Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994, niet zijnde een brommobiel;
-
brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie;
-
bijscholing: rijonderricht na de eerste afgifte van een certificaat als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, gericht op het hernieuwd verkrijgen van een certificaat als in dat onderdeel bedoeld;
-
instituut: instituut, bedoeld in artikel 2;
-
motorrijtuigcategorie: categorie van motorrijtuigen vastgesteld op grond van artikel 118, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
-
motorrijtuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994;
-
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
-
richtlijn vakbekwaamheid bestuurders: richtlijn nr. 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PbEG 2003, L 226);
-
rijbewijs: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994;
-
rijonderricht: onderricht, gericht op het bijbrengen, behouden of verbeteren van de rijvaardigheid of geschiktheid om aan het verkeer deel te nemen als bestuurder van een motorrijtuig, waarvoor een rijbewijs is vereist;
-
scholing educatieve maatregel: onderricht gericht op de bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid in het kader van een door het CBR krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aan betrokkenen opgelegde verplichting zich te onderwerpen aan educatieve maatregelen;
-
stage: na het examen te volgen rijonderricht gericht op het verkrijgen van een certificaat als bedoeld in artikel 13, onderdeel b.