Besluit van 24 augustus 1992, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen

Besluit drukvaten van eenvoudige vorm

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 april 1992, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Afdeling Wetgeving en Juridische Zaken, nr. DGA/AIB/WJZ/92/4989;
Overwegende dat regels dienen te worden gesteld ter uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake drukvaten van eenvoudige vorm (87/404/EEG, PbEG 1987, L220/48);
Gelet op de artikelen 1, eerste lid, onder a, 2, 3, eerste en tweede lid, 4, derde lid, 6, 12, derde lid, 24 en 25a van de Wet op de gevaarlijke werktuigen (Stb. 1952, 104);
De Raad van State gehoord (advies van 24 juni 1992, No. W12.92.0157);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 augustus 1992, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Afdeling Wetgeving en Juridische Zaken, nr. DGA/AIB/WJZ/92/10728;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Inleidende bepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    drukvat: een in serie vervaardigd gelast drukvat van eenvoudige vorm met een inwendige overdruk van meer dan 0,5 bar,

    • 1e.

      dat ertoe bestemd is lucht, dan wel stikstof te bevatten en

    • 2e.

      dat niet bestemd is om aan vlambelasting te worden onderworpen en

    • 3e.

      waarvan de delen en verbindingen die van belang zijn voor de sterkte van het drukvat zijn vervaardigd uit niet-gelegeerd kwaliteitsstaal dan wel uit niet-gelegeerd aluminium of geen dispersieharding vertonende aluminiumlegeringen en

    • 4e.

      dat bestaat uit:

      • -

        een cilindrisch gedeelte met een cirkelvormige dwarsdoorsnede, afgesloten door gewelfde bodems met de holle zijde naar binnen of door platte bodems, welke bodems een zelfde omwentelingsas hebben als het cilindrisch gedeelte, of

      • -

        twee gewelfde bodems met een zelfde omwentelingsas en

    • 5e.

      waarvan de maximale bedrijfsdruk ten hoogste gelijk is aan 30 bar en het produkt van deze druk en de inhoud van het vat (PS.V) niet groter is dan 10.000 bar.l en

    • 6e.

      waarvan de minimale bedrijfstemperatuur niet lager is dan -50°C en de maximale bedrijfstemperatuur niet hoger is dan 300° C bij een drukvat van staal en 100° C bij een drukvat van aluminium of aluminiumlegeringen;

  • b.

    de Gemeenschap: de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is;

  • c.

    richtlijn: de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake drukvaten van eenvoudige vorm (87/404/EEG, PbEG 1987, L 220/48);

  • d.

    keuringsinstantie: een ingevolge artikel 5, eerste lid, van de wet, met betrekking tot drukvaten van eenvoudige vorm aangewezen dienst, instelling, onderneming of onderzoeksbureau, dan wel een door de andere lidstaten van de Europese Unie in het kader van de richtlijn aangemelde instantie;

  • e.

    wet: Wet op de gevaarlijke werktuigen (Stb. 1952, 104);

  • f.

    Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel

3

Dit besluit is niet van toepassing op:

  • a.

    drukvaten speciaal ontworpen voor nucleair gebruik, die bij defecten het verspreiden van radioactiviteit kunnen veroorzaken;

  • b.

    drukvaten die speciaal bestemd zijn voor installatie in of voor voortstuwing van schepen en luchtvaartuigen;

  • c.

    brandblusapparaten.

Hoofdstuk

II

Vervaardiging

Artikel

4

Artikel

4a

Met betrekking tot drukvaten worden geen markeringen gebezigd, die derden kunnen misleiden omtrent de betekenis of grafische vorm van de CE-markering. Op de drukvaten mogen andere markeringen worden aangebracht op voorwaarde dat de zichtbaarheid en de leesbaarheid van de CE-markering niet worden verminderd.

Artikel

5

Een drukvat dat in overeenstemming is met de door Onze Minister aangewezen, geharmoniseerde normen, wordt in zoverre vermoed te voldoen aan artikel 4, tweede lid.

Hoofdstuk

III

Keuring

Artikel

6

Alvorens over te gaan tot de vervaardiging van een drukvat waarvan het produkt PS.V groter is dan 50 bar.l, dient de fabrikant of diens in de Gemeenschap of in een van de Staten, die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevestigde gevolmachtigde:

  • a.

    wanneer wordt vervaardigd overeenkomstig de in artikel 5, bedoelde normen,

    • 1e.

      van het voornemen om tot vervaardiging over te gaan mededeling te doen en het technisch constructiedossier, bedoeld in punt 3 van bijlage II van de richtlijn, te verschaffen aan een keuringsinstantie, die een verklaring van geschiktheid van dit dossier opstelt, of

    • 2e.

      een model van het drukvat te laten onderwerpen aan het in artikel 10 van de richtlijn bedoelde EG-typeonderzoek.

  • b.

    wanneer de in artikel 5, bedoelde normen, niet of slechts ten dele in acht worden genomen, een model van het drukvat te laten onderwerpen aan het in artikel 10 van de richtlijn bedoelde EG-typeonderzoek.

Artikel

7

Artikel

8

Intrekking EG-typeverklaring

Een EG-typeverklaring kan door de door Onze Minister aangewezen keuringsinstantie, die haar heeft afgegeven, worden ingetrokken, indien is vastgesteld dat de CE-markering ten onrechte op de betrokken drukvaten is aangebracht.

Artikel

9

Verplichtingen fabrikant bij zelfkeuring

Hoofdstuk

IV

Verkeer en gebruik

Artikel

10

Hoofdstuk

V

Merk van afkeuring

Artikel

11

Artikel

12

Waarschuwingsplicht

Artikel

13

Noodmaatregelen

Hoofdstuk

VI

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

14

Indien één van de artikelen of de bijlagen van de richtlijn, waarnaar in dit besluit wordt verwezen, wordt gewijzigd, maakt Onze Minister dit bekend in de Staatscourant; hij vermeldt daarbij met ingang van welke datum en met betrekking tot welke drukvaten de wijziging moet worden toegepast.

Artikel

15

Voor aanwijzing als keuringsinstantie krachtens artikel 5 van de wet komen slechts in aanmerking die instanties die in elk geval voldoen aan de in bijlage III van de richtlijn neergelegde voorwaarden.

Artikel

16

Artikel

17

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

18

Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit drukvaten van eenvoudige vorm.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. De Vries
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin