Regeling vermindering bezoldiging bij nevenwerk tijdens diensttijd

De Minister van Binnenlandse Zaken,
Gelet op de artikelen 33e van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (Stb. 1931, 248), 30g van het Arbeidsovereenkomstenbesluit (Stb. 1931, 354) en 61 van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal (Stb. 1979, 123);

Besluit:

Artikel

2

Indien aan de belanghebbende buitengewoon verlof wordt verleend voor het verrichten van nevenwerk, wordt over de genoten verlofuren geen bezoldiging of loon genoten.

Artikel

3

Indien het bevoegd gezag van oordeel is dat het nevenwerk overwegend in het algemeen belang wordt verricht, wordt de vermindering van bezoldiging of loon beperkt tot hetgeen de belanghebbende voor het nevenwerk aan geldelijke of op geld waardeerbare beloning ontvangt of geacht kan worden te ontvangen voor de met het verlof overeenkomende uren.

Artikel

4

Artikel

5

Vervallen

's-Gravenhage
De Minister van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de directeur-generaal management en personeelsbeleid, H. A. P. M.Pont