Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gehoord de Verzekeringskamer;

Besluit:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel

2

in deze regeling wordt:

  • a.

    met een onderneming gelijkgesteld elke instelling, van welke aard ook;

  • b.

    degene, die een vrij beroep uitoefent (zoals een advocaat, notaris, accountant, actuaris), geacht een onderneming te drijven.

Artikel

2a

In de verzekeringsovereenkomst, waarin bij de totstandkoming of op een later tijdstip wordt gekozen voor ander dan Nederlands recht, wordt de volgende clausule opgenomen:

Ongeacht het gekozen rechtsstelsel zijn ten aanzien van deze verzekeringsovereenkomst in ieder geval de Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet van toepassing.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De actuariële methoden, volgens welk de berekening van premievrije waarden en afkoopwaarden geschiedt, dienen aan de Pensioen- & Verzekeringskamer te worden medegedeeld. Die methoden mogen worden toegepast zolang de Pensioen- & Verzekeringskamer daartegen geen bezwaar heeft gemaakt.

Hoofdstuk

II

Bijzondere bepalingen met betrekking tot het treffen van voorzieningen als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder B, van de wet

Artikel

7

Artikel

8

Indien het verzekeringnemerschap overeenkomstig artikel 7, tweede lid, aan de verzekerde is overgedragen, kan hij de met de pensioentoezegging corresponderende rechten welke uit de verzekeringsovereenkomst voortvloeien, in afwijking van artikel 7, eerste lid, overdragen of in pand geven en in het algemeen enige handeling verrichten waardoor ter zake van die rechten aan een ander dan de begunstigde(n) enige aanspraak zou worden verleend, een en ander voor zover beslag op pensioen of een aanspraak op pensioen krachtens enig wettelijk voorschrift geoorloofd is.

Artikel

9

Artikel

9a

De aanspraak, bedoeld in artikel 9, tweede lid, dient voor de verzekerde in elk geval steeds aan het einde van ieder kalenderjaar dan wel, indien dat eerder is, bij beëindiging van het verbonden zijn aan de onderneming, volledig te zijn gefinancierd. De Pensioen- & Verzekeringskamer kan op grond van bijzondere omstandigheden een langere termijn, van ten hoogste dertien weken, toestaan voor financiering als bedoeld in dit lid.

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

De verzekeraar zal de verzekering niet eerder laten vervallen of premievrij maken dan een maand na afloop van de periode van drie maanden waarbinnen de werkgever verplicht is de in artikel 3a, vierde lid, van de wet bedoelde mededeling te doen.

Artikel

12a

De verzekeringnemer verstrekt aan de verzekerde een afschrift van de door hem aan de verzekeraar overeenkomstig artikel 2, zevende lid, eerste volzin, van de wet gedane mededeling, waarin de gevallen, waarvoor de verzekeringnemer zich de bevoegdheid tot vermindering of beëindiging van zijn bijdrage heeft voorbehouden, worden weergegeven.

Artikel

13

Artikel

13a

Onverminderd het bepaalde in artikel 13 verstrekt de verzekeraar op verzoek van een verzekerde binnen drie maanden schriftelijk een opgave van de hoogte van de opgebouwde aanspraken. De verzekeraar kan een vergoeding vragen van de aan de opgave verbonden kosten.

Artikel

14

Artikel

15

In de verzekeringsovereenkomsten kunnen bedingen opgenomen worden ingevolge welke de pensioenaanspraken worden afgekocht onder terhandstelling van de afkoopsom aan de verzekeringnemer, indien de verzekerde binnen een jaar na de datum van ingang van de verzekering van ouderdomspensioen anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ophoudt aan de onderneming verbonden te zijn tenzij hij pensioenaanspraken heeft ingebracht. De verzekerde heeft alsdan echter jegens de verzekeringnemer recht op een uitkering gelijk aan de door hem betaalde bijdragen voor zijn ouderdomspensioen.

Artikel

16

Onverminderd de artikelen 16a en 16b kunnen in een verzekeringsovereenkomst bedingen worden opgenomen op grond waarvan pensioen of aanspraken op pensioen worden afgekocht, indien de rechthebbende daarmee instemt en indien:

  • a.

    de afkoop ertoe strekt het de rechthebbende mogelijk te maken om onder aanwending van de afkoopsom pensioen of aanspraken op pensioen te verwerven overeenkomstig een toezegging omtrent pensioen van een andere inhoud van een andere werkgever dan de werkgever die het af te kopen pensioen heeft toegezegd, bij de instelling waar die andere werkgever de toezegging omtrent pensioen heeft ondergebracht.

  • b.

    de in onderdeel a bedoelde afkoopsom rechtstreeks wordt overgedragen aan de instelling jegens welke de in onderdeel a bedoelde aanspraken op pensioen worden verworven.

  • c.

    het pensioen of de aanspraak op pensioen wordt verworven jegens een instelling als bedoeld in artikel 32a, onderdeel c, van de wet;

  • d.

    met de pensioenbelangen van de echtgenoot of gewezen echtgenoot is op redelijke wijze rekening gehouden;

  • e.

    het pensioen of de aanspraak op pensioen wordt door de instelling jegens welke de recht-hebbende het pensioen of de aanspraak op pensioen verwerft aldus vastgesteld, dat de actuariële waarde ervan tenminste gelijk is aan de op dezelfde grondslagen berekende actuariële waarde van het af te kopen pensioen of de af te kopen aanspraak op pensioen.

Artikel

16a

Artikel

16b

Artikel

17

De verzekeringnemer kan, mits de verzekeraar en de verzekerde daarmede instemmen, de rechten en verplichtingen, welke voor hem uit de verzekeringsovereenkomst voortvloeien, overdragen aan een werkgever aan wiens onderneming de verzekerde alsdan verbonden is.

Artikel

18

Indien de verzekerde toetreedt tot een pensioenfonds dat ingevolge de wet aan het toezicht van de Pensioen- & Verzekeringskamer onderworpen is, kan in de verzekeringsovereenkomst dat pensioenfonds als begunstigde worden aangewezen en kunnen aan dat pensioenfonds de rechten en verplichtingen, welke voor de verzekeringnemer uit de verzekeringsovereenkomst voortvloeien, worden overgedragen. Ook een andere verzekeraar dan de verzekeraar met wie de verzekeringsovereenkomst gesloten is kan als begunstigde worden aangewezen. Een en ander is mogelijk, mits de verzekeraar met wie de verzekeringsovereenkomst is gesloten en de verzekerde daarmede instemmen. Artikel 16, onderdeel e, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk

III

Bijzondere bepalingen met betrekking tot het treffen van voorzieningen als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder C, van de wet

Artikel

21

De verzekeringnemer kan de met de pensioentoezegging corresponderende rechten die uit de verzekeringsovereenkomst voortvloeien overdragen of in pand geven en in het algemeen enige handeling verrichten waardoor ter zake van die rechten aan een ander dan de begunstigde(n) enige aanspraak zou worden verleend, voor zover beslag op pensioen of een aanspraak op pensioen krachtens enig wettelijk voorschrift geoorloofd is.

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

24a

Onverminderd artikel 24 verstrekt de verzekeraar op verzoek van een verzekerde binnen drie maanden schriftelijk een opgave van de hoogte van de opgebouwde aanspraken. De verzekeraar kan een vergoeding vragen van de aan de opgave verbonden kosten.

Artikel

25

Vervallen.

Artikel

26

Vervallen.

Hoofdstuk

IV

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel

28

De artikelen 13, derde lid, en 24, tweede lid, zijn niet van toepassing voor wat betreft de verzekerde ten gunste van wie een verzekeringsovereenkomst is gesloten en die voor de inwerkingtreding van deze regeling opgehouden is aan de onderneming verbonden te zijn.

Artikel

29

Artikel 10 is niet van toepassing voor wat betreft een premievrije aanspraak op weduwnaarspensioen ten aanzien van de gewezen echtgenoot wiens huwelijk met een verzekerde voor de inwerkingtreding van deze regeling is geëindigd door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed.

Artikel

30

Artikel 22 is niet van toepassing ten aanzien van de gewezen echtgenoot wiens huwelijk met een verzekerde voor de inwerkingtreding van deze regeling is geëindigd door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed.

Artikel

31

Vervallen.

Artikel

32

De vrouw met wie een verzekerde, die voor 9 februari 1973 opgehouden was aan de onderneming verbonden te zijn, op die datum was gehuwd verkrijgt ingeval van beëindiging van het huwelijk door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed een zodanige premievrije aanspraak op weduwenpensioen als de verzekerde heeft verkregen bij het ophouden aan de onderneming verbonden te zijn; iedere andere aanspraak op weduwenpensioen, welke uit de verzekeringsovereenkomst zou kunnen voortvloeien, vervalt. De vrouw ontvangt op haar verzoek een bewijs van haar aanspraak. Artikel 10, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

33

De beschikking van 5 februari 1973, nr. 40 448, directoraat-generaal voor Sociale Voorzieningen, directie Sociale Verzekering, afd. P. en S. (Stcrt. 1973, 31), zoals deze sindsdien gewijzigd is, en de beschikking van 3 oktober 1973, nr. 43 965, directoraat-generaal voor Sociale Voorzieningen, directie Sociale Verzekering, Afd. P. en S. (Scrt. “Scrt.” moet zijn “Stcrt.” 1973, 197), zoals deze sindsdien gewijzigd is, worden ingetrokken.

Artikel

34

Deze regeling, die in de Staatscourant zal worden geplaatst, treedt in werking met ingang van de dag waarop de wet van 11 juni 1987, Stb. 340, tot wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds in werking treedt.

Artikel

35

Deze regeling wordt aangehaald als: Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet.

's-Gravenhage,
De staatssecretaris voornoemd, L. de Graaf.

Bijlage

bij de Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet

Artikel 1

Voor de overtredingen genoemd in tabel 1 en tabel 2, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 23b van de wet, zijn de boetebedragen vastgesteld als volgt:

1.

€ 907

2.

€ 5 445

3.

€ 21 781

4.

€ 87 125

Artikel 2

1. Indien een boete wordt opgelegd voor het overtreden van een bepaling als genoemd in tabel 11In tabel 1 zijn die bepalingen opgesomd die zich uitsluitend richten tot verzekeraars. In tabel 2 zijn de bepalingen opgesomd die zich niet uitsluitend tot verzekeraars richten., is bij de vaststelling van de hoogte van deze boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing met de daarbij behorende factor:

2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, bedoeld in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor behorende bij de categorie naar balanstotaal, bedoeld in het eerste lid.

3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan de Pensioen- & Verzekeringskamer aan degene aan wie de boete wordt opgelegd, verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

Tabel 1

5

1

9, vierde lid

3

9, vijfde lid

3

9a

2

16a, tweede lid

3

Tabel 2

4, eerste lid, in geval van een verzekeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder B, van de wet,

4