Artikel
1
1
Voor de toepassing van artikel 42, tweede lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet en artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen worden dagen, waarover de werknemer:
-
a.
van zijn werkgever geen loon doch vakantiegeld heeft ontvangen; of
-
b.
tijdens dienstbetrekking vakantiebonnen of daarmee overeenkomende aanspraken bestemd voor die dagen heeft verkregen,
gelijkgesteld met dagen waarover loon is ontvangen.
2
Het eerste lid is niet van toepassing indien de in onderdeel b van dat lid bedoelde vakantiebonnen of daarmee overeenkomende aanspraken bestemd zijn voor dagen, waarover recht op uitkering op grond van hoofdstuk II van de Werkloosheidswet dan wel hoofdstuk 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen bestaat of over dagen, waarin dat recht wegens vakantie of het in aanmerking nemen van deze aanspraken wordt onderbroken.