Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten

Wet bescherming oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het ter uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 december 1986 betreffende de rechtsbescherming van topografieën van halfgeleiderprodukten (Pb. L/24, 27 januari 1987) wenselijk is regelen te treffen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    halfgeleiderprodukt: de definitieve vorm of de tussenvorm van een produkt;

    • 1°.

      dat uit een lichaam bestaat, dat een laag halfgeleidermateriaal en een of meer lagen geleidend, isolerend of halfgeleidend materiaal bevat, waarbij elk van de lagen een samenstelling heeft die in overeenstemming is met een vooraf bepaald driedimensionaal patroon van het lichaam, en

    • 2°.

      dat bestemd is om, uitsluitend of tezamen met andere functies, een elektronische functie te vervullen.

  • b.

    topografie: een reeks samenhangende beelden, op enigerlei wijze vastgelegd,

    • 1°.

      die het driedimensionaal patroon van de lagen weergeven waaruit het halfgeleiderprodukt is samengesteld, en

    • 2°.

      waarin elk beeld het patroon of een gedeelte van het patroon van een oppervlak van het halfgeleiderprodukt in enig stadium van zijn vervaardiging voorstelt;

  • c.

    het bureau: het Bureau voor de industriële eigendom bedoeld in artikel 4 van de wet van 25 april 1963 (Stb. 221);

  • d.

    het register: het door het bureau beheerde register waarin depots ingevolge deze wet worden ingeschreven;

  • e.

    exploiteren: het verkopen, verhuren of het op andere wijze in het verkeer brengen van exemplaren van de topografie of van het halfgeleiderprodukt waarin de topografie is vervat, dan wel het aanbieden voor een van deze doeleinden. Voor de toepassing van de artikelen 4, 7 en 13 wordt onder exploitatie niet verstaan exploitatie die geschiedt onder de voorwaarde van vertrouwelijkheid, mits deze voorwaarde alleen geldt tussen de desbetreffende contractspartijen.

Artikel

2

De maker van een oorspronkelijke topografie van een halfgeleiderprodukt heeft een uitsluitend recht op deze topografie.

Artikel

3

Indien de arbeid, in dienst van een ander verricht, bestaat in het tot stand brengen van topografieën, wordt, tenzij anders is overeengekomen, als de maker van de topografie aangemerkt degene, in wiens dienst de topografie is tot stand gebracht.

Artikel

4

Buiten het geval, bedoeld in artikel 2, in samenhang met artikel 3, komt het uitsluitend recht op een topografie mede toe aan de persoon die een oorspronkelijke topografie, die nog niet elders in de wereld is geëxploiteerd, voor het eerst in een van de lid-Staten van de Europese Gemeenschappen of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte met uitsluiting van anderen exploiteert, mits deze exploitatie geschiedt met toestemming van degene die de topografie heeft tot stand gebracht.

Artikel

5

Artikel

6

Is een exemplaar van de topografie of het halfgeleiderprodukt waarin de topografie is vervat, in een van de lid-Staten van de Europese Gemeenschappen of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte door de houder van het uitsluitend recht of met diens toestemming in het verkeer gebracht, dan handelt de verkrijger niet in strijd met het uitsluitend recht op de topografie door ten aanzien van deze topografie of dit halfgeleiderprodukt de in artikel 5, eerste lid, onder c, genoemde handelingen te verrichten.

Artikel

7

Het uitsluitend recht op een topografie vervalt, indien niet binnen uiterlijk twee jaren na het tijdstip waarop een exemplaar van de topografie of het halfgeleiderprodukt waarin de topografie is vervat, voor de eerste maal door de houder van het uitsluitend recht of met diens toestemming in of buiten Nederland is geëxploiteerd, het depot van de topografie heeft plaatsgevonden, mits dit depot door het bureau in het register wordt ingeschreven.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

In afwijking van artikel 8:7 van de Algemene wet bestuursrecht, is voor beroepen ingesteld tegen besluiten van het bureau omtrent de inschrijving van een depot op grond van deze wet de rechtbank te 's-Gravenhage bevoegd.

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Van alle rechterlijke uitspraken betreffende het uitsluitend recht op een topografie wordt door de griffier van het college, waarvoor de zaak laatstelijk aanhangig was, binnen vier weken kosteloos een afschrift aan het bureau gezonden. Het bureau voegt deze uitspraken bij de stukken van het depot.

Artikel

23

Het bureau is verplicht de rechter alle inlichtingen en technische adviezen te verstrekken die deze tot beslissing van aan zijn oordeel onderworpen vorderingen of verzoeken inzake het uitsluitend recht op een topografie mocht verlangen. Het bureau heeft voor het verstrekken van de technische adviezen aanspraak op schadeloosstelling en op loon, door de rechter te begroten.

Artikel

24

Artikel

25

Topografieën als bedoeld in artikel 2, die na de datum van inwerkingtreding van deze wet zijn tot stand gekomen, zijn uitgesloten van bescherming uit hoofde van de Auteurswet 1912.

Artikel

26

Voor bescherming ingevolge deze wet komen in aanmerking:

  • a.

    makers die onderdaan zijn van dan wel hun gewone verblijfplaats of hun daadwerkelijke industriële of commerciële vestiging hebben in een van de lid-Staten van de Europese Gemeenschappen of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en

  • b.

    makers die onderdaan zijn van dan wel hun gewone verblijfplaats of hun daadwerkelijke industriële of commerciële vestiging hebben in andere dan de in de vorige zin bedoelde landen, indien zulks bij algemene maatregel van bestuur is bepaald of door de Raad van de Europese Gemeenschappen is besloten, en

  • c.

    personen, als bedoeld in artikel 4, die onderdaan zijn van dan wel hun gewone verblijfplaats of hun daadwerkelijke industriële of commerciële vestiging hebben in een van de lid-Staten van de Europese Gemeenschappen of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel

27

Artikel

28

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes
De Minister van Economische Zaken, R. W. de Korte
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes