Wet van 26 oktober 1988, houdende regels met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap PTT Nederland NV

Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland NV

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de Staat der Nederlanden overgaat tot oprichting van de naamloze vennootschap PTT Nederland NV, waarin de vermogensbestanddelen van de Staat welke worden toegerekend aan het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie worden ingebracht, en dat ingevolge artikel 40 van de Comptabiliteitswet 1976 (Stb. 1976, 671) voor de oprichting van deze vennootschap machtiging bij wet is vereist;
dat het voorts wenselijk is de naamloze vennootschap PTT Nederland NV aan te wijzen als houder van de concessies, bedoeld in de tot stand te brengen wetgeving op het terrein van de post en de telecommunicatie;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • b.

    het Staatsbedrijf: het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie.

Artikel

2

Hoofdstuk

II

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

De voorwaarden van de geldleningen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, worden door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Financiën vastgesteld en in de akte van oprichting van Koninklijke PTT Nederland N.V. opgenomen.

Artikel

9

Aan de beheerders van de openbare registers waarin overgang van rechten of verandering van tenaamstelling kan worden ingeschreven ten aanzien van de in artikel 6, eerste en tweede lid, bedoelde vermogensbestanddelen, worden door de zorg van Onze Minister van Financiën de daartoe vereiste opgaven gedaan.

Artikel

10

Hoofdstuk

III

Artikel

11

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

12

Voor de heffing van de vennootschapsbelasting wordt op de openingsbalans van Koninklijke PTT Nederland N.V. en de vennootschappen, bedoeld in artikel 2, vierde lid, geen goodwill opgevoerd met betrekking tot de van de Staat respectievelijk Koninklijke PTT Nederland N.V. overgenomen vermogensbestanddelen.

Artikel

14

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

15

Ter zake van de verkrijging door Koninklijke PTT Nederland N.V. respectievelijk de door deze vennootschap ingevolge artikel 2, vierde lid, op te richten dochtermaatschappijen van vermogensbestanddelen van de Staat respectievelijk van Koninklijke PTT Nederland N.V. blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

Hoofdstuk

IV

Artikel

16

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

17

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

18

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

19

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

20

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

21

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

22

De wet van 4 juni 1981, houdende Machtigingswet stichting "Nepostel" (Stb. 1981, 378) wordt ingetrokken.

Artikel

23

De wet van 18 juni 1987, houdende machtiging tot deelneming in de besloten vennootschap INTIS BV (Stb. 1987, 394) wordt ingetrokken.

Artikel

24

De wet van 5 juni 1985, houdende regelen met betrekking tot deelname door de Rijkspostspaarbank in het maatschappelijk kapitaal van de Friesch-Groningsche Hypotheekbank NV (Stb. 1985, 326) wordt ingetrokken.

Artikel

25

De wet van 27 november 1980, houdende machtiging tot deelneming van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie in Eurocard Nederland NV (Stb. 1980, 650) wordt ingetrokken.

Artikel

26

Artikel

27

De Aanwijzingswet PTT 1954 (Stb. 1954, 593) wordt ingetrokken.

Artikel

28

De Wet PTT-raad (Stb. 1954, 595) wordt ingetrokken.

Artikel

29

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

30

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Artikel

31

Deze wet kan worden aangehaald als: Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V..

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Canberra
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, N. Smit-Kroes
De Minister van Financiën, H. O. C. R. Ruding
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes