Examenreglement hoofdbrandmeester 1993

De minister van Binnenlandse Zaken,
Gezien het advies van het curatorium Rijksbrandweeracademie van 29 juni 1993, nr. CRBA93/U6;

Besluit:

Artikel

1

In deze ministeriële regeling wordt verstaan onder:

a.
de opleiding:
b.
de module:

elke onderwijseenheid over een samenhangend deel van de leerstof, die zowel presentatie, verwerking als toetsing omvat en die flexibel programmeerbaar is in het systeem, waarvan het een onderdeel is;

c.
het module-examen:

elk examen ter afsluiting van een module, dat bestaat uit een schriftelijk deel, een praktisch deel, een projectopdracht of een combinatie daarvan;

d.
het studiepunt:

de eenheid, waarin de omvang van de module wordt uitgedrukt en die gemiddeld tien contact- of zelfstudie-uren vertegenwoordigt;

e.
het bestuur:

het bestuur van het Nederlands bureau brandweerexamens, genoemd in artikel 18g, eerste lid, van de Brandweerwet 1985;

f.
de vrijstelling:

een door het bestuur afgegeven verklaring, inhoudende dat de kandidaat voor de betreffende module over de vereiste kennis en vaardigheden beschikt;

g.
de projectopdracht:

de opdracht, niet zijnde een schriftelijk of praktisch deel, die een kandidaat moet verrichten in het kader van een module-examen;

h.
de pilot voltijdsopleiding hoofdbrandmeester:

de door het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding gegeven voltijdsopleidingen bestemd voor de 40e, 41e en 42e officiersopleiding.

Artikel

2

De opleiding bestaat uit acht modulen:

  • a.

    repressie (verplichte module);

  • b.

    management/beleidskunde (verplichte module);

  • c.

    proactie en risicoanalyse (keuze-module);

  • d.

    basisveiligheidsmanagement (keuze-module);

  • e.

    opleidings- en oefenbeleid (keuze-module);

  • f.

    informatie- en communicatietechnologie (keuze-module);

  • g.

    regionaal officier gevaarlijke stoffen (aanvullende module);

  • h.

    waarschuwings- en verkenningsdienstdeskundige (aanvullende module).

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

9a

Artikel

9b

Artikel

10

Overeenkomstig artikel 9, vijfde lid, van het Algemeen brandweerexamenreglement 1994 wordt het diploma hoofdbrandmeester afgegeven, indien de kandidaat in het bezit is van certificaten van of vrijstellingen voor de verplichte modulen en ten minste twee keuze-modulen, bedoeld in artikel 2, en in het bezit is van:

Artikel

10a

Het diploma hoofdbrandmeester wordt voorts, in afwijking van artikel 9, vijfde lid, van het Algemeen brandweerexamenreglement 1994 afgegeven, indien de kandidaat:

  • a.

    ten minste een voldoende resultaat heeft behaald voor de vakgebieden van de pilot voltijdsopleiding hoofdbrandmeester en

  • b.

Artikel

11

Vervallen

Artikel

11a

Vervallen

Artikel

12

Het Examenreglement hoofdbrandmeester wordt ingetrokken.

Artikel

13

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1993.

Artikel

14

Deze regeling wordt aangehaald als: Examenreglement hoofdbrandmeester 1993.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken, C.I.Dales

Bijlage

, behorende bij het Examenreglement hoofdbrandmeester 1993

Deel A, examenprogramma module repressie

Opleidingsniveau: hoofdbrandmeester

Module:repressie

no. leerdoel

inhoud

gedragsniveau

weegfactor

1.

Optreden in het CTPI/COPI

t+p

3

2.

Optreden als commandant brandweercompagnie

t+p

3

3.

Optreden als commandant rampterrein

t+p

3

4.

Optreden als functionaris brandweer in verschillende overlegstructuren/staven.

t+p

2

Deel B, examenprogramma module management/beleidskunde

Opleidingsniveau: hoofdbrandmeester

1.

Financiën

i + t

2

2.

Personeel

i + t

2

3.

Planning, controlling en procesbeheersing

t

3

4.

Organisatie

t

2

5.

Informatie

i + t

2

6.

Managementvaardigheden

t + s2

3

Opmerkingen: Bij het beschrijven van de leerdoelen en -inhoud is ervan uitgegaan dat de hoofdbrandmeester functioneert als chef van een afdeling.

Deel C, examenprogramma module proactie en risicoanalyse.

OPLEIDINGSNIVEAU: hoofdbrandmeester

MODULE: proactie en risicoanalyse

no. leerdoel

inhoud

gedragsniveau

weegfactor

Omgaan met risico's en maatschappelijke beslissingen

1.

Inzicht in het feit dat definiëring van en omgaan met risico's betekent dat er keuzen worden gemaakt. Keuzen om risico's te vermijden, maar ook om ze te nemen.

i

3

2.

Inzicht hebben in een aantal methoden, inclusief de beperkingen hiervan, om risico's te schatten ten gevolge van schadelijke stoffen, schadelijke organismen en het vrijkomen van energie.

i

3

3.

Inzicht hebben in de manier waarop menselijk gedrag een rol speelt bij het omgaan met technologie.

i

2

4.

Inzicht hebben in beslisproblemen in situaties met technologische risico's en manieren om hier mee om te gaan.

i

2

5.

Inzicht hebben in het risicomanagement van de Nederlandse overheid en in de complexiteit van beslissingen over technologische risico's (met name de mogelijkheden en beperkingen van kwantitatieve normstelling en de cumulatie van risico's).

i

2

6.

Beschrijven van de belangrijkste problemen in de praktijk van risico-communicatie en inzicht in de opzet en organisatie van risico-communicatie.

i

2

Inzicht hebben in integraal veiligheidsbeleid

7.

Beschrijven van de bestuurlijke ontwikkelingen rondom integraal veiligheidsbeleid en hierbij weten wat op lokaal niveau de bijdrage kan zijn van de verschillende disciplines in afzonderlijke delen veiligheidsketen.

i

3

8.

Vanuit de brandweer een praktische invulling kunnen geven aan het integraal gemeentelijk veiligheidsbeleid, inclusief de samenhang met andere overheidstaken en in samenwerking met andere veiligheidspartners.

p

3

Omgaan met risico’s en maatschappelijke beslissingen

9.

Inzicht hebben in de regelgeving en praktijk van ruimtelijke ordening in Nederland.

i

3

Deel D, examenprogramma module basisveiligheidsmanagement

OPLEIDINGSNIVEAU: hoofdbrandmeester

MODULE: basisveiligheidsmanagement

1.

Inzicht hebben in de aard, mate en soort complexiteit die speelt bij grote

projecten.

2.

Met behulp van geëigende instrumenten complexiteit inzichtelijk kunnen maken bij grote projecten.

3.

Op basis van geëigende strategieën kunnen omgaan met complexiteit bij grote projecten.

4.

Beheersen van de grondbeginselen van effectief projectmanagement.

5.

Kennis hebben van de inrichting en het functioneren van het (decentrale) openbaar bestuur.

6.

Inzicht hebben in de beleidscyclus en beleidsinstrumentering in het

algemeen.

7.

Inzicht hebben in beleidsinstrumentering van het integrale veiligheidsbeleid in het bijzonder.

8.

Inzicht hebben in de specifieke besluitvorming binnen het fysieke veiligheidsbeleid.

9.

Inzicht hebben in de samenhang tussen sociale veiligheid en fysieke veiligheid.

10.

Inzicht hebben in het staats- en bestuursrecht en het bestuursprocesrecht.

11.

Kennis hebben van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en daarmee samenhangende rechtsgebieden.

12.

Kennis hebben van wetgeving inzake crisisbeheersing en rampenbestrijding.

13.

Inzicht hebben in de wet- en regelgeving op het gebied van fysieke veiligheid.

14.

In staat zijn juridische aspecten van veiligheid te onderkennen en te kunnen plaatsen in het relevante rechtsgebied.

15.

Kennis hebben van de voornaamste juridische vragen die spelen op het gebied van veiligheid.

16.

Inzicht hebben in de methoden van kwantitatieve risicoanalyse.

17.

Inzicht hebben in methoden van deterministische analyse.

18.

Beheersen van technieken voor het analyseren (voorspellen) en oplossen van veiligheidsproblemen via ontwerp en management (herkennen en bestrijden).

19.

In staat zijn rapportages van incidentanalyses te bestuderen en daar lering uit te trekken voor toekomstige projecten en de eigen organisatie.

20.

Kennis hebben van de structuur, totstandkoming en partners rondom de wet- en regelgeving inzake brandpreventie.

21.

Inzicht hebben in de wijze waarop de uitvoering van de brandpreventieve taken georganiseerd kan worden.

22.

Inzicht hebben in de beleidsvrijheden die de regelgeving biedt en op welke wijze daar invulling aan gegeven kan worden.

23.

Kennis hebben van de actuele stand van zaken rondom de brandveiligheid in Nederland.

Deel E, examenprogramma module opleidings- en oefenbeleid

OPLEIDINGSNIVEAU: hoofdbrandmeester

MODULE: opleidings- en oefenbeleid

no. leerdoel

inhoud

gedragsniveau

weegfactor

Ontwikkelen van opleidings- en oefenbeleid voor de brandweer- en rampenbestrijdingsorganisatie

1.

Vertalen van organisatiebeleid naar opleidings- en oefenbeleid.

i+t

3

2.

Definiëren van de actoren rond opleiden en oefenen.

i

2

3.

Mobiliseren van actoren bij het ontwikkelen van opleidings- en oefenbeleid.

t

3

4.

Analyseren of aan problemen binnen de organisatie een opleidingsnoodzaak ten grondslag ligt.

p

2

5.

Analyseren van de opeleidings- en oefennoodzaak.

p

2

Uitvoeren van opleidings- en oefenbeleid voor de brandweer- en rampenbestrijdingdsorganisatie

6.

Implementeren van opleidings- en oefenbeleid.

p

3

7.

Toepassen en optimaliseren van beheersystemen van opleiding en oefening.

t

2

Deel F, examenprogramma module informatie- en communicatietechnologie

Opleidingsniveau: hoofdbrandmeester

Module: informatie- en communicatietechnologie

no. leerdoel

inhoud

gedragsniveau

weegfactor

1.

Beschrijven van de belangrijkste uitgangspunten voor het inrichten van de informatievoorziening en communicatie-infrastructuur in de brandweerorganisatie

i

2

2.

Beoordelen, implementeren en beheren van een informatie- en communicatieplan

p

3

3.

Beschrijven van de uitgangspunten voor de ontwikkeling van managementinformatiesystemen enerzijds en operationele systemen anderzijds, rekening houdend met de onderlinge beïnvloeding en verwevenheid

i

2

4.

Adviseren bij voorgenomen aanschaf en integratie van informatie- en communicatiesystemen en het begeleiden van de daadwerkelijke implementatie

t

2

5.

Inzicht hebben in standaards en deze standaards in een onderhandelingssituatie kunnen afdwingen

i+t

1

6.

Adviseren bij de inrichting van een informatie- en communicatiebeheerorganisatie

t

2

7.

Aangeven van de hoofdlijnen van de trendmatige ontwikkelingen binnen de informatie- en communicatietechnologie en de mogelijke toepassingen voor de brandweer hieruit kunnen deduceren

p

2

8.

Beschrijven van de rol van informatie- en communicatiecoördinator binnen een brandweerorganisatie

i

1

Deel G, examenprogramma module regionaal officier gevaarlijke stoffen

OPLEIDINGSNIVEAU: hoofdbrandmeester

MODULE: regionaal officier gevaarlijke stoffen

no. leerdoel

inhoud

gedragsniveau

weegfactor

1.

Identicificeren van de gevaarlijke stoffen (inclusief radioactievestoffen¹) en het vaststellen van de schadelijke gevolgen van het incident

t+p

3

2.

Adviseren van de bevelvoerende officier over de aan ongevallen gevaarlijke stoffen verbonden risico's

t+p

3

3.

Adviseren van de bevelvoerende officier omtrent de meest geschikte bestrijdingsmethode

p

3

4.

Adviseren van de bevelvoerende officier omtrent de in het brongebied te nemen maatregelen ten bate van milieubescherming en de veiligheid.

t+p

3

5.

Adviseren over en coördineren van de afvoer van gevaarlijke stoffen.

t

3

6.

Leidinggeven aan de ontsmettingsprocedure voor bestrijdingspersoneel en -eenheden.

t

3

7.

Het (doen) verrichten van metingen en interpreteren van meetresultaten ten behoeve van de bronbestrijding.

t

2

¹ Stralingsdeskundigheid op niveau 5B wordt verondersteld

Deel H, examenprogramma module waarschuwings en verkenningsdienstdeskundige

OPLEIDINGSNIVEAU: hoofdbrandmeester

MODULE: waarschuwings en verkenningsdienstdeskundige

no. leerdoel

inhoud

gedragsniveau

weegfactor

1.

Leiding geven aan de waarschuwings- en verkenningsdienst.

p

3

2.

Verzamelen en interpreteren van gegevens ten bate van de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen (inclusief radioactieve stoffen).

t

3

3.

Opmaken van een prognose met betrekking tot de gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen voor de omgeving.

p

3

4.

Adviseren van de regionaal commandant ten aanzien van de maatregelen ter beperking van de gevolgen van het ongeval.

t

3

5.

Zorgdragen voor de uitvoering van de waarschuwing van de bevolking

t+p

3

6.

Adviseren inzake te nemen maatregelen ten bate van milieubescherming en de veiligheid in het effectgebied

t+p

3

Deel I

Kennis

k1

kunnen opzoeken

k2

kunnen herkennen

k3

uit het hoofd kunnen noemen

i

inzicht

  • kunnen noemen van consequenties/gevolgen

  • kunnen formuleren in eigen woorden

t

toepassen

kunnen gebruiken van standaardbegrippen, -principes, -regels, -methoden en -technieken

p

probleem oplossen

kunnen kiezen of ontwikkelen van andere dan standaardbegrippen, -principes, -regels, -methoden en -technieken

motorische vaardigheden

m1

kunnen verrichten van motorische/zintuiglijke vaardigheden

m2

bedreven zijn in bepaalde motorische/zintuiglijke vaardigheden

sociale vaardigheden

s1

beschikken over bepaalde sociale vaardigheden

s2

beheersen van bepaalde sociale vaardigheden

Deze bijlage behoort bij het Examenreglement hoofdbrandmeester 1993.

De Minister van Binnenlandse Zaken,C. I.Dales