Besluit van 19 november 1987, houdende regelen ter uitvoering van de bepalingen van de Mediawet

Mediabesluit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, van Onze Minister-president, Minister van Algemene Zaken en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van 30 september 1987, RTP/JZ/U-90646 en in overeenstemming met onze Minister van Financiën;
Gelet op de artikelen 31, eerste en vierde lid, 35, 38, eerste lid, 39, tweede lid, 42, vijfde lid, 50, eerste lid, 51, vierde lid, 52, tweede lid, 58, derde en vierde lid, 72, vierde lid, 91, vierde lid, 103, 106, tweede lid, 107, eerste lid, 111, tweede en vijfde lid, 112, tweede en vijfde lid, 113, tweede lid, 116, 118, 119, tweede lid, 121, derde lid, 131, 132, tweede en derde lid, 160 en 168, eerste lid, van de Mediawet (Stb. 1987, 249);
De Raad van State gehoord (advies van 10 november 1987, no. W13.87.0514);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde ministers van 18 november 1987, nr. RTP/JZ/U-90973;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Publieke omroep

Afdeling

1

Landelijke omroep

§

1

Concessie- en erkenningverlening

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Vervallen

Artikel

6a

Vervallen

§

2

Beschikbaarstelling en toewijzing van zendtijd

Artikel

7

De Stichting Etherreclame heeft per jaar de beschikking over 10 procent van de totale gebruikte televisie- onderscheidenlijk radiozendtijd voor landelijke omroep.

Artikel

8

Toewijzing van zendtijd voor landelijke omroep kan, behoudens in de gevallen, bedoeld in artikel 39g van de Mediawet, uitsluitend geschieden indien daarvoor een aanvraag bij het Commissariaat voor de Media is ingediend.

Artikel

9

Artikel

10

§

3

Indeling van zendtijd

Artikel

11

Vervallen

Artikel

11a

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

De zendtijd voor landelijke radio-omroep wordt zodanig ingedeeld, dat de programma’s van de omroepverenigingen op ten minste drie radioprogrammanetten worden uitgezonden.

§

4

Verplichtingen ten aanzien van de programma’s

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

16a

§

5

Overige verplichtingen

Artikel

17

Inkomsten uit programmabladen van een omroepvereniging kunnen jaarlijks tot ten hoogste het bedrag dat nodig is om een eventueel verlies van de desbetreffende omroepvereniging te dekken, worden besteed aan verenigingsactiviteiten. Bij de bepaling van het resultaat blijven veranderingen in de waarde van de materiële vaste activa als gevolg van herwaarderingen buiten beschouwing. De gebruikelijke jaarlijkse afschrijvingen van de materiële vaste activa worden niet als herwaarderingen aangemerkt.

Artikel

17a

Vervallen

Artikel

17b

Vervallen

Afdeling

2

Regionale en lokale omroep

§

1

Zendtijd

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

§

2

De programma’s

Artikel

24a

Vervallen

Artikel

25

§

3

De boekhouding en jaarrekening

Artikel

25a

Afdeling

2A

Uitzending door middel van omroepnetwerken

Artikel

25b

Een aanvraag voor toestemming om een programma te verzorgen als bedoeld in artikel 67 van de Mediawet, wordt door de desbetreffende regionale omroepinstelling die zendtijd heeft verkregen, ingediend bij het Commissariaat voor de Media.

Artikel

25c

Een programma voor regionale omroep als bedoeld inartikel 67 van de Mediawet wordt, voorzover het een televisieprogramma betreft, niet uitgezonden tussen 19.00 uur en 23.00 uur, tenzij de Stichting en de desbetreffende regionale omroepinstelling anders zijn overeengekomen.

Artikel

25d

Afdeling

3

Reclame-uitingen

§

1

Algemeen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

26a

Deze afdeling is niet van toepassing op reclameboodschappen.

§

2

Niet-vermijdbare reclame-uitingen

Artikel

27

Niet vermijdbaar zijn reclame-uitingen die behoren tot het normale straatbeeld en die zonder opzet en zonder nadruk gedurende enkele seconden in een programma-onderdeel voorkomen.

