Besluit van 24 december 1986, tot vaststelling van regels als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Toeslagenwet

Besluit gelijkstelling loondervingsuitkering Toeslagenwet

Wij Beatrix, bij de Gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 november 1986, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid, nr. SZ/SV/VV/SVV/86/09223;
Gelet op artikel 6, tweede lid, van de Toeslagenwet (Stb. 1986, 562);
De Raad van State gehoord (advies van 15 december 1986, nr. W12.86.0590);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 december 1986, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid, nr. SZ/SV/VV/SVV/86/10863;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Voor de toepassing van artikel 8a, eerste lid, van de Toeslagenwet wordt met de loondervingsuitkering gelijkgesteld een aanvulling op de loondervingsuitkering op grond waarvan aanspraak op toeslag wordt gemaakt.

Artikel

3

Artikel

4a

Artikel 3, zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van het besluit van 18 juni 2015, houdende wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met de Wet werk en zekerheid, het invoeren van een ontheffing in verband met de zorg voor een pasgeboren kind bij overlijden van de moeder, een wijziging van het Remigratiebesluit in verband met de berekenwijze van de jaarlijkse indexatie van de remigratie-uitkeringen, het vrijlaten van de afkoopsom klein pensioen voor verschillende uitkeringen in het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten alsmede enige technische wijzigingen in enkele besluiten (Stb. 242), blijft van toepassing als de loondervingsuitkering een uitkering op grond van de Werkloosheidswet betreft en het recht op die uitkering is ontstaan voor 1 juli 2015.

Artikel

5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gelijkstelling loondervingsuitkering Toeslagenwet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. de Koning
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes