreft:
-
a.
een openbare school: het college van burgemeester en wethouders voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit wenselijk oordeelt, met inachtneming van door hem te stellen regelen, dan wel het krachtens een gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;
-
b.
een bijzondere school: de rechtspersoon bedoeld in artikel 44 van de wet;
ouders: ouders, voogden of verzorgers;
schooljaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend;
afdelingen: de afdelingen bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de wet, tenzij het tegendeel blijkt;
meervoudig gehandicapte kinderen: kinderen die, naast een handicap als bedoeld in artikel 2, tweede lid onderdeel a tot en met f, van de wet, een niet als gevolg daarvan te beschouwen andere handicap als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet hebben;
stage: de stage bedoeld in artikel 17 van de wet;
stagegever: de rechtspersoon of de natuurlijke persoon bij wie de stage wordt doorlopen;
stageleraar: leraar van de school waarop de leerling is ingeschreven, belast met de begeleiding van de leerling tijdens de stage;
stagebegeleider: degene die is belast met de begeleiding van de leerling en werkzaam is bij de stagegever;
symbiose: onderwijs waarbij een leerling of leerlingen, ter uitvoering van een deel van het schoolplan voor zover het betrekking heeft op voortgezet speciaal onderwijs, onderwijs ontvangt onderscheidenlijk ontvangen op een school voor voortgezet onderwijs;
ambulante begeleiding: de begeleiding door een aan een school, niet zijnde een instelling, verbonden leraar van een of meer leerlingen van een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor voortgezet onderwijs of een school als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs die zonder deze begeleiding zou onderscheidenlijk zouden zijn aangewezen op het onderwijs dat de school verzorgt, alsmede de ondersteuning van een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor voortgezet onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs bij de opvang van zodanige leerlingen door een leraar, orthopedagoog, psycholoog of logopedist van de school;
teldatum: een van de data, bedoeld in artikel 93b van de wet.