Medegebruik militair luchthaventerrein Eindhoven door burgerluchtvaart

De staatssecretaris van Defensie en de minister van Verkeer en Waterstaat, Gelezen het verzoek van de Stichting Vliegveld Welschap om het bij beschikking nr CWL 86/025, 86040545 van 23 december 1986/7 januari 1987 toegestane medegebruik van het militaire luchtvaartterein Eindhoven na ommekomst van de daarin bepaalde periode, nl. 7 januari 1990, wederom toe te staan gedurende een volgende periode van drie jaar;
Overwegende:
dat het defensiebelang zich niet tegen inwilliging van het verzoek verzet:
dat uit de tussentijdse evaluatie in de regio van het gebruik van eerdergenoemde beschikking blijkt dat tegen verlenging geen overwegende bezwaren bestaan;
dat de op grond van artikel 28 van de Luchtvaartweg ingestelde Commissie Overleg en Voorlichting Milieuhygiëne Vliegbasis Eindhoven eveneens instemt;
dat aan de toestemming tot dit medegebruik tenminste de in de beschikking nr. CWL 86/025, 86040545 opgenomen voorwaarden dienen te worden verbonden;
dat daarenboven nadere voorwaarden dienen te worden gesteld teneinde zeker te stellen dat geen overmatige slijtage van het banenstelsel zal optreden;
dat de beperkingen welke voor dit medegebruik voortvloeien uit de beschikbare brandweerfaciliteiten eveneens uitdrukkelijk dienen te worden vermeld;

Besluiten

Artikel

1

In aanvulling op de beschikking d.d. 25 oktober 1982/4 november 1982 nr CWW 82/012, Stcrt 1982, nr. 237, wordt aan gezagvoerders van burgerluchtvaartuigen van hierna te noemen typen met een lengte van maximaal 61 meter en een maximale rompbreedte van 7 meter die gebruik maken van de tussenkomst, de diensten en de faciliteiten van de Stichting Vliegveld Welschap voor een nader te noemen jaarlijks aantal vliegbewegingen tot wederopzegging en uiterlijk tot het tijdstip gelegen drie jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking ontheffing verleend van artikel 34, eerste lid, onder a van de Luchtvaartwet met betrekking tot het medegebruik van het militaire luchtvaarttein Eindhoven zoals dat is aangewezen bij beschikking van de Staatssecretaris van Defensie van 5 mei 1978, nr 388.812/4K (Stcrt 1978, 122) gehandhaafd en aangevuld bij Koninklijk Besluit van 6 september 1979, nr 45 (Stcrt 1979, 179) onder toepassing van de volgende bepalingen.

Artikel

2

De in het vorige artikel verleende ontheffing geldt voor maximaal 264 vliegbewegingen (132 starts en 132 landingen) jaarlijks en is als volgt onderverdeeld:

  • a.

    B 737–300: max. 60 vliegbewegingen jaarlijks;

  • b.

    B 727–200: max. 60 vliegbewegingen jaarlijks;

  • c.

    A 310–200: max. 24 vliegbewegingen jaarlijks;

  • d.

    DC9–30, 9–32 en 9–34 in totaal: max. 120 vliegbewegingen jaarlijks.

Artikel

3

Onverminderd de overige criteria kan tot de in het voorafgaande artikel vermelde maxima in vliegbewegingen, voor de aldaar genoemde vliegtuigtypen een vliegtuigtype met gelijkwaardige of minder geluidsproductie in de plaats worden gesteld, mits de chef van de Luchtmachtstaf toestemming heeft verleend tot gebruik van het vervangende vliegtuigtype op het banenstelsel van het luchtvaartterein en met inachtneming van de daarbij door hem gestelde voorwaarden.

Artikel

4

Van deze beschikking mag slechts, voor zover het niet het burgerareaal betreft, gebruik worden gemaakt:

  • a.

    indien de vereiste privaatrechtelijke vergunning is verkregen en met inachtneming van de daarbij gestelde voorwaarden;

  • b.

    onder inachtneming van het gestelde in de beschikking van de Minister van Defensie van 8 mei 1967, nr 202.620/11K, zoals sedertdien gewijzigd, houdende Algemene en Bijzondere voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden;

  • c.

    indien met de Staat een nadere regeling is getroffen met betrekking tot de kosten van een nader toezicht op de gesteldheid van het banenstelsel, alsmede de kosten voor intensiever onderhoud en herstel;

  • d.

    mits de voor het militair luchtvaartterrein Eindhoven vastgestelde of nader vast te stellen grenswaarden voor de maximaal toegelaten geluidsbelasting niet worden overschreden.

  • e.

    met inachtneming van de beperkingen die voortvloeien uit de aanwezige brandweerfaciliteiten.

Artikel

5

Deze beschikking treedt in werking op 7 januari 1990.

Deze beschikking zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant. Afschrift van deze beschikking zal worden gezonden aan de minister van Financiën en van Justitie, aan de procureur-generaal bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, alsmede aan de chef van de Luchtmachtstaf.

's-Gravenhage
De staatssecretaris van DefensieB.J.M. Baron vanVoorst tot Voorst,
De minister van Verkeer en Waterstaat
Namens deze,
De directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst,
R.L.M. Schreurs , loco