Besluit van 23 juli 1993, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Thee

Warenwetbesluit Thee

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 4 januari 1993 nr. DGVgz/VVP/L 923094, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op de Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie inzake de harmonisatie der wetgevingen betreffende thee van 23 september 1991, M (91) 9, alsmede op de artikelen 4, eerste lid, 8, onder b en c, 12 en 14 van de Warenwet (Stb. 1988, 360);
Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet (advies van 16 juni 1992, nr. 14 541/(17) 5);
De Raad van State gehoord (advies van 24 maart 1993 nr. W13.93 0006);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 7 juli 1993 nr. DGVgz/VVP/L 931236, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

§

2

Aanduidingen en vermeldingen

Artikel

3

Artikel

4

De aanduiding van de in artikel 3, eerste lid, onderscheidenlijk derde lid, bedoelde waar waaraan aromastoffen of aromatiserende preparaten zijn toegevoegd, moet zijn aangevuld met een vermelding waaruit de aard van de toegevoegde aromastoffen of aromatiserende preparaten blijkt.

§

3

Samenstelling en toevoegingen

Artikel

5

De in artikel 3, eerste en tweede lid, bedoelde waar moet voldoen aan de volgende eisen:

  • a.

    het asgehalte mag niet meer dan 8% bedragen;

  • b.

    het gehalte van in water onoplosbare as mag niet meer dan 3,5% bedragen;

  • c.

    het watergehalte mag niet meer dan 10,0% bedragen;

  • d.

    het gehalte van in water oplosbaar extract moet ten minste 32% bedragen.

Artikel

6

De in artikel 3, derde lid, bedoelde waar moet voldoen aan de volgende eisen:

  • a.

    het droge stofgehalte moet ten minste 95,0% bedragen;

  • b.

    het cafeïnegehalte van de droge stof moet ten minste 3,0% en ten hoogste 8,0% bedragen;

Artikel

7

Aan de in dit besluit bedoelde waren mogen geen andere stoffen zijn toegevoegd dan natuurlijke of natuuridentieke aromastoffen en aromatiserende preparaten, welke, indien deze niet zijn bereid uit thee, niet bestemd of geschikt zijn om aan de waar de smaak of geur van thee te geven.

§

4

Slotbepalingen

Artikel

8

Artikel

9

Het Theebesluit (Warenwet) wordt ingetrokken.

Artikel

10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

11

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Thee.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavernelle
Beatrix
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. J. Simons
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin