Wet van 10 maart 1988, houdende maatregelen ter beperking van het tabaksgebruik, in het bijzonder ter bescherming van de niet-roker

Tabaks- en rookwarenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het belang van de volksgezondheid regelen te stellen ter beperking van het gebruik van tabak en meer in het bijzonder ertoe strekkende hinder voor hen die geen tabak gebruiken tegen te gaan;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

§

2

Aanduiding, samenstelling, verbod en informatieverstrekking tabaksproducten en aanverwante producten

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

3a

Het is verboden tabak voor oraal gebruik in de handel te brengen.

Artikel

3b

Artikel

3c

Artikel

3d

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de erkenning van laboratoria, die metingen en onderzoekingen als bedoeld in artikel 3c verrichten.

Artikel

3e

§

2a

Volg- en traceersysteem en veiligheidskenmerk

Artikel

4

In het bij of krachtens deze paragraaf bepaalde wordt onder de begrippen die gedefinieerd worden in artikel 2 van de gedelegeerde verordening gegevensopslagcontracten, artikel 2 van het uitvoeringsbesluit veiligheidskenmerk en artikel 2 van de uitvoeringsverordening traceringssysteem verstaan hetgeen daaronder wordt begrepen in de genoemde artikelen van deze Europese rechtshandelingen.

Artikel

4a

Artikel

4b

Het is verboden om tabaksproducten te leveren, in te voeren, uit te voeren of in de handel te brengen, indien die producten niet aan de in artikel 4a gestelde eisen voldoen.

Artikel

4c

Artikel

4d

Artikel

4e

Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het bepaalde in de artikelen 9, vierde lid, 20, vierde lid, 27, derde lid en 32, vijfde lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem.

Artikel

4f

Onze Minister wijst de bevoegde autoriteiten, de nationale beheerders en degene die meldingen ontvangt aan, bedoeld in de artikelen 7, tweede en vijfde lid, 8, vierde lid, tweede alinea, 15, vierde lid, 17, vierde lid, 19, vierde lid, 25, eerste lid, onderdelen f, k en l, 26, zesde lid, 27 en 35, vijfde en zevende lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem. De bevoegde autoriteiten en nationale beheerders nemen die uitvoeringsverordening in acht.

Artikel

4g

Onze Minister is bevoegd tot het vragen van inlichtingen en het nemen van de maatregelen, bedoeld in artikel 35, vierde, onderscheidenlijk zesde lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem.

Artikel

4h

Artikel

4i

Het is verboden om tabaksproducten te leveren, in te voeren of in de handel te brengen, indien die producten niet aan de in artikel 4h, eerste of tweede lid, gestelde eisen voldoen.

Artikel

4j

Onze Minister wijst degene die meldingen ontvangt aan, bedoeld in artikel 8, vierde en zesde lid, van het uitvoeringsbesluit veiligheidskenmerk.

Artikel

4k

Onze Minister is bevoegd tot het vragen van inlichtingen en het nemen van de maatregelen, bedoeld in artikel 8, derde, onderscheidenlijk vijfde lid, van het uitvoeringsbesluit veiligheidskenmerk.

Artikel

4l

De artikelen 4, 4a, 4c, 4d, 4e, 4f, 4g, 4h, 4j en 4k kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd in verband met aanpassingen van verwijzingen naar bindende EU-rechtshandelingen of onderdelen daarvan, voor zover de aanpassingen niet inhoudelijk van aard zijn.

§

3

Reclame- en sponsoringbeperkingen

Artikel

5

Artikel

5a

Artikel

5b

Artikel

5c

Artikel

6

Vervallen

§

4

Verkoopbeperkingen

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

8a

Artikel

9

Artikel

9a

§

5

Rookverboden

Artikel

10

§

6

Voorschriften ter uitbanning van illegale handel

Artikel

11

Artikel

11a

Vervallen

§

7

Bestuurlijke boeten

Artikel

11b

Artikel

11c

Artikel

11d

Vervallen

Artikel

11e

Vervallen

Artikel

11f

Vervallen

Artikel

11g

Vervallen

Artikel

11h

Vervallen

Artikel

11i

Vervallen

Artikel

11j

Vervallen

§

8

Verdere bepalingen

Artikel

13

Artikel

13a

Artikel

13b

Artikel

13c

Titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing voor zover een toezichthoudende ambtenaar bijstand verleent aan een markttoezichtautoriteit als bedoeld in artikel 3, onderdeel 4, van de markttoezichtverordening uit een andere lidstaat van de Europese Unie op grond van de artikelen 22 en 23 van de markttoezichtverordening.

Artikel

13d

Artikel

14

Onze Minister is bevoegd om in het belang van de volksgezondheid en de veiligheid van personen, een last onder bestuursdwang op te leggen ter handhaving van de artikelen 3, tweede lid en 17a, eerste en tweede lid, van deze wet en artikel 7 van de markttoezichtverordening.

Artikel

15

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

De in artikel 13 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner, voor zover dit binnentreden beperkt blijft tot het zich begeven naar en het betreden van de in de woning aanwezige bedrijfsruimten.

Artikel

17a

Artikel

18

In het belang van de volksgezondheid kunnen voorts bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld ter uitvoering van een bindende regeling inzake tabaksproducten en aanverwante producten, die krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap tot stand is gekomen.

Artikel

19

Artikel

19a

Artikel

20

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

21

Deze wet wordt aangehaald als: Tabaks- en rookwarenwet.

Artikel

22

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, D. J. D. Dees
De Staatssecretaris van Economische Zaken, A. J. Evenhuis
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes

Bijlage

Bijlage als bedoeld in artikel 11b inzake bestuurlijke boeten, bevattende de tarieven voor overtredingen genoemd in artikel 11b, eerste lid.

De overtredingen zijn ingedeeld in vier categorieën.

Categorie A

Onder categorie A vallen de overtredingen van het bepaalde bij of krachtens:

Overtredingen behorend tot categorie A worden bestraft met een bestuurlijke boete van € 450. Dit bedrag wordt verhoogd tot:

  • € 1.350 indien de natuurlijke persoon aan wie of de rechtspersoon waaraan de overtreding kan worden toegerekend voor een soortgelijke overtreding eerder is beboet en er nog geen twee jaar zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden;

  • € 2.250 indien binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de derde maal wordt begaan; en

  • € 4.500 indien binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de vierde maal wordt begaan.

Categorie B

Onder categorie B vallen overtredingen door fabrikanten, groothandelaren en importeurs van tabaksproducten of aanverwante producten van het bepaalde bij:

Overtredingen behorend tot categorie B worden bestraft met een bestuurlijke boete van € 45.000. Dit bedrag wordt verhoogd tot:

  • € 135.000 indien de natuurlijke persoon aan wie of de rechtspersoon waaraan de overtreding kan worden toegerekend voor een soortgelijke overtreding eerder is beboet en er nog geen twee jaar zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden;

  • € 225.000 indien binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de derde maal wordt begaan; en

  • € 450.000 indien binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de vierde maal wordt begaan.

Categorie C

Onder categorie C vallen overtredingen van het bepaalde bij of krachtens artikel 7, derde lid, artikel 8, eerste lid, en artikel 9a.

Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens artikel 7, derde lid, artikel 8, eerste lid, en artikel 9a, worden bestraft met een bestuurlijke boete van € 1.360 wanneer de overtreding is begaan door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die op de dag waarop de overtreding is begaan minder dan vijftig werknemers telde. Dit bedrag wordt verhoogd tot:

  • € 2.040 indien de natuurlijke persoon aan wie of de rechtspersoon waaraan de overtreding kan worden toegerekend voor een soortgelijke overtreding eerder is beboet en er nog geen twaalf maanden zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden;

  • € 2.720 indien binnen twaalf maanden na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de derde maal wordt begaan; en

  • € 4.500 indien binnen twaalf maanden na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de vierde maal wordt begaan.

Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens artikel 7, derde lid, artikel 8, eerste lid, en artikel 9a, die worden begaan door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die op de dag waarop de overtreding is begaan vijftig werknemers of meer telde, worden bestraft met een bestuurlijke boete van € 2.720. Dit bedrag wordt verhoogd tot:

  • € 4.080 indien de natuurlijke persoon aan wie of de rechtspersoon waaraan de overtreding kan worden toegerekend voor een soortgelijke overtreding eerder is beboet en er nog geen twaalf maanden zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden;

  • € 5.440 indien binnen twaalf maanden na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de derde maal wordt begaan; en

  • € 9.000 indien binnen twaalf maanden na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de vierde maal wordt begaan.

Categorie D

Onder categorie D vallen overtredingen van het bepaalde bij of krachtens artikel 10, eerste en tweede lid, en lid 2a.

Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens artikel 10, eerste en tweede lid, en lid 2a, worden bestraft met een bestuurlijke boete van € 600. Dit bedrag wordt verhoogd tot:

  • € 1.200 indien de natuurlijke persoon aan wie of de rechtspersoon waaraan de overtreding kan worden toegerekend voor een soortgelijke overtreding eerder is beboet en er nog geen twee jaar zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden;

  • € 2.400 indien binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de derde maal wordt begaan; en

  • € 4.500 indien binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van de bestuurlijke boete voor de eerste overtreding, een soortgelijke overtreding voor de vierde maal wordt begaan.