Regeling subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gezien het advies van de Bosbouwvoorlichtingsraad en de Natuurbeschermingsraad;

Besluit:

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

De Minister kan met betrekking tot de te vergraven terreinen ten behoeve van de realisatie van de projecten Grensmaas en Zandmaas Pakket I en de realisatie van de Nadere Uitwerking voor het Rivierengebied op aanvraag subsidie verlenen voor:

  • a.

    de kosten van verwerving, en

  • b.

    de vergoeding van de kosten voor beëindiging van pachtovereenkomsten.

Artikel

3

In aanmerking voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 komen de volgende instellingen:

  • a.

    voor het project Grensmaas:

    • Vereniging Natuurmonumenten;

  • b.

    voor het project Zandmaas Pakket I:

    • Stichting Het Limburgs Landschap;

  • c.

    voor de Nadere Uitwerking voor het Rivierengebied:

    • Stichting Het Brabantse Landschap;

    • Stichting Het Geldersch Landschap;

    • Stichting Het Landschap Overijssel;

    • Stichting Het Utrechts Landschap;

    • Stichting Het Zuid-Hollands Landschap;

    • Vereniging Natuurmonumenten.

Artikel

3a

Vervallen

Artikel

4

Artikel

4a

Artikel

5

Vervallen

Paragraaf

2

Verwerving

Artikel

6

Een subsidie voor de kosten van verwerving van een terrein als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt slechts verleend indien het aankoopbedrag niet meer bedraagt dan de reële marktwaarde en het terrein gelegen is:

  • a.

    in een op grond van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling, zoals die luidde tot 29 november 1999, begrensd natuurontwikkelingsproject of reservaatsgebied, of

  • b.

    in een natuurgebied voor zover het een terrein betreft waarbinnen natuurontwikkeling wordt nagestreefd, of

  • c.

    in een natuurgebied binnen de EHS.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Vervallen

Paragraaf

3

Vergoeding ter beëindiging van pachtovereenkomsten

Artikel

10

Paragraaf

4

Beheer

Artikel

10a

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Vervallen

Paragraaf

5

Projecten

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Paragraaf

6

Bepalingen omtrent de wijze van aanvragen alsmede omtrent de toekenning van bijdragen

Artikel

19

Aanvragen tot subsidieverlening alsmede andere in het kader van deze paragraaf over te leggen bescheiden worden gericht aan de minister en ingediend bij de directeur.

Artikel

20

  • a.

    Een aanvraag tot subsidieverlening voor de kosten van verwerving van een terrein als bedoeld in artikel 6 wordt uiterlijk ingediend op de dag vóór het passeren van de koopakte.

  • b.

    Een aanvraag tot subsidieverlening voor de kosten van vergoeding ter beëindiging van een pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 10 wordt uiterlijk ingediend op de dag vóór de beëindiging van de pachtovereenkomst.

Artikel

21

Een aanvraag tot subsidieverlening, bedoeld in artikel 6, respectievelijk artikel 10, gaat in ieder geval vergezeld van:

  • a.

    een kadastrale omschrijving van het terrein ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    een begroting van de met de verwerving, respectievelijk de beëindiging van de pachtovereenkomst, gemoeide kosten;

  • c.

    in voorkomend geval, een overzicht van de subsidies of andere bijdragen die uit anderen hoofde met hetzelfde oogmerk worden verstrekt, respectievelijk van de eigen middelen van de instelling die met hetzelfde oogmerk worden aangewend, en

  • d.

    voor zover het betreft een aanvraag tot subsidieverlening voor de kosten van verwerving van een terrein en die verwerving niet kan worden aangemerkt als een uitbreidingsaankoop, een globale visie op het na te streven beheer van het terrein.

Artikel

22

De minister geeft een beschikking tot subsidieverlening.

Artikel

23

De minister kan op aanvraag een voorschot verlenen tot ten hoogste vijfennegentig procent van het bedrag vermeld in de beschikking tot subsidieverlening onderscheidenlijk van het bedrag waarop de subsidie overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening ten hoogste kan worden vastgesteld.

Artikel

24

Artikel

25

De minister geeft een beschikking tot subsidievaststelling ten aanzien van de subsidies, bedoeld in de artikelen 6 en 10.

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Vervallen

Artikel

36

Vervallen

Paragraaf

7

Overige bepalingen

Artikel

37

De instelling draagt er zorg voor, dat de subsidie wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij wordt verstrekt en dat alle verder uit deze regeling voortvloeiende verplichtingen worden nagekomen.

Artikel

38

Artikel

39

De instelling is verplicht mededeling te doen van alleen of met anderen opgerichte of nog op te richten privaatrechtelijke rechtspersonen die de financiële positie van de instelling in betekenende mate beïnvloeden of kunnen beïnvloeden. Zij is gehouden op verzoek van de minister inzage te verschaffen of te doen verschaffen in de financiële jaarstukken van zodanige rechtspersonen.

Artikel

40

Behoudens goedkeuring van de minister wordt een met een subsidie als bedoeld in artikel 6 verworven terrein of een gedeelte daarvan niet vervreemd of in erfpacht uitgegeven, noch wordt het kenmerkend karakter van het terrein of delen ervan in strijd met het beheersvisie gewijzigd, dan wel aan derden toestemming daartoe verleend. Aan de goedkeuring kan de minister voorwaarden verbinden.

Artikel

41

Artikel

42

Vervallen

Artikel

43

Artikel

44

De instelling beschikt over statuten, die aan de minister ter kennisneming worden overgelegd. De instelling stelt de minister onverwijld in kennis van wijziging van de statuten.

Artikel

45

Aan de toekenning van een subsidie kunnen geen rechten worden ontleend voor subsidies in daarop volgende jaren.

Artikel

46

Bij beëindiging van de instelling behoeft de bestemming van een batig liquidatiesaldo de goedkeuring van de minister.

Artikel

46a

Indien de aanvrager door ernstige nalatigheid of opzettelijk een onjuiste aanvraag tot subsidieverlening of – vaststelling heeft ingediend of ernstig nalatig of opzettelijk anderszins onjuiste gegevens heeft verstrekt op grond van een andere regeling gebaseerd op titel II, hoofdstuk IX van de verordening (EG) nr. 1257/99, of indien een beschikking tot subsidieverlening is gewijzigd of ingetrokken op grond van artikel 46b of een beschikking tot subsidievaststelling is gewijzigd of ingetrokken op grond van artikel 46c, wordt voor het betreffende kalenderjaar subsidieverlening geweigerd.

Artikel

46b

Indien de aanvrager door ernstige nalatigheid of opzettelijk onjuiste gegevens heeft ingediend bij de aanvraag tot subsidieverlening of subsidievaststelling of ernstig nalatig of opzettelijk anderszins onjuiste gegevens heeft verstrekt op grond van een andere regeling gebaseerd op titel II, hoofdstuk IX van de verordening (EG) nr. 1257/99 wordt de beschikking tot subsidieverlening op grond van deze regeling gewijzigd of ingetrokken op een zodanige wijze dat voor het betreffende kalenderjaar geen recht op een bijdrage bestaat.

Artikel

46c

Indien de aanvrager door ernstige nalatigheid of opzettelijk onjuiste gegevens heeft ingediend bij de aanvraag tot subsidieverlening of subsidievaststelling of ernstig nalatig of opzettelijk anderszins onjuiste gegevens heeft verstrekt op grond van een andere regeling gebaseerd op titel II, hoofdstuk IX van de verordening (EG) nr. 1257/99 wordt de beschikking tot subsidievaststelling gewijzigd of ingetrokken op een zodanige wijze dat voor het betreffende kalenderjaar geen recht op een bijdrage bestaat.

Artikel

46d

Indien de aanvrager opzettelijk een onjuiste aanvraag tot subsidieverlening of subsidievaststelling heeft ingediend of opzettelijk anderszins foute gegevens heeft verstrekt op grond van een andere regeling gebaseerd op titel II, hoofdstuk IX van de verordening (EG) nr. 1257/1999, of indien in geval van opzet een verleende subsidie is gewijzigd of ingetrokken op grond van artikel 46b of een vastgestelde subsidie is gewijzigd of ingetrokken op grond van artikel 46c, wordt tevens geen subsidie verleend in het daaropvolgende jaar.

Artikel

46e

Indien de aanvrager in een jaar opzettelijk een onjuiste aanvraag tot subsidieverlening op grond van deze regeling heeft ingediend of opzettelijk anderszins foute gegevens heeft verstrekt wordt geen subsidie verleend voor het daaropvolgende jaar.

Artikel

46f

Op een verleende of vastgestelde subsidie worden in mindering gebracht de bedragen, die voor het verwerven van hetzelfde terrein uit anderen hoofde van overheidswege worden verstrekt, voorzover de subsidie en de ontvangen bedragen gezamenlijk meer bedragen dan 100% van de subsidiabele kosten op grond van deze regeling.

Artikel

46g

Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast alle daartoe aangewezen medewerkers van DLG.

Artikel

47

Vervallen

Paragraaf

8

Bezwarenprocedure

Artikel

48

Vervallen

Artikel

49

Vervallen

Paragraaf

9

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

50

Vervallen

Artikel

51

Vervallen

Artikel

52

Vervallen

Artikel

54

Artikel

55

Wijzigt deze regeling.

Artikel

56

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, P.Bukman