Besluit van 10 juli 1986, houdende regelen ten aanzien van in het internationale handelsverkeer omtrent strategische goederen te bezigen verklaringen

Besluit afgifte verklaringen strategische goederen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Bolkestein, en Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 7 maart 1986, nr. 686/253 W.J.A., gehoord de Commissie Regelingen In- en uitvoerwet, door de Sociaal-Economische Raad ingesteld op grond van artikel 43 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22);
Overwegende, dat naar Ons oordeel het belang van de internationale rechtsorde vereist regelen te stellen ten aanzien van in het internationale handelsverkeer omtrent strategische goederen te bezigen verklaringen, alsmede daarmee verband houdende regelen ten aanzien van de doorvoer van strategische goederen;
Gelet op de artikelen 2a en 2b van de In- en uitvoerwet (Stb. 1962, nr. 295);
De Raad van State gehoord (advies van 21 mei 1986, nr. W10.86.0145);
Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretaris, mede namens Onze voornoemde Minister, van 8 juli 1986, nr. 686/919 W.J.A.;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de In- en uitvoerwet (Stb. 1962, 295);

  • b.

    internationaal importcertificaat: een in het internationale handelsverkeer met betrekking tot strategische goederen te bezigen verklaring, waaruit blijkt dat de aanvrager daarvan tegenover Onze Minister heeft verklaard die goederen te zullen invoeren dan wel een daarbij aangegeven andere douanerechtelijke handeling met betrekking tot die goederen te zullen verrichten;

  • c.

    internationaal bewijs van ontvangst: een in het internationale handelsverkeer met betrekking tot strategische goederen te bezigen verklaring, waaruit blijkt dat tegenover Onze Minister is aangetoond, dat bepaalde goederen zijn ingevoerd, dan wel een daarbij aangegeven andere douanerechtelijke handeling met betrekking tot die goederen is verricht;

  • d.

    strategische goederen: de goederen, aangewezen in de bijlage, behorende bij het In- en uitvoerbesluit strategische goederen

  • e.

    Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;

  • f.

    hoofd: het hoofd van de Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer.

Artikel

2

Een aanvraag tot afgifte van een internationaal importcertificaat wordt ingediend bij het hoofd.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Het is degene aan wie het internationaal importcertificaat is verstrekt verboden dat certificaat af te geven:

  • a.

    aan een ander dan de bevoegde buitenlandse autoriteiten dan wel degene die op het certificaat als exporteur is vermeld;

  • b.

    later dan zes maanden na de op het certificaat vermelde dag van afgifte, tenzij op het certificaat een andere geldigheidsduur is vermeld; in het laatste geval geldt de op het certificaat aangegeven geldigheidsduur.

Artikel

6

Artikel

7

De in artikel 6, eerste lid, onder a, bedoelde ambtenaar vermeldt zijn bevindingen met de dagtekening op het ingevolge die bepaling ontvangen afschrift en stelt dit vervolgens wederom ter beschikking aan de houder.

Artikel

8

Artikel 2 is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de aanvraag om een internationaal bewijs van ontvangst.

Artikel

9

Artikel

10

Onze Minister stelt het model vast van het internationale importcertificaat en het internationale bewijs van ontvangst.

Artikel

11

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

12

Artikel 11 treedt in werking met ingang van de dag, liggende twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. De overige artikelen van dit besluit treden in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

13

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit afgifte verklaringen strategische goederen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Heerma
De Minister van Buitenlandse Zaken, H. van den Broek
De Minister van Justitie a.i., C. P. van Dijk.