Besluit van 19 mei 1989, tot vaststelling van een scheepvaartreglement voor de Eemsmonding

Scheepvaartreglement Eemsmonding

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 15 maart 1989, nr. S/J 30.442/89, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;
Overwegende, dat uitvoering dient te worden gegeven aan de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake een scheepvaartreglement voor de Eemsmonding, met bijlagen (Trb. 1987, 15);
Gelet op artikel 3 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake een scheepvaartreglement voor de Eemsmonding, met bijlagen;
De Raad van State gehoord (advies van 21 april 1989, nr. W09.89.0143);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 mei 1989, nr. S/J 30.788/89, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Scheepvaartreglement Eemsmonding

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen; toepassingsgebied

Artikel

2

Verkeerstekens

Artikel

3

Optische tekens en geluidsseinen

Optische tekens van schepen

Artikel

4

Algemeen

Artikel

5

Optische tekens van schepen

Artikel

6

Optische tekens van kleine schepen

Artikel

7

Motorschepen die met behulp van een sleepboot worden voortbewogen

Een manoeuvreerbaar motorschip dat varende is en voorzien is van een voor het gebruik gereed zijnde motor en dat wordt bijgestaan door één of meer sleepboten, (assisteren) voert de krachtens de Internationale Bepalingen voorgeschreven optische tekens van een alleenvarend motorschip.

Artikel

8

Schepen die bepaalde gevaarlijke goederen vervoeren

Artikel

9

Beperkt manoeuvreerbare schepen die in het vaarwater bezig zijn met baggeren of met werkzaamheden onder water

Artikel

10

Schepen, drijvende inrichtingen, alsmede moeilijk te onderscheiden schepen en voorwerpen die zijn gemeerd

Artikel

11

Schepen van de openbare dienst

Geluidsseinen van schepen

Artikel

12

Aandachtsseinen

In alle gevallen waarin de verkeerssituatie dit vereist, in het bijzonder bij het invaren van andere vaarwaters en havens, bij het uitvaren van havens en sluizen en bij het verlaten van lig- en ankerplaatsen, wordt een lange stoot gegeven als aandachtssein.

Artikel

13

Gevaars- en waarschuwingsseinen

Vaarvoorschriften

Artikel

14

Beginselen

Artikel

14a

Veiligheidszones

Artikel

15

Verplichting om aan de rechterzijde te varen; uitzonderingen

Artikel

16

Artikel

17

Ontmoeten van schepen

Artikel

18

Voorrang voor de scheepvaart in het vaarwater

Artikel

19

Snelheid

Artikel

20

Slepen en duwen

Het is verboden dat slepen en duwstellen meer gesleepte schepen, drijvende inrichtingen of drijvende voorwerpen of duwbakken omvatten dan de sleepboten of duwboten, rekening houdend met de verkeerssituatie en de gesteldheid van de vaarweg, veilig kunnen geleiden.

Artikel

21

Vaarbeperkingen en vaarverboden

Artikel

21a

Snelle schepen

De bevoegde autoriteit kan voorwaarden stellen voor het bevaren van de Eemsmonding met snelle schepen.

Artikel

22

Waterskiën, varen met waterscooters en plankzeilen

Voorschriften voor stilliggen

Artikel

23

Ankeren

Artikel

24

Aanleggen en meren

Artikel

25

Overslag

Artikel

26

Ankeren, aanleggen, meren van en voorbijvaren aan schepen die bepaalde gevaarlijke goederen vervoeren

Overige bepalingen

Artikel

27

Gedrag bij scheepsongevallen en bij verlies van voorwerpen

Artikel

28

Vergunningen

Artikel

29

Meldingen

Artikel

30

Vrijstelling voor schepen van de openbare dienst

De schepen van de openbare dienst zijn vrijgesteld van de naleving van de voorschriften van dit besluit, voor zover zulks voor de uitvoering van opdrachten van overheidswege, daarbij naar behoren rekening houdend met de openbare orde en veiligheid, dringend geboden is.

Artikel

31

Ontheffing

In bijzondere omstandigheden kan de bevoegde autoriteit een schip geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de naleving van de Internationale Bepalingen en van de bepalingen van dit besluit.

Artikel

32

Geografische beperking bevoegdheden

De verlening van toestemming, bedoeld in artikel 27, derde lid, de verlening van een vergunning, bedoeld in artikel 28, eerste lid, het bevel tot berging, bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel c, en de verlening van ontheffing, bedoeld in artikel 31 van dit besluit, door de bevoegde autoriteit geschieden met inachtneming van artikel 34, tweede lid, van het Eems-Dollardverdrag. In de aldaar aan de Duitse autoriteiten toegewezen gebieden is in plaats van de Nederlandse bevoegde autoriteit de door de Duitse autoriteiten aangewezen bevoegde autoriteit bevoegd.

Artikel

33

Verantwoordelijkheden

Artikel

34

Goede zeemanschap

Artikel

35

Verkeersaanwijzingen

De kapitein of de schipper geeft gevolg aan een met inachtneming van artikel 34, tweede lid, van het Eems-Dollardverdrag gegeven verkeersaanwijzing.

Artikel

37

Opsporing

Met de opsporing van de bij dit besluit strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde ambtenaren, de daartoe door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen ambtenaren belast.

Artikel

38

Bekendmakingen

De op grond van artikel 1, eerste lid, onder c, artikel 15, tweede lid, artikel 16, vijfde lid, artikel 17, derde lid, artikel 18, vijfde lid, artikel 21, tweede, derde, vierde en vijfde lid, artikel 22, eerste, derde en vierde lid, artikel 23, eerste en vierde lid, artikel 24, tweede lid, artikel 25, eerste lid, artikel 26, eerste lid, artikel 28, eerste lid, en artikel 29, eerste lid, van dit besluit vastgestelde voorschriften worden als bekendmakingen aan de scheepvaart uitgegeven en gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel

39

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

40

Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als Scheepvaartreglement Eemsmonding".

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, N. Smit-Kroes
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes

Bijlage

1

Raadpleeg voor deze bijlage Stb. 1989/237 en Stb. 2002/299.

Bijlage

2

Stoffenlijst van de te melden goederen bij het vervoer waarvan de schepen bijzondere gevaren opleveren (artikel 21, eerste lid, en artikel 29, tweede lid)

Vervallen