Besluit van 12 oktober 1992, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 2, derde lid; 3 en 6, tweede lid, van de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1990, 300)

Besluit collectieve preventie volksgezondheid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 5 februari 1991 directoraat-generaal van de Volksgezondheid, PEP/GZ no. 295;
Gezien het advies van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid (advies van 8 september 1988);
De Raad voor de Gemeentefinanciën gehoord (advies van 30 augustus 1988);
De Raad van State gehoord (advies van 18 juni 1991, no. W13.91.0082);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, van 1 oktober 1992 directoraat-generaal van de Volksgezondheid, PEP/GZ no. 924294;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b.

    de wet: de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1990, 300);

  • c.

    de KNMG: de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst;

  • d.

    Aids: het acquired immune deficiency syndrome.

Artikel

2

De in artikel 2, tweede lid, aanhef en onder c, van de wet genoemde taak inzake preventieprogramma's omvat in ieder geval de volgende werkzaamheden:

  • a.

    het in stand houden van een structuur voor de samenwerking tussen instellingen die taken vervullen op het gebied van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding;

  • b.

    het in stand houden van een oproepsysteem van door Onze Minister aangewezen bevolkingsonderzoeken.

Artikel

3

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

8

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit collectieve preventie volksgezondheid.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. J. Simons
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin