Wet van 1 november 1993, tot wijziging van een aantal wetten inzake belastingen, alsmede van een aantal andere wetten met het oog op het bevorderen van werknemersparticipaties en winstdelings- en spaarregelingen voor werknemers

Wijzigingswet Wet op de inkomstenbelasting 1964, enz. (bevorderen van werknemersparticipaties en winstdelings- en spaarregelingen voor werknemers)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal wetten inzake belastingen, alsmede een aantal andere wetten te wijzigen met het oog op het bevorderen van werknemersparticipaties en winstdelings- en spaarregelingen voor werknemers;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

III

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

V

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VI

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VIII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IX

Met betrekking tot op 31 december 1993 bestaande aanspraken op uitkeringen ingevolge een op die datum bestaande premiespaarregeling en een winstdelingsspaarregeling alsmede met betrekking tot reeds op die datum toegekend spaarloon blijven de regels van kracht die daarvoor golden op 31 december 1993. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het overgangsrecht.

Artikel

X

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1994.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën, W. Kok
De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. de Vries
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin