Besluit van 18 december 1986, tot uitvoering van artikel 58 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen

Besluit ex artikel 58 Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Justitie van 24 september 1986, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht nr. 395/686;
De Raad van State gehoord (advies van 28 november 1986, nr. W03.86.0506);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister en van voornoemde Staatssecretaris van 10 december 1986, nr. 509/686;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

2

De veroordeelde, te wiens aanzien gegronde redenen bestaan voor de verwachting dat hij in aanmerking komt om naar een vreemde Staat te worden overgebracht ten einde aldaar een hem bij Nederlandse rechterlijke beslissing opgelegde, tot vrijheidsbeneming strekkende, sanctie te ondergaan of verder te ondergaan wordt, alvorens een beslissing tot overdracht van de tenuitvoerlegging van die sanctie wordt genomen, in de gelegenheid gesteld te verklaren of hij met zijn overbrenging instemt.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De veroordeelde wordt, alvorens hij de verklaring aflegt, door de rechter-commissaris op de mogelijke gevolgen daarvan opmerkzaam gemaakt.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Is een vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 7 niet bereid of in staat binnen een door de rechter-commissaris te bepalen redelijke termijn te verschijnen, dan kan in diens plaats door de raadsman van de veroordeelde een verklaring worden afgelegd.

Artikel

9

Lasten en bevelen dat dit besluit, met de nota van toelichting, in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes
De Staatssecretaris van Justitie, V. N. M. Korte-van Hemel
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes