Artikel
1
In het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
"Onze Minister": Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
"Onze Ministers": Onze Minister van Verkeer en Waterstaat tezamen met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ieder voor zover het aangelegenheden betreft die mede tot zijn verantwoordelijkheid behoren;
"waterhuishouding": de overheidszorg die zich richt op het op en in de bodem vrij aanwezige water, met het oog op de daarbij betrokken belangen;
"waterhuishoudkundig systeem": een samenhangend geheel van oppervlaktewateren en grondwatervoorkomens;
"kwantiteitsbeheerder": het openbaar gezag dat belast is met kwantiteitsbeheer van oppervlaktewater;
"kwaliteitsbeheerder": het openbaar gezag dat bevoegd is tot vergunningverlening ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb. 1981, 573);
"kaderrichtlijn water": richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327), zoals deze is gewijzigd bij beschikking nr. 2455/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2001 tot vaststelling van de lijst van prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid en tot wijziging van richtlijn 2000/60/EG (PbEG L 331) en met inbegrip van wijzigingen uit hoofde van artikel 20, eerste lid, van de richtlijn, doch voor het overige naar de tekst zoals deze bij de richtlijn is vastgesteld;
"stroomgebied": een gebied vanwaar al het over het oppervlak lopende water via een reeks stromen, rivieren en eventueel meren door één riviermond, estuarium of delta in zee stroomt;
"stroomgebieddistrict": het gebied van land en zee, gevormd door een of meer aan elkaar grenzende stroomgebieden met de bijbehorende grond- en kustwateren;
"stroomgebiedbeheersplan": plan als bedoeld in artikel 13 van de kaderrichtlijn water, dat betrekking heeft op het op Nederlands grondgebied gelegen deel van een stroomgebieddistrict;
"internationaal stroomgebiedbeheersplan": plan als bedoeld in artikel 13 van de kaderrichtlijn water, dat betrekking heeft op zowel het op Nederlands grondgebied gelegen deel van een stroomgebieddistrict als het buiten Nederlands grondgebied gelegen deel van een stroomgebieddistrict;
natuurlijk oppervlaktewaterlichaam: oppervlaktewaterlichaam dat niet wordt aangewezen als kunstmatig dan wel sterk veranderd oppervlaktewaterlichaam, een en ander in de zin van de kaderrichtlijn water.