§

3

Vermijdbare reclame-uitingen

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

In radio- of televisieprogramma-onderdelen zijn vermijdbare reclame-uitingen in de vorm van het tonen of vermelden van de naam van een bedrijf of instelling toegestaan, mits:

  • a.

    de naam uitsluitend betrekking heeft op de benaming van een sportvereniging of sportwedstrijd;

  • b.

    de naam niet met nadruk wordt getoond of vermeld; en

  • c.

    de naamgeving, voor zover het de benaming van een Nederlandse sportvereniging betreft, is erkend door de desbetreffende bij de NOC*NSF aangesloten sportorganisatie.

Artikel

30a

Artikel

31

Artikel

32

Afdeling

4

Financiering

Artikel

32a

Artikel

32b

Afdeling

5

Neventaken

Artikel

32c

In deze afdeling wordt verstaan onder neventaken: activiteiten als bedoeld in artikel 13c, derde lid, van de Mediawet, die bestaan uit het anders dan als programma waarvoor zendtijd is verkregen, verzorgen van elektronische producten met beeld, geluid of tekst, en het al dan niet tegen betaling, al dan niet gecodeerd of al dan niet op individueel verzoek analoog of digitaal verspreiden daarvan via elektronische communicatienetwerken als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel e, van de Telecommunicatiewet.

Artikel

32d

Artikel

32e

Artikel

32g

Artikel

32h

Hoofdstuk

2

Commerciële omroep

Artikel

33

Artikel

34

Indien een commerciële omroepinstelling, in aanmerking wil komen voor toestemming in een aansluitende periode, dient zij een aanvraag bij het Commissariaat voor de Media in ten minste vijf maanden vóór de afloop van de periode waarvoor haar toestemming is verleend. Artikel 33 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

34a

Hoofdstuk

3

Evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving

Artikel

35

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

lijst: de evenementenlijst die is opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage II.

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

52b

Vervallen

Artikel

52c

Vervallen

Artikel

52d

Vervallen

Artikel

52e

Vervallen

Artikel

52f

Vervallen

Artikel

52g

Vervallen

Artikel

52h

Vervallen

Artikel

52i

Vervallen

Artikel

52j

Vervallen

Artikel

52k

Vervallen

Artikel

52l

Vervallen

Artikel

52m

Vervallen

Artikel

52n

Vervallen

Artikel

53

Vervallen

Artikel

53a

Vervallen

Artikel

53b

Vervallen

Hoofdstuk

4

Het uitzenden van programma's

Artikel

53c

Artikel

53d

Vervallen

Artikel

53e

Vervallen

Artikel

53f

Vervallen

Hoofdstuk

5

Persorganen

Artikel

54

Naast het in artikel 130, vierde lid, van de Mediawet bedoelde geval, kan het Stimuleringsfonds voor de pers financiële steun verlenen in de vorm van een uitkering, ten behoeve van:

  • a.

    gezamenlijke projecten van persorganen;

  • b.

    organisatie-onderzoek, gericht op structurele verbetering van de exploitatie van een persorgaan;

  • c.

    onderzoek ten behoeve van de bedrijfstak als geheel, voorzover het onderzoek past in de doelstellingen van het Stimuleringsfonds.

Artikel

55

Vervallen

Artikel

56

De in artikel 54, onderdeel a, bedoelde steun kan worden verleend indien:

  • a.

    een project door de gezamenlijke persorganen is ingediend, dat gericht is op structurele verbetering van de exploitatiepositie van die persorganen binnen een redelijke termijn;

  • b.

    dit project past in de doelstelling van het Stimuleringsfonds voor de pers;

  • c.

    het Stimuleringsfonds met het project heeft ingestemd; en

  • d.

    het project binnen een redelijke termijn wordt uitgevoerd.

Artikel

57

Artikel

58

Artikel

59

De aanvragen voor financiële steun als bedoeld in de artikelen 130 en 131 van de Mediawet worden bij het Stimuleringsfonds voor de pers ingediend door de rechtspersoon die de uitgaverechten bezit van het persorgaan waarop de aanvraag betrekking heeft, dan wel door de betreffende groep of bedrijfstak van persorganen.

Artikel

60

Artikel

61

Artikel

62

Het Stimuleringsfonds voor de pers kan indien het zulks wenselijk acht de aanvraag voorleggen aan een externe adviesinstantie. Daarbij wordt gezorgd dat vertrouwelijke bedrijfsgegevens als zodanig behandeld worden.

Artikel

63

Artikel

64

Het Stimuleringsfonds voor de pers kan aan de beschikking tot financiële steunverlening aan de aanvrager voorschriften verbinden. Deze hebben betrekking op:

  • a.

    de besteding van de steun overeenkomstig de daaraan ten grondslag liggende doelstellingen;

  • b.

    de wijze waarop en de termijn waarbinnen het project respectievelijk het onderzoek wordt uitgevoerd;

  • c.

    de verslaglegging van de activiteiten en de financiële verantwoording daarvan; en

  • d.

    de eventuele wijzigingen in de financiële structuur van de aanvrager.

Artikel

65

Van een beschikking tot toekenning of weigering alsmede van de hoogte van de financiële steun, wordt binnen een week nadat de beschikking is genomen, mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel

66

Artikel

67

Het Stimuleringsfonds voor de pers kan de steunverlening beëindigen en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen, indien:

  • a.

    enig voorschrift verbonden aan steunverlening door de aanvrager niet wordt nagekomen;

  • b.

    blijkt dat de bij de aanvraag overlegde gegevens onjuist waren;

  • c.

    binnen een jaar na de datum waarop de beslissing tot steunverlening is genomen een surseance van betaling of een faillissement van de aanvrager is uitgesproken.

Hoofdstuk

6

Programma’s voor buitenlandse militairen

Artikel

68

Artikel

69

Het Commissariaat voor de Media kan zonodig de omroepzender of omroepzenders aanwijzen waarop de programma’s als bedoeld in artikel 68, zullen worden uitgezonden.

Artikel

70

Artikel

71

Artikel

72

Artikel

73

Hoofdstuk

7

Slotbepaling

Artikel

74

Vervallen

Artikel

75

Dit besluit wordt aangehaald als: Mediabesluit.

Artikel

76

Vervallen

Artikel

77

Vervallen

Artikel

77a

Vervallen

Artikel

77b

Vervallen

Artikel

77c

Vervallen

Artikel

78

Vervallen

Artikel

79

Vervallen

Artikel 80

Vervallen

Artikel

81

Vervallen

Artikel 82

Vervallen

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, L. C. Brinkman
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, R. F. M. Lubbers
De Minister van Binnenlandse Zaken, C. P. van Dijk
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes

Bijlage

I

behorende bij het Mediabesluit: Indeling van Nederland in nodale gebieden

Indeling van Nederland in zgn. afgeronde provincies, 50 verzorgingsgebieden en 81 nodale gebieden

De indeling van Nederland in 81 nodale gebieden aangegeven op de navolgende kaart is opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek in Den Haag en is te beschouwen als een detaillering van de indeling in 50 verzorgingsgebieden, opgesteld door het Centraal Bureau voor Courantenpubliciteit te Amsterdam, en eveneens aangegeven op de hierbij afgebeelde kaart.

