Besluit van 17 maart 1988, houdende regelen ter voorkoming van verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen

Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 17 juli 1987, nr. S/J-31 187/87, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;
Overwegende dat het noodzakelijk is uitvoering te geven aan de bepalingen van Bijlage II van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147 en 1978, 187), zoals gewijzigd en aangevuld bij het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188 en 1986, 121);
Gelet op de artikelen 1, onder e, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 35, 38 en 39 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Stb. 1983, 683);
De Raad van State gehoord (advies van 29 december 1987, no. W09.87.0328);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 26 februari 1988, nr. S/J-30.225/88 Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Omschrijvingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    chemicaliëntankschip: een schip dat is gebouwd voor of aangepast aan voornamelijk het vervoer van schadelijke vloeistoffen in bulk. Hieronder wordt mede verstaan een olietankschip als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen (Stb. 1986, 160), indien dit schip een gehele of gedeeltelijke lading schadelijke vloeistoffen in bulk vervoert;

  • b.

    schone ballast: ballastwater in een tank die, nadat er voor de laatste maal een vloeistof van categorie A, B, C of D in werd vervoerd, grondig is gereinigd en waaruit de overgebleven restanten zijn verwijderd en die is leeg gemaakt overeenkomstig de voorschriften van dit besluit;

  • c.

    gescheiden ballast: ballastwater dat wordt ingenomen in een tank, die volledig is gescheiden van het lading- en brandstofoliesysteem en die blijvend is bestemd voor het vervoer van ballastwater of voor het vervoer van ballast of ladingen andere dan schadelijke vloeistoffen en olie;

  • d.

    van het dichtstbijzijnde land: van de basislijn van waaruit de territoriale zee van het betrokken gebied wordt bepaald overeenkomstig het internationale recht, behoudens dat voor de toepassing van dit besluit "van het dichtstbijzijnde land" onder de noordoostkust van Australië betekent: van een lijn getrokken van een punt op de kust van Australië gelegen op 11°00" zuiderbreedte en 142°08" oosterlengte, naar een punt op 10°35" zuiderbreedte en 141°55" oosterlengte, vandaar naar een punt op 10°00" zuiderbreedte en 142°00" oosterlengte, vandaar naar een punt op 9°10" zuiderbreedte en 143°52" oosterlengte, vandaar naar een punt op 9°00" zuiderbreedte en 144°30" oosterlengte, vandaar naar een punt op 13°00" zuiderbreedte en 144°00" oosterlengte, vandaar naar een punt op 15°00" zuiderbreedte en 146°00" oosterlengte, vandaar naar een punt op 18°00" zuiderbreedte en 147°00" oosterlengte, vandaar naar een punt op 21°00" zuiderbreedte en 153°00" oosterlengte, vandaar naar een punt op de kust van Australië op 24°42" zuiderbreedte en 153°15" oosterlengte;

  • e.

    vloeistof: vloeistof die een dampspanning heeft van niet meer dan 2,8 kgf/cm2 bij een temperatuur van 37,8° C;

  • f.

    schadelijke vloeistof: elke vloeistof aangewezen door Onze Minister die met inachtneming van artikel 3 is ingedeeld in categorie A, B, C of D;

  • g.

    bijzonder gebied: een zeegebied waarbinnen het volgen van bijzondere in dit besluit voorgeschreven methoden ter voorkoming van verontreiniging van de zee door schadelijke vloeistoffen is vereist. Deze gebieden zijn het gebied van de Oostzee en van de Zwarte Zee en het Antarctisch gebied, die als volgt worden omschreven:

    • 1°.

      onder het gebied van de Oostzee wordt verstaan de Oostzee zelf met inbegrip van de Botnische Golf, de Finse Golf en de toegang tot de Oostzee, begrensd door de parallel van Kaap Skagen in het Skagerak op 57°44,8" noorderbreedte;

    • 2°.

      onder het gebied van de Zwarte Zee wordt verstaan de Zwarte Zee zelf, waarbij de grens tussen de Middellandse Zee en de Zwarte Zee wordt gevormd door de parallel van 41° noorderbreedte;

    • 3°.

      onder het Antarctisch gebied wordt verstaan het zeegebied ten zuiden van 60° zuiderbreedte.

  • h.

    schip gebouwd: een schip waarvan de kiel is gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium van aanbouw bevindt. Onafhankelijk van de datum waarop het schip is gebouwd, zal een schip verbouwd tot chemicaliëntankschip vanaf de datum van de aanvang van de verbouwing als chemicaliëntankschip worden aangemerkt. Deze bepaling is niet van toepassing op de verbouwing van een schip indien wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden:

    • 1°.

      het schip is gebouwd voor 1 juli 1986; en

    • 2°.

      het schip vervoert producten waarop de Bulk Chemicaliën Code van toepassing is en die in de Code zijn opgenomen vanwege hun schadelijkheid voor het mariene milieu;

  • i.

    soortgelijk stadium van aanbouw: het stadium waarop de bouw, herkenbaar als behorend tot een bepaald schip, is aangevangen en is begonnen met de samenbouw die ten minste 50 000 kg moet omvatten of één percent van de geschatte massa van al het bouwmateriaal, welke van deze twee waarden de laagste is;

  • j.

    lengte (L): 96 percent van de lengte van de lastlijn op 85 percent van de kleinste holte naar de mal gemeten vanaf de bovenzijde van de kielplaat, dan wel de lengte van de voorzijde van de voorsteven tot aan de hartlijn van de roerkoning op deze lastlijn gemeten, indien deze laatste lengte groter is, gemeten in meters;

  • k.

    Internationale Bulk Chemicaliën Code: de code voor de bouw en uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren, (Resolutie MEPC 19(22) van de Mariene Milieu Commissie van de Internationale Maritieme Organisatie);

  • l.

    Bulk Chemicaliën Code: de code voor de bouw en uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren, (Resolutie MEPC 20(22) van de Mariene Milieu Commissie van de Internationale Maritieme Organisatie);

  • m.

    de Standards: de bij ministeriële regeling vastgestelde voorschriften voor het lozen, zoals neergelegd in Resolutie MEPC.18(22) van de Mariene Milieu Commissie van de Internationale Maritieme Organisatie;

  • n.

    verjaardatum: de datum van afgifte van het eerste certificaat, bedoeld in artikel 11, in elk kalenderjaar, volgend op het jaar waarin dit certificaat is afgegeven.

Artikel

2

Toepassing

Artikel

3

Indeling in categorieën van schadelijke vloeistoffen

Artikel

4

Overige vloeistoffen

Artikel

5

Lozen van schadelijke vloeistoffen

Artikel

5A

Pomp, pijpleiding- en losinrichtingen

Artikel

6

Uitzonderingen

Het lozingsverbod, bedoeld in artikel 5 is niet van toepassing op het lozen in zee van schadelijke vloeistoffen of mengsels die dergelijke vloeistoffen bevatten:

  • a.

    indien dit noodzakelijk is om de veiligheid van het schip zeker te stellen of mensenlevens op zee te redden; of

  • b.

    in geval van schade aan het schip of aan de uitrusting daarvan mits na het ontstaan van de schade of na het ontdekken van de lozing alle redelijke voorzorgen zijn getroffen om de lozing te voorkomen of tot een minimum te beperken, uitgezonderd in geval de kapitein of de eigenaar handelde met de bedoeling om schade te veroorzaken, ofwel roekeloos handelde en in de wetenschap dat er waarschijnlijk schade zou ontstaan;

    of

  • c.

    met toestemming van Onze Minister, indien dit geschiedt met het doel bepaalde verontreinigingsvoorvallen te bestrijden teneinde de schade door verontreiniging tot een minimum te beperken.

Artikel

7

Ontvangstvoorzieningen

Artikel

7A

Losplaatsvoorzieningen

Artikel

8

Handelingen bij het lossen van de lading

Artikel

9

Ladingjournaal

Artikel

10

Onderzoeken

Artikel

11

Afgifte van of aantekening op het certificaat

Artikel

12

Geldigheidsduur en geldigheid van het certificaat

Artikel

12A

Een chemicaliëntankschip voldoet aan het bepaalde in de artikelen 10, 11 en 12, indien voor dit schip een Certificaat van geschiktheid voor het vervoer van gevaarlijke chemicaliën in bulk is uitgereikt overeenkomstig het bepaalde in de Internationale Bulk Chemicaliën Code of Bulk Chemicaliën Code zoals van toepassing.

Artikel

13

Voorschriften voor het beperken van verontreiniging door scheepsongevallen

Artikel

14

Vervoer en lozing van olie-achtige stoffen

Artikel

15

Nadere regels

Ter uitvoering van internationale afspraken en besluiten van volkenrechtelijke organisaties over voorkoming van verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen kunnen bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld.

Artikel

16

Ontheffingen

Artikel

17

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

18

Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen".

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, N. Smit-Kroes
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, E. H. T. M. Nijpels
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes

Bijlage

Vervallen.