Besluit van 23 juni 1992, houdende het Examenbesluit m.b.o.

Examenbesluit m.b.o.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, van 12 november 1991, nr. 91074059/3462, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op de artikelen 29, vijfde lid, 29a, eerste lid, en 30 van de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1986, 552);
Gehoord de Onderwijsraad (adviezen van 10 oktober 1988, nr. OR2B/1313S en van 8 september 1989, nr. OR2B/1540S);
De Raad van State gehoord (advies van 25 maart 1992, nr. W05.91 0627);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, van 19 juni 1992, nr. 92037683/3462, directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

"Onze minister": Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen en voor wat betreft het landbouwonderwijs, Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

"de wet": de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1986, 552),

"Informatie Beheer Groep": de Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank,

"de inspectie": de inspectie, bedoeld in artikel 113 of artikel 114 van de wet,

"school": een dagschool voor middelbaar beroepsonderwijs in de sector techniek, de sector landbouw en natuurlijke omgeving, de sector economie of de sector dienstverlening en gezondheidszorg,

"bevoegd gezag": voor wat betreft:

  • a.

    een rijksschool: Onze minister,

  • b.

    een gemeentelijke school: het college van burgemeester en wethouders voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit wenselijk oordeelt, met inachtneming van door hem te stellen regelen,

  • c.

    een andere openbare school: het krachtens de desbetreffende gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan, en

  • d.

    een bijzondere school: het schoolbestuur,

"examen": het eindexamen, bedoeld in de wet,

"stage": de stage, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de wet,

"examenonderdeel": een onderdeel als bedoeld in artikel 29a, tweede lid, van de wet,

"toets": een of meer opdrachten, door de kandidaat te vervullen bij de examinering van een examenonderdeel of een deel daarvan,

"examenreglement": het examenreglement, bedoeld in artikel 9, eerste lid,

"landelijke examencommissie": de landelijke examencommissie, bedoeld in artikel 4,

"landelijk orgaan": het landelijk orgaan, bedoeld in artikel 2.38, eerste lid, van de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs,

"commissie onderwijs bedrijfsleven": de commissie onderwijs-bedrijfsleven, bedoeld in artikel 2.38, derde lid, van de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs.

"examinator": degene die belast is met het afnemen van het examen,

"centrale directie": een of meer leden van de centrale directie,

"gecommitteerde": de gecommitteerde, bedoeld in artikel 10,

"certificaat": het bewijs van een met gunstig gevolg afgelegd examenonderdeel,

"kandidaat": degene die aan een of meer examenonderdelen deelneemt, en

"herkansing": de herkansing, bedoeld in artikel 23, eerste lid.

Artikel

2

Toelating tot en indeling van het examen

Artikel

3

Schoolexamen en centraal examen

Een examenonderdeel wordt afgenomen in de vorm van een schoolexamen tenzij een examenonderdeel op grond van de door Onze minister vastgestelde ministeriële regeling, bedoeld in artikel 7, eerste lid, wordt afgenomen in de vorm van een centraal examen.

Artikel

4

Landelijke examencommissie

Artikel

4a

Gemeenschappelijke examens leerlingwezen en middelbaar beroepsonderwijs

Het bestuur van een landelijk orgaan en het bevoegd gezag van een scholengemeenschap waarvan ten minste deel uitmaken een school voor middelbaar beroepsonderwijs en een school voor beroepsbegeleidend onderwijs, die opleidingen verzorgen waarvoor de eindtermen op voorstel van het bestuur van het landelijk orgaan dan wel de commissie onderwijs-bedrijfsleven worden vastgesteld, kunnen bepalen dat de examens voor de leerlingen van de desbetreffende opleidingen worden afgenomen door een gemeenschappelijke examencommissie.

Artikel

5

Onregelmatigheden

§

II

Inhoud van het examen

Artikel

6

Inhoud examen

Artikel

7

Examenprogramma

§

III

Regeling van het examen

Artikel

8

Afnemen van het examen

Artikel

9

Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting

Artikel

10

Gecommitteerden

Artikel

11

Deskundigen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Niet op voorgeschreven wijze afgelegd examen

Indien een of meer toetsen aan een of meer scholen naar het oordeel van de inspectie niet op de voorgeschreven wijze zijn afgelegd dan wel kunnen worden afgelegd, dan wel indien het afnemen van het schoolexamen of het centraal examen niet op behoorlijke wijze is geschied, beslist de inspectie hoe alsdan moet worden gehandeld.

§

IV

Centraal examen

Artikel

14

Afnemen centraal examen

Artikel

15

Aantallen kandidaten centraal examen

Uiterlijk vier maanden voor de aanvang van het centraal examen stelt de centrale directie Onze minister in kennis van de aantallen kandidaten die aan de verschillende toetsen zullen deelnemen.

Artikel

16

Regels omtrent het centraal examen

Artikel

17

Beoordeling centraal examen

Het werk van de kandidaten wordt, voor zover niet anders is bepaald door de landelijke examencommissie, beoordeeld door de examinator, met inachtneming van de door de landelijke examencommissie vastgestelde beoordelingsnormen.

Artikel

18

Verhindering centraal examen

Artikel

19

Mededeling aan minister en inspectie

De centrale directie doet van de gevallen waarin hernieuwde toetsing van het centraal examen plaatsvindt, bedoeld in de artikelen 5, tweede lid, laatste volzin, en vierde lid, vijfde volzin, en 18, eerste en tweede lid, zo spoedig mogelijk mededeling aan Onze minister en aan de inspectie.

§

V

Uitslag, herkansing, diplomering

Artikel

20

Vaststelling examenresultaten

Artikel

21

Vrijstellingen

Artikel

22

Uitslag

Artikel

23

Herkansing, verlengde stage

Artikel

24

Diploma's, certificaten en cijferlijsten

§

VI

Overige bepalingen

Artikel

25

Mededeling resultaten

Artikel

26

Bewaren en inzage examenwerk en resultaten

Artikel

27

Extraneï-examens

Artikel

28

Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin dit besluit niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de centrale directie. De centrale directie deelt zijn beslissing zo spoedig mogelijk mede aan de betrokken examinatoren, aan de gecommitteerden en aan de inspectie.

Artikel

29

Afwijking wijze van examineren

§

VII

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

30

Overgangsbepaling aangewezen scholen

De leerling die is geslaagd voor het examen ter afsluiting van een opleiding als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling m.b.o. 1990-1991 (Uitleg OenW-Regelingen nr. 18a van 4 juli 1990), die wordt verzorgd door een aangewezen school als bedoeld in artikel 1.3 van die regeling, ontvangt een diploma volgens het model zoals vastgesteld voor de opleidingen, bedoeld in het Inrichtingsbesluit m.b.o. (Stb. 1991, 336).

Artikel

31

Overgangsbepaling invoering Examenbesluit m.b.o.

Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de regeling van het examen, zo nodig in afwijking van de op 31 juli 1991 geldende voorschriften, bedoeld in artikel II, onderdelen H en I, van de Wet van 23 mei 1990, Stb. 266. De voorschriften, bedoeld in de eerste volzin, kunnen slechts worden gegeven voor zover dit nodig is met het oog op de invoering van dit besluit.

Artikel

32

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt met uitzondering van artikel 30 in werking met ingang van 1 augustus 1992 met dien verstande dat aan de scholen in de sector techniek, met uitzondering van de afdeling nautische beroepen, de sector economie en de sector dienstverlening en gezondheidszorg het eerste centraal examen in de zin van dit besluit niet eerder plaatsvindt dan 1 januari 1995, voor zover het betreft de opleidingen, bedoeld in artikel 15a, derde lid, onderdeel c, van de wet. Artikel 30 treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 1991.

Artikel

33

Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als "Examenbesluit m.b.o.".

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, J. M. M. Ritzen
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, P. Bukman
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Inhoudsopgave

§ I

Algemene bepalingen

Artikel 1.

Begripsbepalingen

Artikel 2.

Toelating tot en indeling van het examen

Artikel 3.

Schoolexamen en centraal examen

Artikel 4.

Landelijke examencommissie

Artikel 5.

Onregelmatigheden

§ II

Inhoud van het examen

Artikel 6.

Inhoud examen

Artikel 7.

Examenprogramma

§ III

Regeling van het examen

Artikel 8.

Afnemen van het examen

Artikel 9.

Examenreglement en programma van toetsing en fasluiting

Artikel 10.

Gecommitteerden

Artikel 11.

Deskundigen

Artikel 12.

Vervallen

Artikel 13.

Niet op voorgeschreven wijze afgelegd examen

§ IV

Centraal examen

Artikel 14.

Afnemen centraal examen

Artikel 15.

Aantallen kandidaten centraal examen

Artikel 16.

Regels omtrent het centraal examen

Artikel 17.

Beoordeling centraal examen

Artikel 18.

Verhindering centraal examen

Artikel 19.

Mededeling aan minister en inspectie

§ V

Uitslag, herkansing, diplomering

Artikel 20.

Vaststelling examenresultaten

Artikel 21.

Vrijstellingen

Artikel 22.

Uitslag

Artikel 23.

Herkansing, verlengde stage

Artikel 24.

Diploma's, certificaten en cijferlijsten

§ VI

Overige bepalingen

Artikel 25.

Mededeling resultaten

Artikel 26.

Bewaren en inzage examenwerk en resultaten

Artikel 27.

Extraneï-examens

Artikel 28.

Afwijkende inrichting van het examen

Artikel 29.

Afwijking wijze van examineren

§ VII

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 30.

Overgangsbepaling aangewezen scholen

Artikel 31.

Overgangsbepaling invoering Examenbesluit m.b.o.

Artikel 32.

Inwerkingtreding

Artikel 33.

Citeertitel