Besluit van 3 november 1993, houdende regels omtrent de samenstelling van commissies als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en de wijze waarop klachten door besturen en commissies worden behandeld

Besluit klachtenbehandeling Bopz

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 14 juli 1993, DGVgz/GVC/CB/931796;
De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 1993, nr. W0.3.93.0455);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 1 november 1993, nr. 399244/93/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

2

Artikel

3

Een klachtencommissie wordt zodanig samengesteld, dat een deskundige en zorgvuldige beslissing op de klacht te allen tijde is gewaarborgd.

Artikel

4

Artikel

4a

Vervallen

Artikel

5

In de schriftelijke mededeling bedoeld in artikel 41, derde lid, van de wet, wordt bekend gemaakt op welke wijze van de regeling, bedoeld in artikel 2, kennis kan worden genomen.

Artikel

6

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip, bedoeld in artikel 80, tweede lid, van de wet.

Artikel

7

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit klachtenbehandeling Bopz.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. J. Simons
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin