Besluit van 7 juli 1987 houdende vaststelling van de hoofdstukken I en II van het Rechtspositiereglement Wetenschappelijk Onderwijs

Rechtspositiereglement Wetenschappelijk Onderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw en Visserij, van 17 november 1986, nr. 797161, directie Personeel Beleid Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;
Gelet op de artikelen 108, 109, 126, derde lid, 127, tweede lid, 146, derde lid, en 159, tweede lid, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stb. 1986, 414) alsmede op de artikelen 125, eerste lid, en 134 van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530);
De Raad van State gehoord (advies van 6 mei 1987, nr. W05.86.0626);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw en Visserij, van 6 juli 1987, nr. 807761, directie Personeel Beleid Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

I

Vervallen

Artikel

1

Vervallen

Artikel

2

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    orgaan voor postacademisch onderwijs: een publiekrechtelijk orgaan voor postacademisch onderwijs;

  • b.

    instelling: een rijksuniversiteit, een orgaan voor postacademisch onderwijs, de Koninklijke Bibliotheek, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek, de Open Universiteit dan wel een academisch ziekenhuis bij een rijksuniversiteit.

  • c.

    bevoegd gezag:

    • 1.

      in hoofdstuk II: voor zover het een rijksuniversiteit of de gemeentelijke universiteit te Amsterdam betreft, het college van bestuur, voor zover het een orgaan voor postacademisch onderwijs betreft, het bestuur van dat orgaan en, voor zover het betreft het van overeenkomstige toepassing zijn van hoofdstuk II op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek, op de Koninklijke Bibliotheek, op de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en op het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, het Algemeen Bestuur, onderscheidenlijk het Algemeen Bestuurscollege, het Bestuur en Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen;

    • 2.

      in hoofdstuk IV: het Algemeen Bestuur van de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek;

    • 3.

      in hoofdstuk V: het college van bestuur van de Open Universiteit;

    • 4.

      in hoofdstuk VI: het bestuur van het academisch ziekenhuis.

  • d.

    C.O.P.W.O.: het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs, bedoeld in artikel 2 van het Koninklijk besluit van 18 april 1974, Stb. 251;

  • e.

    plaatselijk overlegorgaan: het overlegorgaan, bedoeld in artikel 14 van het Koninklijk besluit van 18 april 1974, Stb. 251.

Artikel

2a

Vervallen

Artikel

3

Vervallen

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

5a

Vervallen

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Vervallen

Artikel

13a

Vervallen

Artikel

13b

Vervallen

Artikel

13c

Vervallen

Artikel

13d

Vervallen

Artikel

13e

Vervallen

Artikel

13f

Vervallen

Artikel

13g

Vervallen

Artikel

13h

Vervallen

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Het bevoegd gezag kan ter zake van het in deze paragraaf bepaalde nadere voorschriften vaststellen.

Artikel

19

Het bevoegd gezag bevordert zo veel mogelijk het werkoverleg bij eenheden van beheer.

Artikel

20

Artikel

20a

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Vervallen

Artikel

36

Vervallen

Artikel

37

Vervallen

Artikel

38

Vervallen

Artikel

39

Vervallen

Artikel

40

Vervallen

Artikel

41

Vervallen

Artikel

42

Vervallen

Artikel

43

Vervallen

Artikel

44

Vervallen

Artikel

45

Vervallen

Artikel

46

Vervallen

Artikel

47

Vervallen

Artikel

48

Vervallen

Artikel

49

Vervallen

Artikel

50

Vervallen

Artikel

51

Vervallen

Artikel

52

Vervallen

Artikel

53

Vervallen

Artikel

54

Vervallen

Artikel

55

Vervallen

Artikel

55a

Vervallen

Artikel

56

Vervallen

Artikel

57

Vervallen

Artikel

58

Vervallen

Artikel

59

Vervallen

Artikel

60

Vervallen

Artikel

61

Vervallen

Artikel

62

Vervallen

Artikel

63

Vervallen

Artikel

64

Vervallen

Artikel

65

Vervallen

Artikel

66

Vervallen

Artikel

67

Vervallen

Artikel

68

Vervallen

Artikel

69

Vervallen

Artikel

70

Vervallen

Artikel

71

Vervallen

Artikel

72

Vervallen

Artikel

73

Vervallen

Artikel

74

Vervallen

Artikel

75

Vervallen

Artikel

76

Vervallen

Artikel

77

Vervallen

Artikel

78

Ambtenaar in de zin van deze titel is degene die is benoemd tot lid van het algemeen bestuur van de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek.

Artikel

79

Met uitzondering van de eerste volzin van artikel 65, tweede lid, is hoofdstuk III zoals dat luidde op 18 maart 1997, van overeenkomstige toepassing op de leden van het algemeen bestuur.

Artikel

80

Artikel

81

Vervallen

Artikel

82

Vervallen

Artikel

83

Vervallen

Artikel

84

Vervallen

Artikel

84a

Vervallen

Artikel

85

Vervallen

Artikel

86

Vervallen

Artikel

87

Vervallen

Artikel

88

Vervallen

Artikel

89

Vervallen

Artikel

90

Vervallen

Artikel

91

Vervallen

Artikel

91a

Vervallen

Artikel

91b

Vervallen

Artikel

92

Vervallen

Artikel

92a

Vervallen

Artikel

92b

Vervallen

Artikel

92c

Vervallen

Artikel

92d

Vervallen

Artikel

92e

Vervallen

Artikel

92f

Vervallen

Artikel

93

Artikel

94

Artikel

95

Artikel

96

Artikel

97

Het bevoegd gezag kan ter zake van het in deze paragraaf bepaalde nadere voorschriften vaststellen.

Artikel

98

Het bevoegd gezag bevordert zoveel mogelijk het werkoverleg bij eenheden van beheer.

Artikel

98a

Artikel

99

Vervallen

Artikel

99a

Vervallen

Artikel

100

Vervallen

Artikel

101

Vervallen

Artikel

102

Vervallen

Artikel

103

Vervallen

Artikel

104

Vervallen

Artikel

105

Vervallen

Artikel

106

Vervallen

Artikel

107

Vervallen

Artikel

108

Vervallen

Artikel

109

Vervallen

Artikel

110

Vervallen

Artikel

111

Vervallen

Artikel

112

Vervallen

Artikel

113

Vervallen

Artikel

114

Vervallen

Artikel

II

Vervallen

Artikel

III

Vervallen

Artikel

IV

Vervallen

Artikel

V

Vervallen

Artikel

VI

Vervallen

Artikel

VII

Vervallen

Artikel

VIII

Vervallen

Artikel

IX

Vervallen

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, W. J. Deetman
De Minister van Landbouw en Visserij, G. J. M. Braks
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes