Artikel
1
1
De schadevergoeding die de vervoerder mogelijkerwijs verschuldigd is in geval van vertraging van een reiziger en verlies, beschadiging of vertraging van diens bagage, is beperkt tot een bedrag van € 1500. In geval van vervoersdiensten als bedoeld in artikel 2, eerste en derde lid, van Verordening (EU) Nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (Pb EU L 55) is de schadevergoeding die de vervoerder mogelijkerwijs verschuldigd is in geval van verlies of beschadiging van bagage van een reiziger, beperkt tot een bedrag van € 1500 per stuk.
2
De schadevergoeding die de vervoerder mogelijkerwijs is verschuldigd uit hoofde van artikel 1147 van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek is beperkt tot een bedrag van € 1.000.000 per reiziger met een maximum van € 15.000.000 per gebeurtenis. In geval van vervoersdiensten als bedoeld in artikel 2, eerste en derde lid, van Verordening (EU) Nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (Pb EU L 55), waarbij de schadevergoeding die de vervoerder uit hoofde van artikel 1147 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek is verschuldigd meer bedraagt dan € 15.000.000 per gebeurtenis en de schade voor een reiziger meer bedraagt dan € 220.000, mag de vervoerder zijn aansprakelijkheid niet verder beperken dan tot € 220.000 per reiziger.