Technische voorschriften lieren, sleepauto's en sleepkabels

De minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Hoofdstuk

I

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

a.
Lier:

een installatie, ingericht voor het doen opstijgen van een zweefvliegtuig door middel van een sleepkabel, welke installatie tijdens de opstijging van het zweefvliegtuig niet van standplaats verandert en de kabel op een daartoe bestemde kabeltrommel wikkelt.

b.
Sleepauto:

een zichzelf (door middel van een krachtwerktuig) voortbewegend voertuig, ingericht voor het doen opstijgen van een zweefvliegtuig door middel van een sleepkabel, dat zich tijdens de opstijging van het zweefvliegtuig in de startrichting voortbeweegt en waarbij tussen voertuig en zweefvliegtuig de volle lengte van de sleepkabel beschikbaar blijft;

c.
Sleepkabel:

het geheel van onderdelen, dat de verbinding vormt tussen de sleephaak van het zweefvliegtuig en een lier onderscheidenlijk een sleepauto;

d.
Breukstuk:

een onderdeel van een sleepkabel, dat bij een van tevoren vastgestelde belasting bezwijkt, waardoor de verbinding tussen het zweefvliegtuig en de lier onderscheidenlijk de sleepauto wordt verbroken;

e.
Lierman:

de persoon, die verantwoordelijk is voor de bediening van de lier;

f.
Startman:

de persoon, die verantwoordelijk is voor de gang van zaken bij het doen opstijgen van een zweefvliegtuig door middel van een sleepauto.

Hoofdstuk

II

Lieren

Artikel

2

Algemeen

Artikel

3

Liermechanisme

Artikel

4

Kapinrichting

Artikel

5

Kabelgeleiding

Artikel

6

Instrumenten

Artikel

7

Bedieningsorganen

Artikel

8

Veiligheidsmaatregelen

Artikel

9

Ondersteuning van de lier

De lier moet op zodanige wijze worden ondersteund, dat de lier niet tengevolge van de tijdens het bedrijf erop werkende krachten zodanig van stand kan veranderen, dat de goede werking ervan of de veiligheid van het bedieningspersoneel in gevaar gebracht wordt.

Artikel

10

Meervoudige lieren

Ten aanzien van lieren, welke zijn uitgerust met meer dan één kabeltrommel, gelden de volgende eiser

  • a.

    voor elke kabeltrommel moet een kapinrichting kabelgeleiding en eventueel de in artikel 6, derde lid, aangegeven instrumenten op de lier zijn aangebracht;

  • b.

    de constructie van de lier moet zodanig zijn, dat de kabels, welke op de bijbehorende kabeltrommels worden gewikkeld, niet gemakkelijk met elkaar verward kunnen raken;

  • c.

    de kapinrichtingen moeten zodanig zijn uitgevoerd, dat deze onder alle voorkomende omstandigheden onafhankelijk van elkaar

    • 1.

      kunnen worden bediend;

    • 2.

      kunnen functioneren;

    • 3.

      voldoen aan het gestelde in artikel 4.

Hoofdstuk

III

Sleepauto's

Artikel

11

Algemeen

Artikel

12

Ontkoppelbare haak

Artikel

13

Instrumenten

Artikel

14

Bedieningsorganen

Artikel

15

Veiligheidsmaatregelen

Hoofdstuk

IV

Sleepkabels

Artikel

16

Algemeen

Artikel

17

Breukstuk

Artikel

18

Bevestigingsring

De ring, waarmede de kabel aan het zweefvliegtuig onderscheidenlijk de sleepauto wordt bevestigd, moet zodanig zijn, dat

  • a.

    de ring goed past om de haak, waaraan hij bevestigd moet worden;

  • b.

    de haak zonder enige moeilijkheden ontkoppeld kan worden, indien de ring om de haak geslagen is;

  • c.

    de ring onmiddellijk na het ontkoppelen zonder enige moeilijkheid van de haak loskomt.

Artikel

19

Kabelvalscherm

Artikel

20

Zwaailicht

Lieren moeten zijn uitgerust met een geel zwaailicht, hetwelk via het motorcontact dusdanig aangesloten moet zijn, dat het licht in werking is gedurende de tijd dat de liermotor loopt. Het licht moet tenminste op een afstand van 1500 m zichtbaar zijn.

Artikel

21

Intrekking

De beschikking van de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst van 8 juni 1978 nr. LI/11726 wordt ingetrokken.

Artikel

22

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de tweede dag na de datum van verschijning van de Nederlandse Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst.

's-Gravenhage
De minister van Verkeer en Waterstaat, J.R.H.Maij-Weggen