Regeling beheer en vervreemding in landinrichtingsgebieden in uitvoering

De minister van Landbouw en Visserij,
Gehoord de Centrale Landinrichtingscommissie en de Commissie Beheer Landbouwgronden;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

landinrichtingsgebieden in uitvoering:

gebieden waar ingevolge de Landinrichtingswet (Stb. 1985, 299) het landinrichtingsplan of een deel daarvan dan wel het aanpassingsplan is vastgesteld en het besluit tot herinrichting, ruilverkaveling of aanpassingsinrichting is genomen;

materieel beheer:

het treffen van regelingen met betrekking tot gebruik en onderhoud van land in landinrichtingsgebieden in uitvoering waarvan het bureau zakelijke of persoonlijke rechten heeft verworven;

landinrichtingscommissie:

de in artikel 27, eerste lid, dan wel artikel 99, eerste lid, van de Landinrichtingswet bedoelde landinrichtingscommissie;

landinrichtingsplan:
aanpassingsplan:
plan van toedeling:

het plan van toedeling, bedoeld in artikel 196, eerste lid, van de Landinrichtingswet;

akte van toedeling:

de akte van toedeling, bedoeld in artikel 207, eerste lid, van de Landinrichtingswet.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Met betrekking tot het land dat de landinrichtingscommissie in materieel beheer heeft:

  • a.

    betaalt zij aan het bureau een vergoeding ter grootte van de hoogst toelaatbare pachtprijs;

  • b.

    brengt zij voor het gebruik door derden maximaal een bedrag in rekening ter grootte van de hoogst toelaatbare pachtprijs;

  • c.

    legt zij jaarlijks verantwoording af aan het bureau.

Artikel

6

Artikel

7

Het in een landinrichtingsgebied in uitvoering gelegen land wordt op de volgende wijze vervreemd:

  • a.

    uitgifte in erfpacht als bedoeld in artikel 57 van de wet, voor zover het betreft landbouwgrond;

  • b.

    vestiging van zakelijke rechten anders dan bedoeld in artikel 57 van de wet;

  • c.

    overdracht in eigendom aan de Staat;

  • d.

    overdracht in eigendom aan andere openbare lichamen dan de Staat;

  • e.

    overdracht in eigendom aan particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties;

  • f.

    overdracht in eigendom aan ondernemers in de landbouw, voor zover het landbouwgrond betreft op voordracht van de landinrichtingscommissie;

  • g.

    overdracht in eigendom aan derden dan wel de vestiging van een zakelijk recht ten behoeve van derden, niet ressorterend onder a–f, ter oplossing van incidentele problemen bij de uitvoering van een landinrichtingsproject.

Artikel

8

De beschikking van 23 februari 1983, nr. J. 747 (Stcrt. 41), wordt ingetrokken

Artikel

9

's-Gravenhage
De minister van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De secretaris-generaal, T. H. J.Joustra