Besluit van 22 september 1993, houdende uitvoeringsbepalingen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Uitvoeringsbesluit WHW 2008

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, van 28 mei 1993, nr. 92077964/4685, directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gezien het advies van de Onderwijsraad (advies van 21 december 1992, nr. OR 92000271/3 T);
De Raad van State gehoord (advies van 2 augustus 1993, No. W05.93.0338);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, van 21 september 1993, nr. 93064058/4685, directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene Bepalingen

Artikel

1.1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Bepalingen betreffende studenten

Afdeling

1

Persoonlijke en bijzondere omstandigheden

Artikel

2.1

Persoonlijke omstandigheden bij bindend studieadvies en verwijzing naar afstudeerrichting

Afdeling

2

Collegegeld

§

1

Wettelijk collegegeld

Artikel

2.2

Omvang volledig wettelijk collegegeld

Artikel

2.3

Uitbreiding categorie studenten met aanspraak op wettelijk collegegeld in verband met een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg

Artikel

2.3a

Uitbreiding categorie studenten wettelijk collegegeld in verband met gelijktijdig gevolgde opleidingen

Artikel

2.3b

Uitbreiding categorie studenten wettelijk collegegeld met vreemdelingen die in afwachting zijn van de verlenging van een verblijfsvergunning

In aanvulling op de groep van personen genoemd in artikel 7.45a, eerste lid, eerste volzin, van de wet is wettelijk collegegeld verschuldigd door de student die als vreemdeling in Nederland rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onderdelen g of h, van de Vreemdelingenwet 2000, voor zover:

§

2

Gedeeltelijk wettelijk collegegeld

Artikel

2.4a

Omvang gedeeltelijk wettelijk collegegeld

§

3

Verlaagd wettelijk collegegeld

Artikel

2.4b

Omvang verlaagd wettelijk collegegeld

Vervallen

Artikel

2.4c

Aanspraak op verlaagd wettelijk collegegeld eerstejaars studenten

Vervallen

Artikel

2.4d

Aanspraak op extra jaar verlaagd wettelijk collegegeld voor opleidingen op het gebied van onderwijs

Vervallen

Artikel

2.4e

Aanspraak op verlaagd wettelijk collegegeld in geval van een gelijktijdige tweede inschrijving voor de academische pabo

Vervallen

Artikel

2.4f

Reikwijdte en cohortbepaling verlaagd wettelijk collegegeld

Vervallen

Afdeling

3

Centraal register inschrijvingen hoger onderwijs

Artikel

2.5

Gegevens

Vervallen

Artikel

2.6

Tijdstip en wijze levering gegevens

Vervallen

Hoofdstuk

3

Bepalingen betreffende opleidingen

Afdeling

1

Registratie instellingen en opleidingen

Artikel

3.1

Indeling register

Het register bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a.

    onderwijs,

  • b.

    landbouw en natuurlijke omgeving,

  • c.

    natuur,

  • d.

    techniek,

  • e.

    gezondheidszorg,

  • f.

    economie,

  • g.

    recht,

  • h.

    gedrag en maatschappij,

  • i.

    taal en cultuur, en

  • j.

    sectoroverstijgend.

Artikel

3.2

Subonderdelen

Artikel

3.3

Levering gegevens

Onze Minister kan voorschriften geven voor de wijze waarop gegevens die in het register worden opgenomen, dienen te worden geleverd.

Artikel

3.4

Verstrekking gegevens

Artikel

3.5

Vergoeding verstrekte gegevens

Afdeling

2

Bijzondere nadere vooropleidingseisen leraar basisonderwijs

Artikel

3.7

Kennisgebieden en kennisniveaus

Artikel

3.8

Corresponderende vakken

Bij ministeriële regeling wordt vastgesteld met welke vakken die deel hebben uitgemaakt van het examen ter verkrijging van een diploma als bedoeld in artikel 7.24 van de wet, een persoon kan aantonen te voldoen aan het niveau, bedoeld in artikel 3.7, tweede lid.

Afdeling

3

Bepalingen betreffende accreditatie en erkenning ITK onder voorwaarden

Artikel

3.9

Accreditatie onder voorwaarden

Artikel

3.10

Erkenning ITK onder voorwaarden

Artikel

3.11

Voorwaarden en intrekking

Afdeling

4

Overige eigen bijdragen

Gereserveerd.

Hoofdstuk

3a

Bepalingen betreffende gegevens studentenenquête

Artikel

3.13

Gegevens studentenenquête

Hoofdstuk

4

Bepalingen over de berekening van de rijksbijdrage

Afdeling

1

Algemene bepalingen over de berekening van de rijksbijdrage

Artikel

4.1

Vaststelling omvang van de landelijk beschikbare rijksbijdrage

Artikel

4.2

Verdeling landelijk beschikbare rijksbijdrage

Artikel

4.3

Gegevens

Artikel

4.4

Controleprotocol

Artikel

4.5

Bijstelling bedragen en percentages

De bedragen en verdelingen, vastgesteld op grond van de afdelingen 2, 3 en 4 van dit hoofdstuk, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd, voor zover wijzigingen in de onderdelen van de rijksbegroting die op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking hebben daartoe aanleiding geven.

Afdeling

2

Bepalingen over de rijksbijdrage vanwege het verzorgen van onderwijs

Artikel

4.7

Studentgebonden financiering

Artikel

4.8

Bekostigde inschrijving

Artikel

4.8a

Bekostigde inschrijving Open Universiteit

Artikel

4.9

Bekostigde graden

Artikel

4.10

Aantal bekostigde inschrijvingen en graden per opleiding

Artikel

4.11

Onderwijsopslag

Artikel

4.12

Bijzondere bepaling Universiteit Maastricht en Open Universiteit

Artikel

4.13

Aantal inschrijvingsjaren en fusies van hogescholen

Vervallen

Artikel

4.14

Onderwijsvraag bacheloropleidingen

Vervallen

Artikel

4.15

Niet mee te tellen studenten, afgestudeerden en uitvallers

Vervallen

Artikel

4.16

Afwijkende onderwijsvraagfactor bacheloropleidingen

Vervallen

Artikel

4.17

Afwijkende onderwijsvraag kunstopleidingen

Vervallen

Artikel

4.18

Onderwijsvraag masteropleidingen

Vervallen

Artikel

4.19

Onderwijsopslag

Vervallen

Afdeling

3

Bepalingen over de rijksbijdrage vanwege het verrichten van onderzoek

§

1

Onderzoekdeel wo

Artikel

4.20

Graden

Artikel

4.21

Promoties en certificaten

Artikel

4.22

Onderzoekscholen

Vervallen

Artikel

4.23

Voorziening onderzoek

§

2

Deel ontwerp en ontwikkeling hbo

Artikel

4.24

Ontwerp en ontwikkeling hbo

Afdeling

4

Bepalingen betreffende de rijksbijdrage vanwege werkzaamheden ten dienste van wetenschappelijk geneeskundig onderwijs en onderzoek

Artikel

4.25

Rente en afschrijving voor investeringen tot en met 2007

Vervallen

Artikel

4.26

Rente en afschrijving voor investeringen vanaf 2008

Vervallen

Artikel

4.27

Ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek

Afdeling

5

Bepalingen betreffende de rijksbijdrage vanwege in het vooruitzicht gestelde of gerealiseerde kwaliteit van het hoger onderwijs

Artikel

4.28

Begripsbepalingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • voornemen: voorgenomen concrete maatregel of concreet beleid van een instelling met het oog op de realisatie van kwaliteit op een kwaliteitsthema.

Artikel

4.29

Kwaliteitsthema’s

Onze Minister kan kwaliteitsbekostiging toekennen vanwege door een instellingsbestuur in het vooruitzicht gestelde kwaliteit of door een instellingsbestuur gerealiseerde kwaliteit op:

  • a.

    onderwijsintensiteit, waaronder de mate waarin kleinschalig onderwijs aan de instelling wordt gerealiseerd;

  • b.

    onderwijsdifferentiatie, waaronder de variëteit van het aanbod in de vorm van onderwijstrajecten naar niveau of didactisch concept of in de vorm van programma’s voor de ontwikkeling van specifieke talenten;

  • c.

    docentkwaliteit, waaronder de professionalisering van docenten;

  • d.

    onderwijsfaciliteiten, waaronder de fysieke omgeving die bijdraagt aan onderwijsintensiteit als bedoeld in onderdeel a en de digitale omgeving waarbinnen het onderwijs plaatsvindt;

  • e.

    begeleiding van studenten; of

  • f.

    studiesucces, waaronder de doorstroom naar en toegankelijkheid van het hoger onderwijs en gelijke kansen op het behalen van een diploma voor alle studenten.

Artikel

4.30

Maatstaven voor toekenning kwaliteitsbekostiging bij planbeoordeling

Artikel

4.31

Tijdvak kwaliteitsbekostiging bij planbeoordeling

Artikel

4.32

Maatstaven voor toekenning kwaliteitsbekostiging bij planrealisatie

Artikel

4.33

Tijdvak kwaliteitsbekostiging bij planrealisatie

Artikel

4.34

Hardheidsclausule

Onze Minister kan in individuele gevallen artikel 4.30 of artikel 4.32 buiten toepassing laten of in afwijking daarvan besluiten voor zover onverkorte toepassing gelet op het belang van de kwaliteitsverbetering van het onderwijs zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk

5

Overgangsbepalingen

Artikel

5.1

Afwijkende gegevenslevering door universiteiten

Vervallen

Artikel

5.2

Opleidingen onderwijs en gezondheidszorg

Artikel

5.3

Gelijkstelling bekostigde inschrijvingen en graden

Artikel

5.4

Studielast masteropleiding pedagogiek hbo

Vervallen

Artikel

5.5

Afwijkende bekostiging Theologische Universiteit Kampen

Vervallen

Artikel

5.6

Tijdelijke aanpassing definitie uitvallers vanwege de maatregel niet-EER-studenten in 2009

Vervallen

Hoofdstuk

6

Bepalingen over personeel

Artikel

6.1

Algemene bepaling hoofdstuk 6

Artikel

6.2

Werkloosheid

Bij de vaststelling van de regels voor uitkeringen wegens werkloosheid draagt het bestuur er zorg voor dat de aanspraken van het personeel en het gewezen personeel ten minste gelijk, doch in elk geval ten minste gelijkwaardig zijn aan de aanspraken die het personeel zou hebben op grond van de Werkloosheidswet. Het bestuur handhaaft hierbij tevens de aanspraken van het gewezen personeel die aan dat personeel zijn gegarandeerd bij of krachtens de regelingen die volgens dit besluit komen te vervallen.

Artikel

6.4

Tegemoetkoming aan de voorzitter en de andere leden van een raad van toezicht

Artikel

6.5

Ondernemingsraden

Hoofdstuk

6a

Experimenten

Artikel

6.6

Experiment flexstuderen

Van 1 september 2017 tot en met 31 augustus 2023 wordt onder «opleiding van eerste inschrijving» begrepen:

Hoofdstuk

6b

Hoger onderwijs in het buitenland

Artikel

6.7

Begripsbepaling

De begripsbepaling van «student» in artikel 1.1 is op dit hoofdstuk niet van toepassing.

Artikel

6.8

Voorschriften besteding en verantwoording

Artikel

6.9

Indiening aanvraag

Het instellingsbestuur dient een aanvraag om toestemming voor het verzorgen van een opleiding in het buitenland als bedoeld in artikel 1.19a, eerste lid, van de wet in bij Onze Minister. De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van:

Artikel

6.10

Inhoud aanvraag

Artikel

6.11

Beoordeling aanvraag/weigeringsgronden

Onze minister wijst de aanvraag af indien niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat het verzorgen van de opleiding in het buitenland van meerwaarde is voor de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en de profilering van het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland. Hiervan is in ieder geval sprake indien:

  • a.

    accreditatie nieuwe opleiding onder voorwaarden is verleend als bedoeld in artikel 5.9, tweede lid, van de wet;

  • b.

    accreditatie bestaande opleiding onder voorwaarden is verleend als bedoeld in artikel 5.17, tweede lid, van de wet;

  • c.

    sprake is van accreditatie bestaande opleiding onder voorwaarden als bedoeld in artikel 5.18 van de wet;

  • d.

    de inspectie ingevolge artikel 12a, vierde lidartikel 11, vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht heeft geoordeeld dat de desbetreffende instelling tekortschiet in de naleving van wettelijke voorschriften;

  • e.

    de maatregelen om de kwaliteit van de opleiding in het buitenland te borgen, onvoldoende zijn;

  • f.

    de financiële, organisatorische of bestuurlijke stabiliteit en continuïteit van de opleiding in Nederland of in het buitenland onvoldoende is gewaarborgd of de maatregelen die worden getroffen om financiële risico’s tegen te gaan, onvoldoende zijn;

  • g.

    ingeval de aanvraag een instellingsbestuur betreft van een bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.8 van de wet, de maatregelen die worden getroffen om te voorkomen dat de middelen, bedoeld in artikel 6.8, eerste lid, worden aangewend voor de opleiding in het buitenland, onvoldoende zijn;

  • h.

    vanwege de beoogde schaal en aantallen studenten het risico bestaat van onvoldoende beheersbaarheid van de vestiging in het buitenland;

  • i.

    de veiligheid en de rechten van de bij de opleiding in het buitenland betrokken personen, voor zover zij die rechten ontlenen aan de wet, onvoldoende worden gewaarborgd;

  • j.

    de academische vrijheid aan de opleiding in het buitenland onvoldoende is gewaarborgd;

  • k.

    het verzorgen van de opleiding in het buitenland schadelijk is voor de diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en het land van vestiging of niet passend is in de diplomatieke betrekkingen met het desbetreffende land;

