Gelijkstelling van in Suriname behaalde akten

De minister van Onderwijs en Wetenschappen,
Gelet op artikel 3, derde lid van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs;
De Onderwijsraad gehoord (advies van 4 december 1986, nr. O.R. 5/287 P),

Besluit:

Artikel

1

Met de akte van bekwaamheid als onderwijzer, bedoeld in artikel 111, eerste lid onder d, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, worden gelijkgesteld:

  • a.

    de akte van bekwaamheid van de derde rang, vóór 1 januari 1981 behaald in Suriname;

  • b.

    de akte van bekwaamheid van de tweede rang, vóór 1 januari 1981 behaald in Suriname;

  • c.

    de akte als onderwijzer, vóór 1 januari 1962 behaald in Suriname;

  • d.

    de akte van bekwaamheid als onderwijzer, na 31 december 1961 doch vóór 1 januari 1981 behaald in Suriname.

Artikel

2

Met de akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzer, bedoeld in artikel 111, eerste lid onder e en derde lid onder d van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs worden gelijkgesteld:

  • a.

    de akte van bekwaamheid als onderwijzer van de eerste rang, vóór 1 januari 1962 behaald in Suriname;

  • b.

    de akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer, vóór 1 januari 1981 behaald in Suriname;

  • c.

    de akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzer, na 31 december 1961 doch vóór 1 januari 1981 behaald in Suriname.

Artikel

3

Met de akte van bekwaamheid als leidster, bedoeld in artikel 111, eerste lid onder b van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs worden gelijkgesteld:

  • a.

    de akte van bekwaamheid als onderwijzeres-A, na 31 december 1955 doch vóór 1 januari 1981 behaald aan de opleidingsschool voor onderwijzeressen-A in Suriname;

  • b.

    de akte van bekwaamheid als onderwijzeres aan een kleuterschool (akte A), na 31 december 1955 doch vóór 1 januari 1981 uitgereikt vanwege de ‘Evangelische Broedergemeente’ in Suriname;

  • c.

    de akte van bekwaamheid als onderwijzeres aan een bewaarschool (akte A), na 31 december 1955 doch vóór 1 januari 1981 uitgereikt vanwege de ‘Evangelische Broedergemeente’ in Suriname;

  • d.

    de akte van bekwaamheid als leidster bij het kleuteronderwijs (akte A) na 31 december 1955 doch vóór 1 januari 1981 uitgereikt vanwege de Rooms-Katholieke missie in Suriname.

Artikel

4

Met de akte van bekwaamheid als hoofdleidster, bedoeld in artikel 111, eerste lid onder b en derde lid onder b van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, worden gelijkgesteld:

  • a.

    de akte van bekwaamheid als hoofdleidster, vóór 1 januari 1981 in Suriname behaald na het afleggen van een examen, afgenomen volgens de beschikking van de minister van onderwijs en volksontwikkeling van 6 juni 1968 (nr. 3357);

  • b.

    de akte van bekwaamheid als hoofdleidster, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het bij de Resolutie van 12 juli 1970, nr. 6941 G.B. 1970, nr. 69, vastgestelde Reglement, vóór 1 januari 1981 uitgereikt in Suriname.

Artikel

5

Deze regeling, welke zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant, treedt in werking met ingang van de datum der bekendmaking en werkt terug tot 1 augustus 1985.

Zoetermeer
De minister voornoemd, W. J.Deetman