Artikel
1
1
De uit een oogpunt van volksgezondheid aanvaardbare hoeveelheden van diergeneesmiddelen, bestanddelen daarvan of omzettingsprodukten, die ten hoogste op of in door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur aan te wijzen voortbrengselen van dierlijke oorsprong mogen voorkomen, worden vastgesteld door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.