Artikel
1
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
"wet": Diergeneesmiddelenwet (Stb. 1985, 410);
richtlijn nr. 2001/82/EG: richtlijn nr. 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PbEG L 311);
homeopatisch diergeneesmiddel:
-
a.
een diergeneesmiddel dat is vermeld op de Lijst van homeopatische diergeneesmiddelen 1993, of
-
b.
een diergeneesmiddel dat, overeenkomstig een homeopatisch fabricageprocédé, zoals beschreven in de Europese Farmacopee dan wel in een andere op 22 september 1992 door de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen officieel gebruikte farmacopee, is verkregen uit produkten, substanties of mengsels die homeopatische grondstoffen worden genoemd;
"verpakking": recipiënt, buitenverpakking of omdoos;
"recipiënt": verpakking die met het diergeneesmiddel in aanraking komt;
"buitenverpakking": verpakking waarin één of meer recipiënten die elk hetzelfde diergeneesmiddel bevatten zijn verpakt;
"omdoos": verpakking waarin een aantal buitenverpakkingen van hetzelfde diergeneesmiddel zijn verpakt.
2
Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens dit besluit worden omhulsels, waarin diergeneesmiddelen aan een dier worden toegediend, alsmede poederpapier geacht deel uit te maken van het diergeneesmiddel.
3
Dit besluit is niet van toepassing op halffabrikaten voor de bereiding van gemedicineerd voeder die ingevolge artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit uitzonderingen registratieregime diergeneesmiddelen zijn uitgezonderd van de registratieplicht.