Besluit van 2 november 1993, houdende regelen inzake in- en uitvoer van bepaalde chemische stoffen

Besluit in- en uitvoer milieugevaarlijke stoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 juni 1993, nr. MJZ07693029, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op verordening (EEG) nr. 2455/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1992 betreffende de in- en uitvoer van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen (PbEG L 251) en op artikel 24 juncto artikel 29 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;
De Raad van State gehoord (advies van 25 augustus 1993, nr. W08.93.0357);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 oktober 1993, nr. MJZ25o93031, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Als bevoegde instantie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening, wordt Onze Minister aangewezen.

§

2

Voorafgaande geïnformeerde toestemming

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Deze paragraaf is niet van toepassing op het in Nederland invoeren of naar een staat buiten de Europese Unie die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte uitvoeren van chemische stoffen in een hoeveelheid kleiner dan 100 kg voor analyse of wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling als bedoeld in artikel 2, tiende lid, van de verordening.

§

3

Kennisgeving bij uitvoer van bepaalde chemische stoffen naar derde landen

Artikel

7

Onverminderd artikel 5 is het verboden een chemische stof waarvoor een kennisgevingsplicht bestaat, uit te voeren naar een staat buiten de Europese Unie die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, indien niet wordt voldaan aan de bepalingen in deze paragraaf.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Deze paragraaf is niet van toepassing op het naar een staat buiten de Europese Unie die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte uitvoeren van chemische stoffen in een hoeveelheid kleiner dan 100 kg voor analyse of wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling, als bedoeld in artikel 2, tiende lid, van de verordening.

§

4

Verpakking en aanduiding

Artikel

11

Artikel

12

Artikel 11 is niet van toepassing op het aanduiden op de verpakking van een preparaat, indien in het land van invoer ten aanzien van de aanduiding eisen gelden die dezelfde waarborg bieden ten aanzien van de bescherming van gezondheid, veiligheid en milieu als de eisen die daaromtrent zijn gesteld in artikel 11.

§

5

Slotbepaling

Artikel

13

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. G. M. Alders
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin