Beschikking steunverlening kleine graanproducenten

De minister van Landbouw en Visserij,
Overwegende dat ter uitvoering van artikel 4 bis van Verordening (EEG) no. 2727/75 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PbEG no. L 281), Verordening (EEG) nr. 1983/86 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1986 houdende algemene bepalingen van de regeling inzake rechtstreekse steun aan kleine producenten in de sector granen (PbEG no. L 171) en Verordening (EEG) nr. 2096/86 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juli 1987 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de rechtstreekse steun aan de kleine producenten in de graansector (PbEG no. L 180) regelen dienen te worden vastgesteld;
Gelet op de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet (Stb. 1957, 432);
Gehoord het Landbouwschap en het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten;

Besluit:

Artikel

1

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder:

minister:

minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

basisverordening:

Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PbEG nr. L 281);

uitvoeringsverordeningen:

de door de Raad of de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter uitvoering van de basisverordening vastgestelde verordeningen;

granen:

granen, als bedoeld in artikel 1, onderdeel a en b, van de basisverordening;

verkoopseizoen:

de periode, als bedoeld in artikel 2 van de basisverordening;

standaardbedrijfseenheden:

door het Landbouw Economisch Instituut berekende verhoudingsgetallen die een beoordeling mogelijk maken van de produktie-omvang van het gehele landbouwbedrijf en van de afzonderlijke takken;

directeur:

Directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

landbouwbedrijf:

een onderneming waar bedrijfsmatig de landbouw wordt uitgeoefend;

DHB: DHB moet zijn DBH

districtsbureauhouder van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in wiens werkgebied het landbouwbedrijf van de kleine graanproducent is gelegen.

Artikel

2

Artikel

3

Als kleine graanproducent wordt aangemerkt een natuurlijke persoon of rechtspersoon danwel een samenwerkingsverband daarvan, die onderscheidenlijk dat, ten genoegen van de directeur aantoont, dat in het verkoopseizoen waarop de aanvraag als bedoeld in artikel 4 betrekking heeft:

  • a.

    voor zijn eigen rekening een landbouwbedrijf werd geëxploiteerd waarvan een oppervlakte van ten minste 4 hectare met granen is bebouwd en dat ten hoogste een omvang had van 300 standaardbedrijfseenheden;

  • b.

    op hem een heffing alsmede een extra heffing als bedoeld in artikel 2 van de Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing granen 1988 (Stcrt. 1988, 124) is verhaald ter hoogte van ten minste een bedrag van € 22,69.

Artikel

4

Artikel

5

De steun is gelijk aan het bedrag van de heffing alsmede de extra heffing als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, dat de kleine graanproducent in het verkoopseizoen waarop de aanvraag betrekking heeft betaald heeft, verminderd met het op grond van artikel 8, eerste lid, van de Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing granen 1988 aan de producent terugbetaalde bedrag, met dien verstande dat de steun voor het verkoopseizoen 1991/1992 ten hoogste f 559,03 bedraagt en dat indien het totaal van de steun het voor Nederland ingevolge Verordening (EEG) No. 743/89 van de Commissie van 21 maart 1989 (PbEG L 80) vastgestelde totale bedrag te boven gaat de steun evenredig wordt verlaagd.

Artikel

6

Artikel

7

Aan een kleine graanproducent kan in een verkoopseizoen slechts éénmaal steun op grond van deze beschikking worden verleend.

Artikel

8

De steun wordt uiterlijk op 31 december direct volgende op het einde van het verkoopseizoen waarvoor de steun wordt verleend, aan de kleine graanproducent betaald.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

10A

Artikel

11

's-Gravenhage
De minister van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De secretaris-generaal, T. H. J.Joustra