Indeling van Nederland in z.g. afgeronde provincies, 50 verzorgingsgebieden en 81 nodale gebieden

Groningen

Winschoten-Veendam

Leeuwarden-Franeker-Dokkum

Sneek

Heerenveen

Smallingerland

Assen-Hoogeveen

Meppel-Steenwijk

Emmen-Coevorden

Enschede-Hengelo

Zwolle-Kampen

Almelo

Deventer

Arnhem-Doetinchem

Nijmegen

Winterswijk-Zutphen

Apeldoorn

Tiel

Utrecht-Zeist-Woerden

Amersfoort

Amsterdam-Purmerend

Haarlem-Beverwijk-Velsen

Hilversum

Zaandam

Alkmaar

Enkhuizen-Hoorn

Den Helder-Schagen

Rotterdam-Schiedam

's-Gravenhage

Delft

Leiden-Alphen a d Rijn

Dordrecht

Gouda

Gorinchem

Middelburg-Vlissingen

Goes

Terneuzen-Hulst

Oostburg

Zierikzee

Eindhoven-Helmond

's-Hertogenbosch

Tilburg

Breda

Bergen op Zoom-Roosendaal en Nispen

Heerlen

Maastricht

Roermond-Weert

Venlo

Sittard-Geleen

Zuidelijke IJsselmeerpolders

Bijlage

II

behorende bij het Mediabesluit: Evenementenlijst

A

Volledige rechtstreekse verslaggeving

Sport

1. Voetbal (heren):

  • a.

    Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: het gehele eindtoernooi;

  • b.

    Alle interlands van het Nederlands elftal;

  • c.

    Champions League en UEFA Cup: de wedstrijden van Nederlandse clubs en de finales ongeacht Nederlandse deelname;

  • d.

    Super Cup en World Cup: indien een Nederlandse club deelneemt;

  • e.

    Nationale bekerwedstrijden: de halve finales en de finale.

2. Schaatsen (dames en heren):

  • a.

    Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: allround, sprint en afstanden;

  • b.

    Elfstedentocht.

3. Tennis (dames en heren):

Wimbledon en Roland Garros: de wedstrijden enkelspel van de Nederlandse deelnemers in de halve finales en de finale ongeacht Nederlandse deelname.

Cultuur

4. Prinsengrachtconcert.

5. Eurovisie Songfestival.

B

Gedeeltelijke rechtstreekse verslaggeving

Sport

1. Olympische Spelen: zomer- en winterspelen (minimumduur uitzending: 6 uur per dag).

2. Wielrennen:

  • a.

    Tour de France: heren (minimumduur uitzending: 2 uur per dag);

  • b.

    Wereldkampioenschap op de weg dames en heren professionals: het finaleweekend (minimumduur uitzending: 2 uur per dag);

  • c.

    De Nederlandse wielerklassieker: heren (minimumduur uitzending: 2 uur).

3. TT Assen (minimumduur uitzending: 2 uur per dag).

C

Gedeeltelijke uitgestelde verslaggeving

Sport

1. Paralympics: zomer- en winterspelen (minimumduur uitzending: 10 minuten per dag).

2. Voetbal (heren):

  • a.

    Alle wedstrijden van de hoogste divisie van het nationaal betaald voetbal;

    • minimumduur uitzending onderlinge wedstrijden tussen Ajax, PSV en Feyenoord: 20 minuten per wedstrijd;

    • minimumduur uitzending overige wedstrijden: 10 minuten per wedstrijd;

    • aanvangstijd uitzending wedstrijden die 's middags worden gespeeld: uiterlijk 21.00 uur;

    • aanvangstijd uitzending wedstrijden die 's avonds worden gespeeld: uiterlijk twee uur na afloop van de wedstrijd, maar in ieder geval niet later dan 22.30 uur.

  • b.

    Nationale bekerwedstrijden: de kwartfinales (minimumduur uitzending: 15 minuten per wedstrijd).

3. Atletiek (dames en heren):

Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: outdoor (minimumduur uitzending: 10 minuten per dag).

4. Volleybal (heren):

Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: de wedstrijden van het Nederlandse team (minimumduur uitzending: 10 minuten per dag).

5. Hockey (dames en heren):

Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: de wedstrijden van de Nederlandse teams (minimumduur uitzending: 10 minuten per dag).

6. Tennis (dames en heren):

Wimbledon, Roland Garros, US Open en Australian Open: de wedstrijden enkelspel van de Nederlandse deelnemers (minimumduur uitzending: 10 minuten per dag).

Cultuur

7. Pinkpop (minimumduur uitzending: 1 uur per dag).