Artikel
1
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
de commissie: de commissie, bedoeld in artikel 6j, eerste lid, van de Wet op de bejaardenoorden (Stb. 1984, 656);
-
b.
de verzoeker: de persoon ten behoeve van wie een verzoek om advies bij de commissie is ingediend;
-
c.
het advies: het advies, bedoeld in artikel 6h, eerste lid, van de Wet op bejaardenoorden onderscheidenlijk artikel 30, derde lid, van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering, of het oordeel bedoeld in artikel 60 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
-
d.
het bejaardenoord: de inrichting, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet op de bejaardenoorden;
-
e.
de verpleeginrichting: de inrichting, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel A, sub b, van het Verstrekkingenbesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering 1968;
-
f.
het uitvoeringsorgaan: een ziekenfonds, ziektekostenverzekeraar of uitvoerend orgaan als bedoeld in hoofdstuk V van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 1967, 655);
-
g.
psycho-geriatrische verpleeginrichting: een op grond van artikel 1, eerste lid onder h van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, als zodanig aangemerkte zorginstelling of afdeling daarvan.
2
De commissie wordt voor zover het opneming en verder verblijf in een psycho-geriatrische verpleeginrichting betreft, aangewezen als commissie als bedoeld in artikel 60, derde lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.