Artikel
1
Aanspraken van inwoners van Nederland
Aan de op 16 maart 1973 tussen Nederland en Frankrijk gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (Trb. 1973, 83), kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van de Overeenkomst:
-
a.
Vermindering tot 15% van de Franse bronbelasting op dividenden, betaald door een lichaam dat inwoner van Frankrijk is (artikel 10, tweede lid, onderdeel b).
-
b.
Verdere vermindering tot 5% van de Franse bronbelasting op dividenden, indien de genieter van de dividenden een Nederlandse vennootschap op aandelen of vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is die onmiddellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van het Franse lichaam dat de dividenden betaalt (artikel 10, tweede lid, onderdeel a).
-
c.
Toekenning van een ‘avoir fiscal’, onder aftrek van 15% Franse bronbelasting, op dividenden die, indien zij zouden zijn genoten door een inwoner van Frankrijk, recht zouden geven op een ‘avoir fiscal’ (artikel 10, derde lid, onderdeel a). Het ‘avoir fiscal’ wordt aangemerkt als ‘dividend’ in de zin van de Overeenkomst (artikel 10, vijfde lid, onderdeel b).
De hier bedoelde aanspraak komt toe aan natuurlijke personen en lichamen die aan de Nederlandse belasting zijn onderworpen ter zake van het totale bedrag van de desbetreffende Franse dividenden en van het hiervoor bedoelde ‘avoir fiscal’.
Voor beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen is de toekenning van ‘avoir fiscal’ geregeld in de Bijzondere Franse uitvoeringsvoorschriften (Regeling van … 1990, nr. IFZ90/1870).
-
d.
Teruggaaf, onder aftrek van 15%, onderscheidenlijk 5%, Franse bronbelasting, van de op de desbetreffende dividenden betrekking hebbende ‘précompte’, die in voorkomend geval is voldaan door het Franse lichaam dat de dividenden betaalt, en wel uitsluitend dan, wanneer geen aanspraak bestaat op toekenning van het in onderdeel c bedoelde ‘avoir fiscal’ (artikel 10, vierde lid). De bedragen die uit hoofde van de ‘précompte’ worden teruggegeven, worden aangemerkt als ‘dividend’ in de zin van de Overeenkomst (artikel 10, vijfde lid, onderdeel b).
-
e.
Vermindering van de Franse bronbelasting op interest tot 10%, met dien verstande, dat de belasting op interest van obligaties die vóór 1 januari 1965 in Frankrijk zijn uitgegeven, wordt verminderd tot 12% (artikel 11, tweede lid).
-
f.
Algehele vrijstelling van de Franse bronbelasting op uit Frankrijl afkomstige interest, indien deze –
-
1.
wordt betaald krachtens een financieringsovereenkomst of uit hoofde van uitstel van betaling, verband houdende met de verkoop van nijverheids- of handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting of met de constructie van installaties voor nijverheids- of handelsdoeleinden of wetenschappelijke doeleinden dan wel met openbare werken; of
-
2.
wordt betaald op een lening van welke aard ook, verstrekt door een bankinstelling; of
-
3.
wordt betaald – als gevolg van een schriftelijke aanmaning of van het instellen van een vordering in rechte – bij wijze van schadeloosstelling voor te late betaling op een vordering waarvoor geen interest was bedongen (artikel 11, derde lid).
-
1.
-
g.
Algehele vrijstelling van Franse bronbelasting op uit Frankrijk afkomstige royalty's (artikel 12, eerste lid). De in de onderdelen a tot en met f van dit artikel vermeide voordelen zijn niet van toepassing indien de genieter van de dividenden of de interest in Frankrijk een vaste inrichting heeft en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald of de vordering uit hoofde waarvan de interest verschuldigd is, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort (artikel 10, zesde lid, respectievelijk artikel 11, zesde lid).
De in onderdeel g van dit artikel vermelde vrijstelling is niet van toepassing indien de genieter van de royalty's in Frankrijk, hetzij commerciële activiteiten bedrijft met behulp van een vaste inrichting, hetzij een vrij beroep uitoefent met behulp van een vast middelpunt, en het recht of de zaak uit hoofde waarvan de royalty's verschuldigd zijn, tot het bedrijfsvermogen daarvan behoort (artikel 12, derde lid).