  • l.

    de mensenrechtensituatie of de sociale verhoudingen aan de opleiding en eventuele maatregelen die de instelling in verband daarmee heeft genomen, daartoe aanleiding geven;

  • m.

    de wijze waarop de eventuele samenwerking met een partnerorganisatie wordt vormgegeven, onvoldoende garandeert dat het instellingsbestuur zelf de opleiding in het buitenland verzorgt en de graden verleent;

  • n.

    aannemelijk is dat de opvattingen van de bevoegde overheidsinstanties in het land van vestiging het verzorgen van de opleiding zoals beschreven in de aanvraag ingevolge artikel 6.10, in ernstige mate belemmeren;

  • o.

    onvoldoende is voorzien in waarborgen in financiële en personele zin en ten opzichte van studenten, indien de opleiding in het buitenland zou worden beëindigd; of

  • p.

    ingeval de aanvraag een instellingsbestuur betreft van een bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.8 van de wet, niet aannemelijk is dat de wijze van herbestemming van de inkomsten die met de opleiding in het buitenland worden gegenereerd, zal bijdragen aan de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland of de profilering van het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland.

Artikel

6.12

Toestemming

Artikel

6.13

Voorschriften

Artikel

6.14

Intrekking toestemming

Hoofdstuk

7

Slotbepalingen

Artikel

7.1

Overgangsbepaling Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair onderwijs

Artikel

7.1a

Overgangsbepaling Besluit rechtspositie leden van de centrale directies en van colleges van bestuur

In afwijking van hoofdstuk 2 van het Besluit rechtspositie leden van de centrale directies en van colleges van bestuur, zoals dat luidde op het tijdstip voordat het werd ingetrokken, blijven ten aanzien van degene die voor 1 juli 2001 is benoemd of aangesteld tot lid van een centrale directie of van een college van bestuur de rechtspositievoorschriften, zoals die jegens hem golden op 30 juni 2001, van kracht, indien en voor zolang de betrokkene niet schriftelijk binnen een door het bevoegd gezag vast te stellen termijn van tenminste drie maanden vanaf 1 juli 2001 aan het bevoegd gezag heeft medegedeeld dat hij ermee instemt dat zijn rechtspositie krachtens artikel 2 wordt vastgesteld.

Artikel

7.1b

Overgangsbepaling Besluit rechtspositie leden van colleges van bestuur van openbare universiteiten

Ten aanzien van degenen die voor 19 maart 1997 wat betreft de openbare universiteiten dan wel voor 11 juli 1997 wat betreft de Open Universiteit tot lid van een college van bestuur zijn benoemd, blijven de salarissen, toelagen en wachtgeldaanspraken, vastgesteld en toegekend op grond van de op 18 maart 1997 onderscheidenlijk de op 10 juli 1997 geldende voorschriften gehandhaafd. Indien de salarisbedragen van de overeenkomstige salarisschaal van de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn worden gewijzigd, is deze wijziging van toepassing op de salarisbedragen van de in de eerste volzin bedoelde salarissen.

Artikel

7.1c

Overgangsbepaling verlaagd wettelijk collegegeld voor tweedejaarsstudenten aan een lerarenopleiding

De artikelen 2.4b, 2.4d, 2.4e en 2.4f, derde en vierde lid, zoals deze luidden op 31 augustus 2024, blijven voor het studiejaar 2024–2025 van toepassing ten aanzien van een student die op 1 september 2023 stond ingeschreven voor een opleiding als bedoeld in artikel 2.4d, eerste lid, onderdeel c, zoals dat luidde op 31 augustus 2024, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 2.4d, eerste lid, de student wordt geacht te voldoen aan de in onderdeel b van dat lid, bedoelde voorwaarde.

Artikel

7.2

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit WHW 2008.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, M. J. Cohen
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, P. Bukman
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

behorend bij artikel 4.21, eerste lid

Onderwijs met een ontwerperscertificaat

Onderwijs verbonden aan de Universiteit van Amsterdam

  • Restaurator-in-opleiding

Onderwijs verbonden aan de Technische Universiteit Delft

  • Proces- en Apparaatontwerpen (voor de chemische, biotechnologische en milieutechnologische industrie)

  • Bioprocestechnologie

Onderwijs verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven

  • Architechtural Design Management Systems

  • Informatie en Communicatie Technologie

  • Logistics Management Systems

  • Wiskunde voor de Industrie

  • Fysische Instrumentatie

  • Proces- en Produktontwerp

  • Software Technology

  • User-System Interaction

Onderwijs verbonden aan de Universiteit Twente (Enschede)

  • Computational Mechanics

  • Procestechnologie