Artikel
1
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1980, 28);
Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds als bedoeld in artikel 66 van de AAW;
Besluit:
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1980, 28);
Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds als bedoeld in artikel 66 van de AAW;
De verdeling van de lasten van de aanvullende uitkering over het AAF en AOF geschiedt zodanig dat ten laste komt van:
het AAF het deel, dat wordt bepaald door de verhouding tussen de grondslag, waarnaar de uitkering op grond van de AAW wordt berekend, en 100/107,5 van het dagloon, waarnaar de uitkering op grond van de WAO wordt berekend;
het AOF het andere deel.
Indien de uitkering op grond van de AAW, de WAO of beide wetten is ingetrokken, is artikel 2 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat in aanmerking wordt genomen de grondslag dan wel het dagloon, waarnaar de uitkering op grond van de AAW dan wel de WAO zou zijn berekend op de dag, met ingang waarvan de uitkering op grond van de AAW, de WAO of beide wetten is ingetrokken, als die intrekking niet had plaatsgevonden.
Voor zolang de grondslag, waarnaar de uitkering op grond van de AAW wordt of zou worden berekend, is bepaald met toepassing van artikel 43, eerste lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (Stb. 1986, 567) wordt in afwijking van de artikelen 2 en 3 als grondslag in aanmerking genomen de grondslag, waarnaar de uitkering op grond van de AAW zou worden berekend zonder toepassing van genoemd artikel 43, eerste lid.
Met betrekking tot de lasten van de aanvullende uitkering en de aanvullende vervolguitkering zijn de artikelen 73, vierde lid, van de AAW en 79 van de WAO van overeenkomstige toepassing.
Dit besluit, dat met de daarbij behorende toelichting in de Nederlandse Staatscourant zal worden geplaatst, treedt in werking met ingang van 1 januari 1987.