Besluit van 25 januari 1990, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen

Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 februari 1989, no. MJZ 0629072, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
Overwegende dat het in het milieu brengen van genetisch gemodificeerde organismen ongewenste effecten op mens of milieu kan hebben;
dat deze effecten vanwege het reproductievermogen onomkeerbaar kunnen zijn;
dat een volledig inzicht in de mechanismen die leiden tot deze effecten nog ontbreekt;
dat de mogelijke onomkeerbaarheid van de effecten enerzijds en het ontbreken van een volledig inzicht anderzijds een beoordeling vooraf van het in het milieu brengen van genetisch gemodificeerde organismen wenselijk maken;
Gelet op de artikelen 24 en 26 van de Wet milieugevaarlijke stoffen (Stb. 1985, 639), en artikel 2 van de Hinderwet (Stb. 1981, 410);
Gezien het advies van de Centrale raad voor de milieuhygiëne (advies van 25 november 1988, nr. GGO-88/1247);
De Raad van State gehoord (advies van 12 juli 1989, nr.W08.89.0122);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 22 januari 1990, no. MJZ 2219077, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemeen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • b.

    genetisch materiaal: desoxyribonucleïne-zuur (DNA) en ribonucleïnezuur (RNA);

  • c.

    genetische modificatie: het veranderen van genetisch materiaal op een wijze die van nature niet mogelijk is door voortplanting of recombinatie;

  • d.

    micro-organismen: cellulaire en niet-cellulaire micro-biologische entiteiten met het vermogen tot vermenigvuldiging of tot overbrenging van genetisch materiaal, daaronder mede begrepen virussen en viroïden;

  • e.

    organismen: micro-organismen alsmede planten en dieren, daaronder mede begrepen ei- en zaadcellen van dieren en zaden en pollen van planten;

  • f.

    genetisch gemodificeerde organismen: organismen waarvan het genetisch materiaal is veranderd op een wijze die van nature niet mogelijk is door voortplanting of recombinatie en die het vermogen bezitten dat genetisch materiaal te vermenigvuldigen of over te dragen;

  • g.

    ingeperkt gebruik: genetische modificatie van organismen of vermeerderen, opslaan, aan een ander ter beschikking stellen, toepassen, voorhanden hebben, vervoeren, met uitzondering van vervoeren als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onder c, zich ontdoen of vernietigen van genetisch gemodificeerde organismen in een afgesloten ruimte dan wel in een installatie of in apparatuur in een inrichting als bedoeld in categorie 21 van bijlage I bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, indien met betrekking tot die afgesloten ruimte, die installatie of die apparatuur fysische barrières of een combinatie van fysische met chemische of biologische barrières zijn of worden toegepast om het contact van die organismen met mens en milieu te beperken, overeenkomstig door Onze Minister te stellen regels.

Artikel

1a

Vervallen

Artikel

1b

Vervallen

Artikel

1c

Vervallen

Artikel

1d

Vervallen

Artikel

1e

Vervallen

Artikel

1f

Vervallen

Artikel

1g

Vervallen

Artikel

1h

Vervallen

Artikel

1i

Vervallen

Artikel

1j

Vervallen

Artikel

1k

Vervallen

Artikel

1l

Vervallen

Artikel

1m

Vervallen

Artikel

1n

Vervallen

Artikel

1o

Vervallen

Artikel

1p

Vervallen

Artikel

1q

Vervallen

Artikel

1r

Vervallen

Artikel

1s

Vervallen

Artikel

1t

Vervallen

Artikel

1u

Vervallen

§

2

Ingeperkt gebruik

§

2.1

Werkingssfeer

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

3a

Vervallen

Artikel

3b

Vervallen

Artikel

4

Paragraaf 2 is niet van toepassing op:

  • a.

    de opslag tijdens het vervoer van genetisch gemodificeerde organismen die zich bevinden in een vervoerseenheid die voldoet aan de eisen voor het vervoer, neergelegd in bijlage 2 behorende bij dit besluit;

  • b.

    handelingen als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onder b.

§

2.2

Voorafgaande risico-analyse

Artikel

5

§

2.3

Veiligheidsvoorschriften

Artikel

6

§

2.4

Kennisgeving

§

2.4.1

Eerste gebruik

Artikel

7

§

2.4.2

Vervaardigen van en handelingen met genetisch gemodificeerde organismen

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

§

2.4.3

Ontvankelijkheid, mededeling en opmerkingen

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Degene die een kennisgeving heeft gedaan, als bedoeld in de artikelen 7, 9, 10 of 11, stelt Onze Minister onverwijld op de hoogte van nieuwe gegevens waarover hij de beschikking krijgt of redelijkerwijs de beschikking kan krijgen, indien die gegevens belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de risico’s die aan het ingeperkt gebruik zijn verbonden. Hij dient een gewijzigde kennisgeving in, waarbij hij aangeeft welke maatregelen in verband met deze nieuwe gegevens zijn getroffen.

§

2.5

Vergunning voor ingeperkt gebruik

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Bij de beoordeling van een kennisgeving als bedoeld in de artikelen 7, 9, 10 of 11, houdt Onze Minister rekening met alle hem ter beschikking staande gegevens die verband houden met de risico’s voor mens en milieu die aan de betrokken handelingen zijn verbonden. Daartoe behoren onder meer de gevolgen voor het afvalbeheer, de veiligheid en de bestrijding van rampen en zware ongevallen.

Artikel

20

Onze Minister kan een vergunning verlenen voor een bepaalde termijn.

Artikel

21

Artikel

22

Voorts kan Onze Minister op een daartoe strekkende, schriftelijk bij hem ingediende aanvraag van de vergunninghouder of van andere belanghebbenden de voorschriften, verbonden aan een vergunning, wijzigen, aanvullen of intrekken, alsnog voorschriften aan de vergunning verbinden, dan wel de vergunning intrekken. Indien de beschikking daartoe niet op aanvraag van de vergunninghouder wordt gegeven, gaat Onze Minister daartoe slechts over indien het belang van de bescherming van mens of milieu zich daartegen niet verzet.

§

3

Introductie in het milieu

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Indien de aanvrager of houder van een vergunning als bedoeld in artikel 23, eerste lid, dan wel degene die om toepassing heeft gevraagd van artikel 23, tweede lid, onder d, kennis neemt van nieuwe gegevens ten aanzien van risico’s die de betrokken genetisch gemodificeerde organismen of de handelingen daarmee kunnen opleveren voor mens of milieu, dient hij daarvan terstond mededeling te doen aan Onze Minister. Hij treft tevens terstond de maatregelen die in verband met die risico’s nodig zijn ter bescherming van mens en milieu.

Artikel

26

De houder van een vergunning als bedoeld in artikel 23 eerste lid, die genetisch gemodificeerde organismen toepast, doet na voltooiing van die toepassing mededeling aan Onze Minister van de mogelijke risico’s daarvan voor mens of milieu. Indien hij ten aanzien van de produkten waar die toepassing betrekking op heeft, voornemens is toepassing van artikel 23 tweede lid, onderdeel d, te vragen, gaat hij bij die mededeling in op de risico’s die die produkten kunnen opleveren.

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Vervallen

§

4

Overige bepalingen

Artikel

36

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer a.i., J. R. H. Maij-Weggen
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

1

behorende bij artikel 23, tweede lid, onder b, van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen

Van het verbod van artikel 23, eerste lid, zijn vrijgesteld:

  • 1.

    Het vervaardigen, voorhanden hebben, vervoeren en zich ontdoen van somatische animale hybridomacellen en het toepassen van somatische animale hybridomacellen in zoogdieren, tenzij bij de vervaardiging daarvan als recipiënt of ouderorganisme gebruik wordt gemaakt van genetisch gemodificeerde organismen ten aanzien waarvan geen toepassing heeft plaatsgehad van artikel 23 tweede lid, onder d, dan wel van genetisch gemodificeerde organismen die niet vallen onder artikel 23, tweede lid, onder e.

  • 2.

    Het vervaardigen, voorhanden hebben, toepassen, vervoeren, aan een ander ter beschikking stellen en zich ontdoen van planten die zijn vervaardigd door hybridisatie of cybridisatie van somatische cellen van planten die kunnen worden gekruist met behulp van traditionele kweekmethoden, tenzij bij de vervaardiging daarvan als recipiënt of ouderorganisme gebruik wordt gemaakt van genetisch gemodificeerde organismen ten aanzien waarvan geen toepassing heeft plaatsgehad van artikel 23, tweede lid, onder d, dan wel van genetisch gemodificeerde organismen die niet vallen onder artikel 23, tweede lid, onder e.

Bijlage

2

behorende bij het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen

Voorwaarden als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onder c, waaronder het vervoer van genetisch gemodificeerde organismen dient te geschieden.

De vervoerseenheid moet zodanig zijn dat genetisch gemodificeerde organismen of delen van die organismen tijdens het vervoer niet buiten de vervoerseenheid kunnen geraken anders dan door ingrijpen van de mens of door een calamiteit.

  • A.

    Voor het vervoer van genetisch gemodificeerde micro-organismen moet daartoe aan de volgende voorwaarden zijn voldaan.

    De verpakking moet bestaan uit een waterdichte eerste houder, een waterdichte tweede verpakking en absorberend materiaal dat moet worden geplaatst tussen de eerste houder en de tweede verpakking. Indien verschillende eerste houders geplaatst worden in een enkele tweede verpakking moeten zij ieder afzonderlijk omwikkeld worden teneinde onderlinge aanraking te voorkomen. Het absorberende materiaal moet voldoende zijn om de gehele inhoud van alle eerste houders te absorberen.

    Schroefdoppen van binnenverpakkingen moeten met plakband worden afgeplakt. IJs en droog ijs moet geplaatst worden buiten de tweede verpakking(en). Er moeten binnensteunen zijn aangebracht teneinde de tweede verpakking(en) in de originele houding te houden nadat het ijs of droog ijs is gesmolten dan wel gesublimeerd. Als ijs wordt toegepast moet de verpakking lekvrij zijn. Als droog ijs wordt gebruikt moet de buitenverpakking zijn voorzien van een ventiel om het gevormde kooldioxydegas af te voeren.

    Iedere verpakking moet gemerkt zijn met naam, adres, en telefoonnummer van afzender en geadresseerde.

    De verpakking moet zijn voorzien van een label met de vermelding "gezondheidsrisico tengevolge van genetisch gemodificeerd materiaal (biohazard)".

  • B.

    Voor het vervoer van planten, delen van planten, zaden en pollen moet daartoe aan de volgende voorwaarden worden voldaan.

    • -

      Planten of delen van planten worden verpakt in een stevige lucht- of pollendicht afgesloten zak of houder, geplaatst in een stevige, afgesloten, lekvrije buitencontainer, vervaardigd van verstevigd karton, hout of een ander materiaal van gelijke sterkte;

    • -

      Zaden en pollen worden verpakt in een lucht- of pollendicht afgesloten zak of houder, geplaatst in een afgesloten houder van metaal of een ander materiaal van gelijke sterkte.

Bijlage

3

behorende bij het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen

Een risico-analyse als bedoeld in artikel 24 houdt in ieder geval de volgende gegevens in voor zover deze van toepassing zijn:

  • 1.

    met betrekking tot de betrokken organismen:

    • a.

      een beschrijving van het organisme of de organismen met gegevens betreffende:

      • -

        de schadelijkheid voor andere organismen,

      • -

        de epidemiologie,

      • -

        de vorming van toxische verbindingen en

      • -

        de vorming van overlevende structuren;

    • b.

      de wijze van constructie van het organisme of de organismen;

    • c.

      de herkomst van geïntroduceerd DNA en RNA met een beschrijving van de functie van dat DNA en RNA en de karakterisering van dat DNA en RNA;

    • d.

      de genetische stabiliteit van het organisme en de mogelijkheid van overdracht van genetisch materiaal naar andere organismen;

    • e.

      gegevens over organismen die het uiteindelijk doel van de bewerking zijn en de effecten van de gastheer op deze doelorganismen;

    • f.

      een beschrijving van de voor de overleving van het organisme of organismen relevante abiotische factoren;

    • g.

      een beschrijving van de biotische factoren die van belang zijn voor de groei en overleving van het organisme of organismen en het te verwachten effect van het gewijzigde DNA daarop;

    • h.

      gegevens betreffende eventuele veranderingen die er op zijn gericht de overleving van het organisme of organismen of het overdragen van genetisch materiaal te beïnvloeden.

  • 2.

    met betrekking tot de handeling:

    • a.

      een beschrijving van de plaats waar de handeling wordt uitgevoerd met gegevens betreffende de situering en de toegankelijkheid voor mens en dier;

    • b.

      een beschrijving van relevante veranderingen die in de nabije toekomst in de omgeving van de plaats van handeling kunnen worden verwacht;

    • c.

      een beschrijving van de verspreidingsroute van het organisme of de organismen;

    • d.

      een beschrijving van het ecosysteem waarin de handeling wordt uitgevoerd, en de te verwachten effecten op dat ecosysteem;

    • e.

      de methode en de duur van de handeling;

    • f.

      de wijze waarop de groei en overleving van het organisme en de onder 1d en 2d bedoelde gegevens kunnen worden gevolgd in de tijd;

    • g.

      de wijze waarop noodmaatregelen kunnen worden getroffen indien zich nadelige effecten van de handeling in het milieu voordoen.

Bijlage

4

behorende bij de artikelen 7, tweede lid, 9, tweede lid, 10, tweede lid, en 11, tweede lid, van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen

Gegevens voor kennisgevingen

  • 1.

    Vereiste gegevens voor de in artikel 7, eerste lid, bedoelde kennisgeving:

    • a.

      de naam van degene die verantwoordelijk is of de namen van degenen die verantwoordelijk zijn voor het ingeperkte gebruik, alsook van degenen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht, de controle en de veiligheid, en gegevens over hun opleiding en kwalificaties;

    • b.

      het adres en de exacte ligging van de inrichting, en de beschrijving van de relevante delen van de inrichting;

    • c.

      een beschrijving van de aard van de uit te voeren werkzaamheden, in ieder geval inhoudende de vermoedelijke schaal van de activiteiten;

    • d.

      de in artikel 5, eerste lid, bedoelde samenvatting van de analyse van de risico’s voor mens of milieu.

  • 2.

    Vereiste gegevens voor de in artikel 9, eerste lid, bedoelde kennisgeving:

    • a.

      indien van toepassing, de datum van ontvangst van de in artikel 7, tweede lid, bedoelde kennisgeving en de naam van degene die de kennisgeving heeft gedaan;

    • b.

      het gebruikte ouderorganisme dan wel de gebruikte ouderorganismen of, indien van toepassing, het gebruikte gastheer-vectorsysteem of de -systemen;

    • c.

      de herkomst en beoogde functie of functies van het bij de genetische modificatie gebruikte genetische materiaal;

    • d.

      de identiteit en de kenmerken van het genetisch gemodificeerde organisme;

    • e.

      het doel van het ingeperkte gebruik;

    • f.

      de in artikel 5, eerste lid, bedoelde samenvatting van de analyse van de risico’s voor mens of milieu;

    • g.

      de gebruikte kweekvolumes.

  • 3.

    Vereiste gegevens voor de in artikel 10, eerste lid, bedoelde kennisgeving:

    • a.

      de onder 2, onder a tot en met f, bedoelde gegevens;

    • b.

      de methoden voor het hanteren van de genetisch gemodificeerde organismen;

    • c.

      een beschrijving van de voor de duur van het ingeperkte gebruik te nemen maatregelen voor bescherming en toezicht;

    • d.

      de van toepassing zijnde inperkingscategorie met vermelding van de voorzieningen voor afvalstoffenbehandeling en de te nemen veiligheidsmaatregelen.

  • 4.

    Vereiste gegevens voor de in artikel 11, eerste lid, bedoelde kennisgeving:

    • a.

      de onder 3 bedoelde gegevens;

    • b.

      gegevens over het personeel;

    • d.

      gegevens over de installatie en de te gebruiken kweekvolumes;

    • e.

      gegevens over het afvalstoffenbeheer;

    • f.

      gegevens over de ongevalpreventie en de rampenplannen;

    • g.

      een analyse als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de risico’s voor mens of milieu van het voorgestelde ingeperkte gebruik.