Wet van 15 september 1988, houdende regelen met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap NV SDU v/h Staatsdrukkerij/Uitgeverij

Wet NV SDU

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf wordt geprivatiseerd, dat voor deze privatisering een wettelijke machtiging op grond van artikel 40 van de Comptabiliteitswet 1976 (Stb. 671) vereist is en dat het daarnaast gewenst is, enige andere wettelijke regelingen ter zake te treffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

  • b.

    het Staatsbedrijf: het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf;

  • c.

    de NV SDU: de naamloze vennootschap, bedoeld in artikel 2;

  • d.

    de overgangsdatum: de datum van oprichting van de NV SDU;

  • e.

    het personeelslid: degene die op de dag voor de overgangsdatum in dienst is bij het Staatsbedrijf, hetzij als ambtenaar, hetzij op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De overgang van de vermogensbestanddelen, bedoeld in artikel 4, wordt tot het beloop van het nominale bedrag van de bij oprichting geplaatste aandelen of tot een door Onze Minister te bepalen hoger bedrag aangemerkt als storting door de Staat op aandelen. Een dan nog blijkend verschil is de NV SDU uit hoofde van een of meer leningen, waarvan de voorwaarden door Onze Minister worden vastgesteld, verschuldigd aan de Staat.

Artikel

6

Artikel

7

Ten aanzien van de in artikel 4, eerste lid, bedoelde vermogensbestanddelen welke in openbare registers te boek zijn gesteld, zal verandering van de tenaamstelling in die registers plaatsvinden. De daartoe nodige opgaven worden door de zorg van Onze Minister van Financiën aan de bewaarders van de desbetreffende registers gedaan.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Ter zake van de verkrijging van de vermogensbestanddelen van de Staat, bedoeld in artikel 4, blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

Artikel

12

De wet van 21 december 1928 (Stb. 474) tot aanwijzing van de tak van rijksdienst, omvattende de Algemene Landsdrukkerij, voor een beheer als bedoeld in artikel 88 van de Comptabiliteitswet, het Reglement voor het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf, vastgesteld bij koninklijk besluit van 13 augustus 1947 (Stcrt. 167), het koninklijk besluit van 18 maart 1966 (Stb. 102), nopens het drukken, de prijsvaststelling en het verkrijgbaarstellen van drukwerken, welke door het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf worden uitgegeven, en de beschikking van de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 14 juni 1972 (Stcrt. 121) tot vaststelling van het tarief, bedoeld in artikel 14e, eerste lid, van het Handelsregisterbesluit worden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip ingetrokken.

Artikel

13

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

14

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

15

Deze wet kan worden aangehaald als Wet NV SDU.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, D. IJ. W. de Graaff-Nauta
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes