Wet van 7 juli 1987, houdende herziene regeling van de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek

Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de taak en de bestuursstructuur van de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek te wijzigen;
dat het in verband daarmede noodzakelijk is de regeling van deze organisatie, vervat in de Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (Stb. 1950, K5), te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen;

organisatie: de organisatie, genoemd in artikel 2, eerste lid;

reglement: het reglement, bedoeld in artikel 16.

Artikel

2

Artikel

3

Hoofdstuk

II

Het bestuur en de inrichting van de organisatie

§

1

Het algemeen bestuur

Artikel

4

Aan het algemeen bestuur behoort de bevoegdheid tot regeling en bestuur van de organisatie, voor zover die niet bij of krachtens deze wet aan de gebiedsbesturen is opgedragen.

Artikel

5

Het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd aan Onze Minister. Het verstrekt aan Onze Minister de gevraagde inlichtingen.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

§

2

De gebiedsbesturen

Artikel

9

Artikel

10

§

3

De afdelingsbesturen

Artikel

11

Artikel

12

§

4

Het personeel

Artikel

13

§

5

Het reglement

Artikel

15

Het bestuur en de inrichting van de organisatie alsmede de bestuurlijke betrekkingen van de organisatie tot de onderzoekorganisaties voor zover daaraan krachtens deze wet middelen worden toegewezen, worden nader bij reglement geregeld.

Artikel

16

Hoofdstuk

III

Planning, financiële bepalingen, verslag en rekening

§

1

Planning

Artikel

17

Artikel

18

§

2

Financiële bepalingen

Artikel

19

Artikel

20

Het algemeen bestuur is belast met het doelmatig beheer van de financiën en de vermogensbestanddelen van de organisatie.

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Artikel 24

Vervallen

§

3

Verslag, jaarrekening en controle

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Hoofdstuk

IV

Openbaarheid, rechtsbescherming alsmede schorsing en vernietiging van besluiten

§

1

Openbaarheid

Artikel

28

§

2

Rechtsbescherming

Artikel

29

Een belanghebbende kan tegen een besluit van een gebiedsbestuur administratief beroep instellen bij het algemeen bestuur.

Artikel

30

Ter uitvoering van een beslissing van het algemeen bestuur op een beroepschrift voorziet het gebiedsbestuur zo nodig in de toewijzing van middelen.

§

3

Schorsing en vernietiging van besluiten

Artikel

31

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Hoofdstuk

V

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel

35

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor anderen dan het personeel, bedoeld in artikel 14, met betrekking tot hun rechtspositie.

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Als inkomsten als bedoeld in artikel 19, wordt aangemerkt het op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanwezige saldo van het fonds voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek, bedoeld in artikel 4 van de Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek. Een indeling van deze inkomsten als bedoeld in artikel 19, wordt door het algemeen bestuur binnen zestig dagen na inwerkingtreding van deze wet aan Onze Minister gezonden.

Artikel

39

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43

Indien binnen een door Onze Minister te bepalen termijn het reglement niet of niet volledig tot stand is gekomen, kan Onze Minister het reglement of het ontbrekende gedeelte daarvan vaststellen.

Artikel

44

De Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (Stb. 1950, K 5) wordt ingetrokken.

Artikel

45

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

46

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

47

Deze wet kan worden aangehaald als: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, W. J. Deetman
De Minister van Justitie a.i., C. P. van Dijk