Na overleg met het Produktschap voor Vis en Visprodukten;
Besluit:
Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
minister:
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
b.
grote fuik:
aalfuik die met behulp van stokken of palen wordt uitgezet en verbonden is aan schutwant, al dan niet deel uitmakend van een fuikregel;
c.
schietfuik:
aalfuik die door een vleugel met een tweede aalfuik wordt verbonden, welke beide fuiken paarsgewijs worden uitgezet.
Artikel
2
1
Het is verboden te vissen in het IJsselmeer met:
a.
de grote fuik in de periode van 1 januari tot en met 30 april;
b.
de schietfuik in de periode van 1 oktober tot en met 30 april;
c.
het staand net in de periode van 16 maart tot en met 30 juni;
d.
het aalhoekwant in de periode van 1 november tot en met 11 april;
e.
het aalkistje in de periode van 1 november tot en met 11 april;
f.
de aaskuil in de periode van 1 november tot en met 11 april;
g.
de zegen in de periode van 16 maart tot en met 31 oktober.
2
Het is verboden te vissen in het IJsselmeer met het staand net, het aalhoekwant of het aalkistje van vrijdagmiddag 16.00 uur tot de daaropvolgende maandagmorgen 8.00 uur.
3
Het is verboden te vissen in het IJsselmeer met de aaskuil van donderdag zonsondergang tot de daaropvolgende maandag 8.00 uur en voorts dagelijks van zonsondergang tot de daaropvolgende morgen 8.00 uur.
4
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdelen a en b, is het toegestaan te vissen met de grote fuik en de schietfuik ten behoeve van de vangst van spiering gedurende een door de minister jaarlijks vast te stellen en in de Staatscourant bekend te maken periode welke periode is gelegen in het tijdvak dat een aanvang neemt op 1 maart en eindigt uiterlijk vijf weken nadien.
5
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, is het toegestaan in de periode van 1 januari tot en met 30 april te vissen met de grote fuik mits in het achterste deel van de fuik een netwerk, bestaande uit tenminste 80 mazen met een maaswijdte van tenminste 40 mm is aangebracht achter de laatste inkeling zodanig dat deze mazen in de te water staande fuik vierkant van vorm zijn en vis via deze mazen uit de fuik kan ontsnappen.
Artikel
3
1
Het is verboden te vissen met de schietfuik in het IJsselmeer in:
a.
het gebied begrensd door de kust van Friesland en de meerdijk van de Noordoostpolder alsmede de lijn lopend van het licht van de Rotterdamse Hoek over de gasboeien SB 10, VZ 6 en VZ 2-ST 1, het rode havenlicht van Stavoren naar de kop van de golfbreker ten westen van de haven van Kornwerderzand;
b.
het gebied begrensd door de Noordhollandse kust en de lijn lopend van het kerkje van Andijk naar het groene havenlicht van Medemblik;
c.
het gebied begrensd door de Houtribdijk en de Krabbersgatdam en de lijn lopend van het rode licht op de noordoostpunt van de Krabbersgatdam over de gasboei EZ 1 KG 2 naar de ton EZ 13 en vandaar over de zuidoostelijke groen/witte betonning voor de recreatievaart naar het groene havenlicht van Trintelhaven;
d.
het gebied begrensd door de Houtribdijk en de Noordhollandse kust en de lijn lopend van het vaste licht van Trintelhaven over de gasboei KG 30, de groene gasboei ten zuiden van de Nek, de ton H 2 ten zuiden van Hoorn naar de kop van de zuidoostelijke havendam van Schardam;
e.
de Gouwzee voor zover gelegen ten zuiden van de lijn lopend van het witte licht op de noordpunt van de Markerwaarddijk ten noorden van Marken naar het groene havenlicht van Volendam en
f.
de havens voor zover gelegen landinwaarts van de lijn getrokken over het groene en rode licht van de haveningang(en) met inbegrip van Pampushaven, de Vluchthaven van het Oostvaardersdiep en de havens van Lelystad voor zover gelegen binnen de lijn getrokken over de groene en rode lichten die de ingangen ervan markeren.
2
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet gedurende de door de minister krachtens artikel 2, vierde lid, vastgestelde periode.
Artikel
4
Het is verboden te vissen met de aaskuil in het IJsselmeer in:
a.
het gebied aan de ene zijde begrensd door de vaste wal van Noord-Holland, de Hollandse Brug en de meerdijk van Flevoland en aan de andere zijde door een lijn getrokken van het licht van de Ven naar gasboei EZ 1 KG 2 aan de noordzijde van het Enkhuizerzand, over het rode drijfbaken KG 4 naar het rode licht op de noordoostpunt van de leidam langs het Krabbersgat, via deze leidam naar het licht op de zuid-westpunt van deze leidam, over de gasboei KG 30 en de visserijton V5 bezuiden de hoek van de Nek naar de vuurtoren op de oostpunt van Marken, vandaar naar het licht op de zuid-westpunt van de noordwestelijke leidam van Pampushaven en vandaar langs de Oostvaardersdijk en voor zover deze dijk is onderbroken, de lijn die de dijkgedeelten verbindt tot het Commissarislicht op de Houtribdijk en vandaar naar de noordpunt van de haven van de Flevocentrale;
b.
het gebied aan de ene zijde begrensd door de kust van Friesland en de meerdijk van de Noordoostpolder en aan de andere zijde door de lijn getrokken van de vuurtoren van Staveren over de gasboei VZ 2-ST 1 en de gasboei VZ 6 over de gasboei L-NM naar het punt op de meerdijk van de Noordoostpolder waar het verlengde van de rechte lijn van de rode ton VZ 6 over de gasboei L-NM deze meerdijk kruist;
c.
het gebied aan de ene zijde begrensd door de kust van Noord-Holland en aan de andere zijde door een lijn getrokken van het licht van de Zeughoek naar de noordwestpunt van de proefpolder bij Andijk en
d. het gebied aan de ene zijde begrensd door de kust van Noord-Holland, de Afsluitdijk en de vaste wal van Friesland en aan de andere zijde door een lijn getrokken van de vuurtoren van Staveren naar de gasboei VF 17 en vandaar naar het licht van de Zeughoek.
Artikel
5
De regeling op grond van artikel 6, derde lid, van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 van 5 oktober 1989, nr. J 898917, (Stcrt. 195) wordt ingetrokken.
Artikel
6
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking in de Staatscourant.
Artikel
7
Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling IJsselmeervisserij 1993.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,