Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

b.
ISO:

International Standard Organisation;

c.
DP:

Draft Proposal;

d.
NPR:

Nederlandse Praktijk Richtlijn;

e.
ASTM:

American Society for Testing and Materials;

f.
NEN:

een door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) uitgegeven norm;

g.
NEN-ISO:

een door de International Organization for Standardization opgestelde en door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) als Nederlandse norm aanvaarde en uitgegeven norm.

Artikel

2

Voor de berekening van de uitworp van een stookinstallatie geldt als het volume van het rookgas: het volume bij een temperatuur van 273 Kelvin en een druk van 101,3 kPa, na aftrek van het volume van het erin aanwezige water, berekend als waterdamp.

Hoofdstuk

2

Controle methoden

§

1

Meetplaatsen

Artikel

3

§

2

Continue metingen

Artikel

4

Artikel

5

Zwaveldioxide

Artikel

6

De rechtstreekse continue meting van de concentratie aan zwaveldioxide in het rookgas dient te worden uitgevoerd met monstername- en analyse-apparatuur, die voldoet aan de kwaliteitseisen als vermeld in de ontwerpnorm ISO/DP 7935.

Stikstofoxiden

Artikel

7

De rechtstreekse continue meting van de concentratie aan stikstofoxiden in het rookgas dient te worden uitgevoerd volgens een methode die overeenstemt met de algemeen aanvaarde meetpraktijk.

Artikel

8

Artikel

9

Stof

Artikel

10

Continue meting voor de bepaling van de concentratie aan stof in het rookgas dient te worden uitgevoerd met een optische rookdichtheidsmeter.

Overige parameters

Artikel

11

Registratie en bewerking van meetgegevens

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

§

3

Afzonderlijke metingen

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Bij de metingen als bedoeld in het artikel 16, vierde lid, gelden de emissie-eisen als in acht genomen, indien:

  • a.

    het gemiddelde van de met toepassing van de artikelen 17 en 18 verkregen meetuitkomsten van deze serie in negen metingen lager ligt dan de getalwaarde van de emissie-eis, en

  • b.

    acht van de negen meetuitkomsten, bedoeld onder a, lager liggen dan de getalwaarde van de emissie-eis.

Artikel

21

De meetresultaten van de ingevolge de artikelen 16 en 17 uitgevoerde metingen en de bewerking daarvan ingevolge de artikelen 18, 19 en 20 dienen in een rapport te worden vastgelegd. Tevens dient daarin te worden vermeld:

  • a.

    de voor elke component of parameter toegepaste meetmethode;

  • b.

    de bedrijfscondities van de stookinstallatie voor zover gegevens daarover noodzakelijk zijn voor de vaststelling of aan de van toepassing zijnde emissie-eis wordt voldaan.

§

4

Overige bepalingen

Artikel

22

Hoofdstuk

3

Slotbepalingen

Artikel

23

Deze regeling wordt in de Staatscourant bekendgemaakt en treedt in werking op het tijdstip, waarop het Besluit emissie-eisen stookinstallaties Hinderwet in werking treedt.

Artikel

24

Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B.

's-Gravenhage
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. G. M.Alders